In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 augustus 2020 een zorgmachtiging verleend voor een betrokkene die lijdt aan schizofrenie, chronisch psychotisch gedrag en cannabisverslaving. De officier van justitie heeft op 14 augustus 2020 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van diverse medische documenten, waaronder een verklaring van een psychiater. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde datum is betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat en enkele zorgprofessionals. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene al meer dan 20 jaar in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) is en dat zijn gedrag, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel voor zichzelf en anderen. Betrokkene is niet bereid om vrijwillige zorg te accepteren, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging voor een periode van zes maanden verleend, met de hoop dat betrokkene binnen deze termijn kan overgaan naar een beschermde woonvorm. De rechtbank heeft de verzoeken om aanvullende zorgmaatregelen afgewezen, omdat deze niet voldoende gemotiveerd waren. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A. Buizer en schriftelijk uitgewerkt op 9 september 2020.