Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[naam gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 november 2019, met producties;
- de producties van de curatoren;
- de fax van mr. Sanders van 25 november 2019 met een concept van de eis in reconventie;
- de mondelinge behandeling gehouden op 26 november 2019;
- de pleitnotities-conventie en de pleitnotities-reconventie van De Brauw;
- de pleitnotitie, tevens houdende eis in reconventie, van de curatoren.
2.De feiten
- advisering over kwesties van
- advisering bij financiële en ondernemingsrechtelijke herstructureringen;
- Intern onderzoek naar bepaalde mogelijke onregelmatigheden;
- advisering bij aandelenemissies;
- advisering bij afstoting van bedrijfsonderdelen;
- advisering over schikkingen in de nasleep van de onregelmatigheden;
- advisering over verzekeringskwesties.
Zoals jullie weten, zijn wij in de afgelopen periode uitsluitend opgetreden als advocaat van
Curatoren zijn nog steeds op zoek naar de chronologie vanaf juni 2013 tot augustus 2015 van de terzake door jullie aan ons verstrekte adviezen. Wij hebben die informatie niet (meer) en kunnen die dan ook niet verstrekken.
Waar wij jullie informatie verstrekken, doen wij dat op basis van de instemming die Royal Imtech ons voor het terugtreden [voorzieningenrechter: van het bestuur] heeft gegeven. Die instemming zag op informatieverstrekking aan jullie als curatoren. Zij zag niet op informatieverstrekking aan derden. Als jullie, zoals het persbericht van de VEB zegt, alle informatie waarover jullie beschikken aan de VEB geven, moeten wij er rekening mee houden dat ook informatie die door ons wordt verstrekt bij de VEB terechtkomt. Dat gaat de grenzen van de instemming te buiten. Onze geheimhouding ligt daarmee ten volle op tafel (…)”
- de informatieverstrekking in de toekomst;
- de verstrekking aan de VEB (en derden in het algemeen) van door ons sinds de faillissementsdatum verstrekt[e] informatie (met en zonder privilege); en
- de verstrekking aan de VEB (en derden in het algemeen) van door ons aan Imtech verstrekte adviezen en andere tussen Imtech en ons gewisselde geprivilegieerde informatie (zowel voor als na faillissementsdatum).
Wij begrijpen dat, anders dan het persbericht van de VEB suggereert, het niet de bedoeling is dat met de VEB op grote schaal informatie wordt gedeeld. Meer in het bijzonder zullen jullie niet met de VEB (of met andere derden) informatie delen die van De Brauw afkomstig is. Die informatie omvat, aan de ene kant, stukken en andere informatie die wij jullie sinds de faillissementsdatum hebben verstrekt, en aan de andere kant, adviezen aan en andere tussen Imtech en De Brauw gewisselde geprivilegieerde informatie. Dergelijke informatie houden jullie onder je.
Jullie begrip en uitgangspunt is juist. De stukken zien we nu graag tegemoet.”
Je moet vanzelfsprekend je eigen afweging maken. Voor zover dat je helpt: onze benadering is dat de curatoren te zien zijn als opvolger van Royal Imtech N.V als onze cliënt. Adviezen die wij eerder aan de vennootschap hebben verstrekt, geven wij daarom desgevraagd in kopie aan curatoren.”
De heer [naam 3] heeft ingestemd met deze verstrekking op voorwaarde (i) dat zijn opmerkingen (...) daarin worden opgenomen (...) en (ii) dat de curatoren het verslag en de opmerkingen van de heer [naam 3] daarbij niet aan derden geven of daaruit citeren of anderszins mededelingen doen (bijvoorbeeld in een openbaar verslag) anders dan indien dit noodzakelijk is in het kader van procedures gevoe[r]d door de curatoren danwel indien een wettelijke plicht hiertoe noopt, waarbij in beide laatste gevallen de curatoren KPMG en de heer [naam 3] hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte zullen stellen.”
intercompanytransacties wordt geciteerd uit adviezen en correspondentie van De Brauw. Deze adviezen en correspondentie zijn ook bij het conceptrapport gevoegd. Het conceptrapport met bijlagen is ter beschikking gesteld aan [naam 2] en aan [naam 1] en aan hun advocaten.
