ECLI:NL:RBROT:2019:9279

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 november 2019
Publicatiedatum
28 november 2019
Zaaknummer
8092390 VV EXPL 19-438
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot toelating van een kind in de kinderopvang afgewezen na annulering van de overeenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 november 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en de besloten vennootschap Smallsteps B.V. De eiser had een vordering ingesteld om zijn dochter toegang te verschaffen tot de kinderopvang, nadat een eerder gesloten overeenkomst voor opvang was geannuleerd. De overeenkomst was in augustus 2019 gesloten, maar op 9 augustus 2019 door de eiser zelf geannuleerd. Ondanks deze annulering heeft de eiser op 21 augustus 2019 geprobeerd zijn dochter naar de opvang te brengen, wat niet mogelijk was. De locatiemanager van de opvang heeft de eiser vervolgens meegedeeld dat er geen opvangplek meer beschikbaar was, wat leidde tot een conflict waarbij de eiser zich ongepast gedroeg. Smallsteps heeft naar aanleiding van dit gedrag besloten geen opvang meer te bieden aan de eiser en zijn dochter.

De eiser heeft later een nieuwe overeenkomst getekend voor opvang bij een andere locatie van Smallsteps, maar Smallsteps heeft deze overeenkomst betwist en een beroep gedaan op vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het aannemelijk is dat Smallsteps de overeenkomst niet zou hebben gesloten als zij op de hoogte was geweest van het eerdere gedrag van de eiser. De rechter heeft geconcludeerd dat de vordering van de eiser niet kan worden toegewezen, omdat het beroep op vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling in een bodemprocedure waarschijnlijk zal slagen. De vordering is afgewezen en de eiser is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8092390 VV EXPL 19-438
uitspraak: 22 november 2019
vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
gemachtigde: mr. F. El Idrissi,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Smallsteps B.V.,
gevestigd te Almere,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M. Aué, legal counsel bij Kidsfoundation Holdings B.V..
Partijen worden hierna [eiser] en Smallsteps genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
  • het exploot van dagvaarding, met producties;
  • de producties van Smallsteps;
  • de pleitaantekeningen van Smallsteps.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 november 2019. [eiser] is verschenen bijgestaan door de gemachtigde en vergezeld van een tolk, mevrouw Y. Jawad (tolknummer 19782). Namens Smallsteps zijn verschenen [naam 1] , locatiemanager, [naam 2] , divisiedirecteur, bijgestaan door de gemachtigde.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

2.1
In augustus 2019 hebben Smallsteps en [eiser] een overeenkomst gesloten voor kinderdagopvang van de dochter van [eiser] op locatie Beer Balou te Spijkenisse. Deze overeenkomst is op of omstreeks 9 augustus 2019 geannuleerd.
2.2
Op 21 augustus 2019 heeft [eiser] contact opgenomen met locatie Beer Balou met de mededeling dat hij zijn dochter zou komen brengen voor kinderopvang. Aan [eiser] is meegedeeld dat dit niet mogelijk was omdat het contract al was geannuleerd.
2.3
Op 22 augustus 2019 heeft [eiser] locatie Beer Balou bezocht. De locatiemanager heeft hem meegedeeld dat er geen opvangplek meer was voor zijn dochter. [eiser] heeft daarop gereageerd met woorden als “racistisch, fuck en shit”. Smallsteps heeft bij de politie melding gemaakt van dit incident.
2.4
Diezelfde dag (22 augustus 2019) heeft Smallsteps [eiser] per e-mail, voor zover thans belang, als volgt bericht:
“ (…) Ik heb begrepen van locatiemanager [naam 1] dat u opvang wenst af te nemen voor [naam dochter eiser] . In eerste instantie was dit ook geregeld, maar op 9 augustus is de opvang geannuleerd op uw verzoek. Hier heeft u ook een bericht over ontvangen van onze afdeling klantenservice. Ook heeft de locatiemanager u hier op uw verzoek nog een mail over gestuurd. (…)
Vanmorgen is er contact geweest over de opvangplek op de locatie zelf. Dit verbaasde ons, omdat op uw verzoek het contract is geannuleerd. De plek is inmiddels vergeven aan een andere klant. Daarbij is het contact als erg onprettig ervaren. Dit maakt dat wij u binnen onze organisatie geen opvangplek meer aanbieden.
