In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 5 december 2019, heeft de gemeente Gorinchem een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die betrokken was bij een aanrijding met een bollard op 30 juni 2016. De gemeente stelde dat de schade aan de bollard, ter hoogte van € 4.956,-, het gevolg was van het handelen van de gedaagde. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 15 augustus 2019 de gemeente in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van het causaal verband tussen de aanrijding en de schade. De gemeente heeft foto’s, bewegende beelden en een onderhoudsrapport overgelegd, maar de kantonrechter oordeelde dat deze stukken onvoldoende bewijs boden voor het gestelde causaal verband. De gedaagde heeft betwist dat de schade aan de bollard door zijn handelen is veroorzaakt en heeft aangevoerd dat de gemeente niet heeft aangetoond dat er slechts één aanrijding heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de gemeente niet in haar bewijsopdracht is geslaagd en heeft de vordering afgewezen. Tevens is de gemeente veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, vastgesteld op € 750,- aan salaris voor de gemachtigde, met een mogelijkheid tot nasalaris indien de gemeente niet binnen veertien dagen aan het vonnis voldoet.