Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het incidentele vonnis van 13 juni 2018, waarbij is toegestaan dat Redisa door Vollers in vrijwaring wordt gedagvaard
- de conclusie van antwoord tevens (voorwaardelijke) eis in reconventie aan de zijde van Vollers
- de beslissing van de rechtbank van 16 januari 2019, waarbij partijen zijn opgeroepen om op de zitting te verschijnen
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte houdende overlegging producties
- het proces-verbaal van comparitie van 21 mei 2019
- de faxberichten van de advocaten van CSI en Redisa van 17 respectievelijk 21 juni 2019 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
tobacco scrap” met een brutogewicht van 17.548 kg en een nettogewicht van 16.050 kg ten invoer
“in the name and for the account of the Principal”en dat de Fenex voorwaarden van toepassing zijn. Redisa had de partij ingekocht in Bangladesh en verkocht aan een Duitse klant en had Vollers op 3 maart 2017 opdracht gegeven de partij voor haar in Rotterdam in ontvangst te nemen, in te klaren en naar Duitsland te vervoeren.
3.Het geschil
in conventie en in reconventie
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
(“De opdrachtgever is te allen tijde verplicht in verband met de opdracht door enige overheid in te vorderen dan wel na te vorderen bedragen alsmede daarmee samenhangende opgelegde boetes aan de expediteur te vergoeden”). Redisa beroept zich tevergeefs op de vernietiging van deze bepaling omdat deze onredelijk bezwarend voor haar zou zijn. Volgens CSI heeft zij dat beroep niet onderbouwd. Ter gelegenheid van de comparitie heeft Redisa gewezen op de volgende omstandigheden:
“in the name and for the account of the Principal” (zie hiervoor onder 2.6.)
.Daarnaast mag van een Europese groothandelaar in goederen verwacht worden dat hij zich realiseert welke risico’s hij neemt als tabaksafval in de EU wordt ingevoerd, dat hij weet dat de douane gerechtigd is om tot fysieke controle over te gaan en dat het niet mogelijk is van de invoer af te zien indien de douane daadwerkelijk daartoe overgaat. De omstandigheden c, d en e hebben betrekking op de periode na het sluiten van de overeenkomst tussen Redisa en CSI en spelen hier geen rol. Aldus is het beroep op vernietiging van artikel 17 van de Fenex voorwaarden vanwege onredelijk bezwarende gevolgen, ook na de ter comparitie door Redisa gedane aanvulling nog steeds onvoldoende onderbouwd.
tobacco scrap” - weliswaar op naam van Redisa - ten invoer aan te geven. Dat blijkt zowel uit de e-mail van [naam 1] van Vollers van 9 maart 2017
(“Zoals besproken, bijgaande opdracht a.u.b. voor ons inklaren..”) als uit het bijgevoegde door Vollers ingevulde opdrachtformulier waarboven staat: “
OPDRACHT VOOR AANGIFTE TEN INVOERmet daaronder: “Opdrachtgever: Vollers Holland B.V.”.
5.De beslissing in conventie en in reconventie
Administratie handel en haven, afdeling roladministratie, kamer E12.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-36 10554- en aan de wederpartij moet opgeven, waarna de verdere procesvoering zal worden bepaald;
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-36 10555- de namens hen te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden februari tot en met april 2020 moet opgeven, waarna dag/dagen en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
Administratie handel en haven, afdeling planningsadministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-36 10555- en de wederpartij moeten toesturen;