ECLI:NL:RBROT:2019:9554

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 november 2019
Publicatiedatum
6 december 2019
Zaaknummer
584109 / HA RK 19-1217
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen alle rechters van de rechtbank Rotterdam niet-ontvankelijk verklaard

Op 21 november 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Blonk. Het verzoek richtte zich tegen alle rechters van de rechtbank Rotterdam, met als doel verwijzing naar een andere rechtbank te bewerkstelligen. De verzoeker had eerder in de zitting van de politierechter op 15 oktober 2019, waar strafzaken tegen hem aanhangig waren, om wraking gevraagd. De politierechter, mr. J. Bergen, had echter geen aanleiding gezien voor wraking en had schriftelijk gereageerd op het verzoek.

De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat het niet gericht kan zijn tegen alle rechters van de rechtbank als geheel, maar enkel tegen individuele rechters die de zaak behandelen. De rechtbank concludeerde dat de verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek, omdat het niet mogelijk is om een rechter te wraken die geen bemoeienis heeft met de behandeling van de zaak. Bovendien werd vastgesteld dat het wrakingsverzoek misbruik van de wrakingsmogelijkheid inhield, aangezien het verzoeker niet was toegestaan om via wraking een andere rechtbank te bewerkstelligen.

De rechtbank heeft daarom besloten dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing werd uitgesproken door mr. I.K. Rapmund in aanwezigheid van griffier mr. C.J.C. Korteland.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer/rekestnummer: 584109 HA RK 19-1217
Beslissing van 21 november 2019
op het verzoek van
[naam verzoeker],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] ,
verzoeker,
advocaat mr. K. Blonk te Rotterdam.
strekkende tot wraking van:
alle rechtersin de rechtbank Rotterdam.

1.Het procesverloop en de processtukken

Ter zitting van de politierechter mr. J. Bergen (hierna: de politierechter) van 15 oktober 2019 zijn behandeld de tegen verzoeker aanhangig gemaakte strafzaken met parketnummer
10.151405-19 en 10.222948-18. Verzoeker heeft tijdens die zitting wraking van alle rechters in de rechtbank Rotterdam verzocht.
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven strafzaken, waarin zich onder meer bevindt het proces-verbaal van de zitting van 15 oktober 2019.
Verzoeker, de rechter en de officier van justitie zijn uitgenodigd voor de zitting waarop het wrakingsverzoek is behandeld. De politierechter is in de gelegenheid gesteld voorafgaand aan de zitting schriftelijk te reageren. De politierechter heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt per e-mail van 24 oktober 2019. Naast de hiervoor genoemde stukken heeft de wrakingskamer voorts nog kennis genomen van de schriftelijke reactie van de officier van justitie van 5 november 2019 alsmede de e-mails van verzoeker van 17 oktober 2019 en
4 november 2019 en de daarbij overgelegde stukken.
Ter zitting van de wrakingskamer op 7 november 2019, alwaar het wrakingsverzoek is behandeld, is verzoeker verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. K. Blonk.
De politierechter en de officier van justitie zijn met bericht van verhindering niet verschenen.

2.Het verzoek en de reactie daarop

Ter adstructie van het wrakingsverzoek heeft verzoeker - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Verzoeker heeft in het verleden twee officieren bedreigd. Deze zaak is destijds door de rechtbank Rotterdam verwezen naar de rechtbank Utrecht. De rechters waren toen van mening dat zij de zaak niet objectief konden behandelen, omdat de officieren werkzaam waren in het arrondissement Rotterdam. In het verleden heeft verzoeker ook nog twee rechters van de rechtbank Rotterdam bedreigd en laatstelijk heeft verzoeker nog een andere officier van justitie bedreigd. Daarvan is geen aangifte gedaan. Gelet op het feit dat de rechtbank Rotterdam eerder zelf heeft besloten om de zaak door te verwijzen naar een andere rechtbank meent verzoeker dat de recente strafzaken ook naar een andere rechtbank moeten worden verwezen. In het geval de rechter de zaken zelf behandelt bestaat er bij verzoeker een vrees voor vooringenomenheid.
2.2
De politierechter heeft niet in de wraking berust. De politierechter heeft te kennen gegeven dat niet sprake is van een omstandigheid die grond tot wraking kan opleveren.
Daarbij is - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
In de door verzoeker gestelde bedreigingen tegen enkele officieren en rechters ziet de politierechter geen zwaarwegende aanwijzingen voor het oordeel dat zij jegens verzoeker een vooringenomenheid koestert, althans dat de vrees daarvoor naar objectieve maatstaven gerechtvaardigd is. De feiten die aan verzoeker ten laste zijn gelegd en die behandeld zouden worden op de zitting van 15 oktober 2019 hebben geen betrekking op bedreigingen tegen officieren en rechters. Aan verzoeker is ten laste gelegd een bedreiging van een medewerker van de gemeente, een mishandeling en het niet voldoen aan een ambtelijk bevel.
2.3
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.

3.De beoordeling

Verzoeker heeft ter zitting van de politierechter wraking van alle rechters van de rechtbank Rotterdam verzocht. Ter zitting van de wrakingskamer heeft verzoeker nader toegelicht dat dit wrakingsverzoek niet is gericht tegen de rechters van de wrakingskamer, in de rol van wrakingsrechters. Het wrakingsverzoek staat in zoverre dan ook niet aan een behandeling door de wrakingskamer in de weg.
Op grond van artikel 512 Wetboek van Strafvordering kan een partij wraking verzoeken van elk van de rechters die een zaak behandelen op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarbij dienen feiten en omstandigheden te worden gesteld die de rechter betreffen tegen wie het wrakingsverzoek zich richt.
Een wrakingsverzoek kan slechts worden ingediend tegen individuele rechters die de zaak behandelen. De wet biedt niet de mogelijkheid van wraking van een rechter die geen bemoeienis heeft met de behandeling van de zaak of een rechtscollege als geheel. Nu het verzoek tot wraking zich richt tegen alle rechters van de rechtbank Rotterdam luidt de conclusie dat verzoeker niet kan worden ontvangen in zijn verzoek tot wraking.
3.3
Uit de toelichting bij het wrakingsverzoek blijkt dat verzoeker beoogt verwijzing naar een andere rechtbank te bewerkstelligen. Dat kan niet worden bereikt door middel van wraking en de mogelijkheid tot wraking is daarvoor ook niet bestemd. Verzoeker maakt aldus misbruik van de mogelijkheid te wraken en de rechtbank ziet daarin aanleiding te bepalen dat een volgend verzoek in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen.

4.De beslissing

De rechtbank:
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van alle rechters van de rechtbank Rotterdam;
bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling wordt genomen.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.A. Kalk, voorzitter en mr. I.K. Rapmund en
mr. drs. J. van den Bos, rechters en uitgesproken door mr. I.K. Rapmund ter openbare terechtzitting van 21 november 2019 in tegenwoordigheid van mr. C.J.C. Korteland, griffier.
Verzonden op:
aan:
-
-
-
-