Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding, met producties;
- de producties van Smallsteps;
- de pleitaantekeningen van Smallsteps.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 november 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en de besloten vennootschap Smallsteps B.V. De eiser had een vordering ingesteld om zijn dochter toegang te verschaffen tot de kinderopvang, nadat een eerder gesloten overeenkomst voor opvang was geannuleerd. De overeenkomst was in augustus 2019 gesloten, maar op 9 augustus 2019 door de eiser zelf geannuleerd. Ondanks deze annulering heeft de eiser op 21 augustus 2019 geprobeerd zijn dochter naar de opvang te brengen, wat niet mogelijk was. De locatiemanager van de opvang heeft de eiser vervolgens meegedeeld dat er geen opvangplek meer beschikbaar was, wat leidde tot een conflict waarbij de eiser zich ongepast gedroeg. Smallsteps heeft naar aanleiding van dit gedrag besloten geen opvang meer te bieden aan de eiser en zijn dochter.
De eiser heeft later een nieuwe overeenkomst getekend voor opvang bij een andere locatie van Smallsteps, maar Smallsteps heeft deze overeenkomst betwist en een beroep gedaan op vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het aannemelijk is dat Smallsteps de overeenkomst niet zou hebben gesloten als zij op de hoogte was geweest van het eerdere gedrag van de eiser. De rechter heeft geconcludeerd dat de vordering van de eiser niet kan worden toegewezen, omdat het beroep op vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling in een bodemprocedure waarschijnlijk zal slagen. De vordering is afgewezen en de eiser is veroordeeld in de proceskosten.