In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 maart 2019 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de minderjarige [voornaam minderjarige], die op dat moment verbleef in een gesloten groep bij Schakenbosch. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had verzocht om deze machtiging, omdat een eerder plan om de minderjarige bij een tante van moederszijde te plaatsen niet door kon gaan. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont, die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft de minderjarige, zijn moeder en een vertegenwoordiger van de GI gehoord tijdens de zitting, waarbij de vader niet aanwezig was.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de noodzaak van de jeugdhulp en de ontwikkeling van de minderjarige in de gesloten jeugdhulpinstelling. Ondanks dat de minderjarige enige positieve ontwikkeling vertoonde, waren er ook zorgpunten, zoals schoolverzuim en moeite met het naleven van afspraken. De kinderrechter heeft besloten dat er in de komende maanden toegewerkt zal worden naar een thuisplaatsing van de minderjarige, waarbij de GI en de gedragswetenschapper betrokken zullen zijn. De machtiging is verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 4 augustus 2019, en is mondeling uitgesproken in het openbaar.
De beschikking is op 18 april 2019 schriftelijk vastgesteld en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.