ECLI:NL:RBROT:2019:9934

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 november 2019
Publicatiedatum
17 december 2019
Zaaknummer
10-195004-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gekwalificeerde diefstal, vernieling en verduistering met ISD-maatregel

Op 14 november 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van gekwalificeerde diefstal, vernieling en verduistering. De verdachte, geboren te [geboorteplaats verdachte] en ingeschreven op het adres [adres verdachte] in [woonplaats verdachte], was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel. De officier van justitie, mr. C. de Kimpe, eiste een gevangenisstraf van 95 dagen met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft bekend en heeft deze zonder nadere motivering bewezen verklaard. De bewezen feiten omvatten onder andere diefstal van een fiets en beeldscherm uit een schuur, alsook laptops en een bankpas uit een kantoor, waarbij de verdachte zich toegang heeft verschaft door middel van braak en valse sleutels.

De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De verdachte was verslaafd aan harddrugs en heeft de feiten gepleegd om aan geld voor drugs te komen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het strafblad van de verdachte, waaruit bleek dat hij eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. Gezien de ernst van de feiten en de recidive heeft de rechtbank geoordeeld dat een gevangenisstraf passend is. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 95 dagen, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-195004-19
Datum uitspraak: 14 november 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel,
raadsman mr. K. Wijnmalen, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 14 november 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C. de Kimpe heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 95 dagen met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van 07 augustus 2019 tot en met 11 augustus 2019 te Rotterdam
-(uit een schuur behorende bij de woning aan de [adres delict] ) een fiets en een beeldscherm, toebehorende aan [naam GGZ-instelling] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen fiets en beeldscherm onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en-(uit een kantoor behorende bij de woning aan de [adres delict] ) laptops en een bankpas, toebehorende aan [naam GGZ-instelling] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen laptops en bankpas onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten het onbevoegd gebruik maken van de sleutel van het slot van de deur van het kantoor waar die laptops en bankpas lagen;
2.
hij op 7 augustus 2019 te Rotterdam opzettelijk een beeldscherm toebehorende aan Forensisch Wonen Bavo Eu
ropoort, welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als bruiklener/gebruiker, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij op 10 augustus 2019 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk een sleutelkluis, die aan [naam GGZ-instelling] toebehoorde, heeft vernield;
4.
hij op 11 augustus 2019 te Rotterdam en in Nederland, geldbedragen, die toebehoorden aan [naam GGZ-instelling] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten het onbevoegd gebruik maken van de bankpas (en bijbehorende pincode).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
en
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
2.
verduistering;
3.
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
4.
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte woonde begeleid bij [naam GGZ-instelling] in een woning in Rotterdam. Hij heeft de schuur van die woning opengebroken en een fiets en een beeldscherm uit de schuur gestolen. Dat beeldscherm heeft de verdachte geruild met het nieuwere beeldscherm dat in de woonkamer van die woning stond voor algemeen gebruik. Hij heeft de fiets en dat beeldscherm verkocht. Later heeft de verdachte in die woning een sleutelkluis opengebroken en de sleutel van het kantoortje gebruikt om uit het kantoor twee laptops en een pinpas te stelen. De laptops heeft de verdachte geruild voor drugs en met de pinpas heeft hij € 310,- opgenomen.
De verdachte is verslaafd aan harddrugs en heeft bekend dat hij de feiten heeft gepleegd om aan (geld voor) drugs te komen. Feiten als de onderhavige veroorzaken naast financieel nadeel ook overlast.
7.3.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
25 oktober 2019, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 57, 311, 321 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 tot en mt 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 95 (vijfennegentig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. R.J.A.M. Cooijmans, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en F. Koningsveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G. Polke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 07 augustus 2019 tot en met 11 augustus 2019 te Rotterdam
-(uit een schuur behorende bij de woning aan de [adres delict] ) een fiets en/of beeldscherm, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam GGZ-instelling] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen fiets en/of beeldscherm onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking
en/of
-(uit een kantoor behorende bij de woning aan de [adres delict] ) een of meer laptop(s) en/of een bankpas, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam GGZ-instelling] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen laptop(s) en/of bankpas onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten het onbevoegd gebruik maken van de sleutel van het slot van de deur van het kantoor waar die laptop(s) en/of bankpas lagen;
2.
hij op of omstreeks 7 augustus 2019 te Rotterdam opzettelijk een beeldscherm, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam GGZ-instelling] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als bruiklener/gebruiker, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij op of omstreeks 10 augustus 2019 en/of 11 augustus 2019 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk een sleutelkluis, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam GGZ-instelling] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
4.
hij op of omstreeks 11 augustus 2019 te Rotterdam en/of in het gebied Drechtsteden, althans in Nederland, een of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam GGZ-instelling] , heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten het onbevoegd gebruik maken van de bankpas (en bijbehorende pincode).