Ik kan bevestigen dat er geen plek meer is binnen de locatie KDV Beer Balou. Daarnaast wil ik aangeven dat de manier waarop er contact is geweest met de locatiemanager, mijn heeft doen beslissen dat er geen andere plek binnen onze organisatie meer beschikbaar wordt gesteld. We proberen altijd te voldoen aan de wensen die ouders kenbaar bij ons maken en mee te denken met hen. Maar wel vanuit wederzijds respect.
Ik wil u dan ook verzoeken om geen contact meer op te nemen met de locatiemanager en de medewerkers van de locatie of de locatie te bezoeken.
Ik wens u succes met het vinden van een opvangplek voor [naam dochter eiser] bij een andere organisatie. (…)”
2.5
Op 13 september 2019 heeft [eiser] zich via de website van Smallsteps aangemeld voor kinderopvang voor zijn dochter bij locatie Cosykids in Spijkenisse. [eiser] heeft de ‘overeenkomst kinderdagopvang’ (hierna: ‘de overeenkomst’) op 13 september 2019 getekend. Op de overeenkomst zijn de Aanvullende voorwaarden Smallsteps en de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2017 van de Brancheorganisatie Kinderopvang (hierna ‘branchevoorwaarden’) van toepassing verklaard.
2.6
De overeenkomst bepaalt in artikel 2 - voor zover thans relevant -:
“(…)
2.2
Beide partijen zijn zonder rechterlijke tussenkomst bevoegd deze overeenkomst tussentijds op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van één maand en hetgeen daarover is bepaald in de hieronder genoemde Algemene Voorwaarden (Branchevoorwaarden en Aanvullende voorwaarden Smallsteps. (…)”.
2.7
De branchevoorwaarden bepalen in artikel 10, voor zover thans van belang:
“Artikel 10 – Einde van de overeenkomst
(…)
3. De Ondernemer is slechts bevoegd de Overeenkomst op te zeggen op grond van een zwaarwegende reden. Als zwaarwegende redenen worden in ieder geval aangemerkt:
(…)”
2.8
De Aanvullende voorwaarden Smallsteps bepalen in artikel 3, voor zover thans van belang:
“Artikel 3- Wijziging en/of beëindiging van de overeenkomst
(…)
7. In de Branchevoorwaarden, onder andere in artikel 10 lid 3 worden al een aantal redenen genoemd waarom wij de opvang kunnen opzeggen. Daarnaast gelden ook de volgende punten als zwaarwegende redenen voor opzegging van de overeenkomst met ouders/verzorgers:
(…)
c. indien een voortzetting van de dienstverlening in redelijkheid niet van Smallsteps verlangd kan worden vanwege een slechte verstandhouding tussen (medewerkers van) Smallsteps en jouw kind en/of jou, dit ter beoordeling van Smallsteps.”
2.9
Van 23 september 2019 tot 1 oktober 2019 heeft de dochter van [eiser] gebruik gemaakt van de kinderdagopvang bij Cosykids.
2.1
Op 1 oktober 2019 heeft Smallsteps per e-mail aan [eiser] , voor zover thans van belang, het volgende bericht:
“(…) Het spijt ons dat het zo gelopen is maar er had u geen contract aangeboden mogen worden. Zie mail hieronder van divisie directeur [naam 2] . Zoals u in de mail kunt lezen, biedt Smallsteps u geen opvang. U had het contract ook nog niet getekend en deze is dan ook per direct ingetrokken. Ik wil u erop wijzen dat alle opvang is geannuleerd en u dus morgen ook niet welkom bent op locatie CosyKids (…)”
2.11
Bij brief van 3 oktober 2019 heeft de gemachtigde van [eiser] Smallsteps bericht dat [eiser] Smallsteps aan de overeenkomst houdt en dat hij Smallsteps aansprakelijk houdt voor schade vanwege wanprestatie. Smallsteps is gesommeerd om uiterlijk 7 oktober 2019 mee te delen of de dochter van [eiser] gebruik kan maken van de opvang.
2.12
Bij brief van 7 oktober 2019 heeft de gemachtigde van Smallsteps geantwoord dat de dochter van [eiser] geen gebruik zal mogen maken van de kinderopvang.
