ECLI:NL:RBROT:2019:9568
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenvonnis in ontnemingszaak met schikkingsbedrag en heropening onderzoek
Op 6 december 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam een tussenvonnis gewezen in een ontnemingszaak, waarbij de rechtbank de vordering van de officier van justitie heeft behandeld. De zaak betreft de veroordeelde, wiens naam en persoonlijke gegevens in het document zijn weggelaten. De vordering van de officier van justitie, mr. L.S. van Haeringen, strekt tot het vaststellen van het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel, zoals bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. Dit bedrag is geschat op maximaal € 290.444,07. Tijdens de zitting op 31 oktober 2019 is het onderzoek gesloten, maar na ontvangst van een bericht dat er overeenstemming is bereikt over een schikkingsbedrag en een betalingstermijn, heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen. De rechtbank heeft het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst en de zaak kan op korte termijn opnieuw worden gepland indien daar aanleiding toe is. Het tussenvonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. J.H. Janssen, en de rechters mr. B.A. Cnossen en mr. J.C.M. Persoon, in aanwezigheid van griffier M.J. Grootendorst.