Ik merk hierbij nog op dat wij op dit moment de bezwaren parkeren tegen het gebruik van citaten of passages uit de interviewverslagen of uit geprivilegieerde correspondentie of adviezen van De Brauw in het concept intercompany transacties rapport. Als curatoren besluiten dergelijke informatie ruimer te verspreiden dan tot nu toe is gebeurd, dan ligt de situatie mogelijk anders en zou overleg over een oplossing nodig zijn.”
- een conceptrapport van 3 september 2018 over een bepaalde schuldverhouding tussen Imtech Duitsland en Imtech Polen;
- een conceptrapport van 22 februari 2019 over een nagekomen afboeking bij Imtech Marine in de periode juli 2013.
Report to Shareholders;
Tegen die tijd zullen verweerders ook moeten hebben reageren op het memo van klagers (...)
Slechts documenten die De Brauw of anderen - met een beroep op haar geheimhoudingsplicht - kan weigeren af te geven, vallen naar het oordeel van curatoren onder bedoeld privilege.(...)
In de brief van 17 december 2015 is geen contractuele geheimhouding overeengekomen. Afgesproken is slechts dat curatoren ten aanzien van na de faillissementsdatum door DBBW verstrekte geprivilegieerde informatie, dat wil dus zeggen informatie waarvoor de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van DBBW geldt, dit zullen respecteren.”
In deze samenwerking respecteert de VEB (en heeft gerespecteerd) het kader en de grenzen die wet- en regelgeving aan de curatoren stellen. Dat geldt ook ten aanzien van de informatievoorziening door curatoren aan de VEB. De VEB neemt in deze een afwachtende houding aan en heeft gedurende de samenwerking de curatoren nimmer om informatie verzocht. De VEB is niet voornemens zulks in een later stadium wel te doen.”
3.Het geschil in conventie en reconventie
primair: de curatoren veroordeelt om opgave te doen aan De Brauw van alle gevallen waarin zij a) informatie als bedoeld onder I. hebben geopenbaard of laten openbaren aan een derde en b) de verslagen van de onder II. en III. bedoelde interviews, of (een deel van) de inhoud daarvan, hebben geopenbaard of laten openbaren aan een ander dan de respectievelijke geïnterviewden zelf of hun advocaten, steeds met specificatie van degenen jegens wie de openbaarmaking plaatsvond, de datum van de openbaarmaking en de geopenbaarde informatie zelf; althans
defaultsituaties, convenanten,
waiversen het verkrijgen van zekerheden , aan de curatoren ter beschikking te stellen;
4.De beoordeling in conventie
waarschijnlijkin de onder 2.20 genoemde rapporten de afspraak van 17 december 2015 hebben geschonden en dat de curatoren in de tuchtprocedures tegen de (voormalig) advocaten van De Brauw
lijkente stellen dat het conceptrapport van 22 februari 2019 is voorgelegd aan KPMG. Namens De Brauw is ter zitting, in antwoord op de vragen van de voorzieningenrechter hierover, geciteerd uit de repliek van de curatoren. Dit citaat is weergegeven onder 2.24. Zodoende heeft De Brauw een schending niet aannemelijk gemaakt. De Brauw uit in haar dagvaarding allerlei zorgen maar heeft niet aannemelijk gemaakt dat er door het gestelde handelen van de curatoren – zoals De Brauw stelt – vertrouwelijke informatie op straat ligt of dat dit dreigt komt.
dat jullie [voorzieningenrechter: de curatoren] de verslagen niet aan derden geven of daaruit citeren of anderszins mededelingen doen anders dan in het kader van procedures of eventuele onderzoeken door het openbaar ministerie, toezichthouders of onderzoekers in een eventuele enquête.”
980,00
5.De beoordeling in reconventie
Ik heb de betreffende geheimhouderstukken onderzocht en stel vast dat deze vallen onder de definitie van artikel 11a Advocatenwet in die zin dat de betreffende informatie verweerders is toevertrouwd in hun hoedanigheid van advocaat; dat de zeggenschap terzake van de geheimhouding aan de advocaten / verweerders toekomt en niet aan de curatoren, dat geen van de uitzonderingen van Gedragsregel 3 lid 3 van toepassing zijn en dat het vanzelfsprekend aan de (tucht)rechter zal zijn het beroep op het verschoningsrecht te toetsen.”