Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar en onder de bijzondere voorwaarden die door de reclassering in het rapport van 11 juni 2019 worden geadviseerd;
- dadelijke uitvoerbaarheid van voornoemde voorwaarden.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1.subsidiair:
met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
2.subsidiair:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
first offendervoor wat betreft zedendelicten. Hij is erg ontdaan van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht en is zich bewust van de consequenties van overtreding van de schorsingsvoorwaarden. Ingeschat wordt dat op de lange termijn het schrikeffect mogelijk wegebt en dat de seksuele drive/interesses, zeker zonder adequate behandeling en begeleiding, de overhand gaan nemen. Het risico op recidive zal daardoor oplopen. De reclassering onderschrijft de inschatting op recidive (matig tot hoog) zoals deze is opgenomen in de hieronder aangehaalde Pro Justitia-rapportage van 31 januari 2019.
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden;
5 maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 5.000,-(hoofdsom,
zegge: vijfduizend euro);
60 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;