2.13
Bij brief van 9 oktober 2019 heeft de gemachtigde van Smallsteps het standpunt van Smallsteps nader uiteengezet. De gemachtigde schrijft, voor zover thans relevant, als volgt:
“(…)
Kennelijk heeft uw cliënt zich in de periode daarna bedacht wat betreft de annulering. Zo heeft hij op 21 augustus 2019 wederom contact opgenomen met de locatie en de betreffende medewerkster kenbaar gemaakt dat hij zijn dochter naar de opvang zou komen brengen. Hierop is hem medegedeeld dat opvang niet mogelijk is nu deze op zijn verzoek is geannuleerd en de plek inmiddels vergeven is aan een ander kind. Wederom is uw cliënt zeer boos geworden, en heeft hij aangegeven dat hij een overeenkomst heeft en recht heeft op opvang.
Op 22 augustus 2019 komt uw cliënt vervolgens persoonlijk naar de betreffende locatie, waarna zich de gang van zaken en woordenwisseling herhaalt, en uw cliënt wederom begint te schelden. Smijtend met de deur verlaat uw cliënt uiteindelijk schreeuwend het kantoor en loopt scheldend door de gang. Daarop wordt hem dringend gevraagd het pand te verlaten, waarna hij uiteindelijk vloekend en scheldend het pand verlaat. Dit alles in bijzijn van kinderen en andere ouders. Op het buitenspeelplein doet uw cliënte vervolgens luid zijn beklag, waarop de medewerksters die hem eerst te woord heeft gestaan hem nogmaals dringend vraagt de locatie te verlaten. Scheldend heeft uw cliënt haar gedreigd niet bij hem in de buurt te komen. Uiteindelijk verlaat uw cliënt dan het speelterrein met de woorden dat de medewerkster moet oppassen en dat hij het er niet bij laat zitten. Hij roept: “Ik ben Arabier dus wacht maar af.” De medewerksters blijven doodsbang en beduusd achter.
(…) Vervolgens heeft ook de divisiedirecteur bij e-mail van 22 augustus 2019 aan uw cliënten duidelijk gemaakt dat opvang niet meer mogelijk was vanwege de annulering door uw cliënt. Daarbij heeft zij nadrukkelijk kenbaar gemaakt dat er binnen Smallsteps ook helemaal geen plek meer voor de dochter van uw cliënte beschikbar zal worden gesteld gezien het gedrag van uw cliënt.
Gezien de zeer dreigende houding en woorden van uw cliënt is aansluitend melding gedaan bij de wijkagent, welke hiervan verslag heeft opgemaakt.
Daarmee leek de kwestie te zijn afgedaan. Echter op 1 oktober 2019 komt men tot de conclusie dat uw cliënt via een omweg, te weten via de afdeling planning te Hengelo, ten onrechte een nieuwe overeenkomst heeft afgesloten voor een andere locatie van Smallsteps. Het blijkt dan dat de dochter van uw cliënten zelfs al gedurende 5 dagen gebruikt heeft gemaakt van de opvang, terwijl dat feitelijk niet was toegestaan. Uw cliënt houdt zich vervolgens telefonisch in eerste instantie van de domme, maar indien hem wordt aangegeven dat hij niet welkom is, vervalt hij wederom in boosheid en schreeuwt dat ook deze medewerkster een racist is en hij toch naar de opvang komt. Ten slotte verbreekt hij de verbinding. (…)
Gezien de dreigende houding van uw cliënt wordt wederom contact opgenomen met de politie, welke adviseert direct 112 te bellen voor het geval uw cliënt op de locatie verschijnt. Op 3 oktober 2019 wordt ook de wijkagent nog gesproken, welke aanbiedt te gaan praten maar wel waarschuwt voor verdere escalatie nu zijn inmenging als olie op het vuur zou kunnen werken. Nu uw cliënt niet meer is verschenen is er voor gekozen het er verder maar bij te laten. (…)
Overeenkomst (?) van 13 september 2019
(…)
Gezien de gebeurtenissen en de e-mail van 22 augustus 2019 van de divisiedirecteur was het uw cliënten bekend dat Smallsteps op geen enkele wijze nog een verbintenis met uw cliënten wilde aangaan.
Desalniettemin heeft uw cliënt gemeend om via een omweg (via de afdeling planning te Hengelo) tot een overeenkomst te kunnen komen.
Voor zover er al een overeenkomst tot stand is gekomen, is er echter sprake geweest van een wilsgebrek aan de zijde van Smallsteps. Hierbij vernietigen wij de overeenkomst dan ook vanwege één of meer wilsgebreken. Primair op grond van bedrog door uw cliënt en subsidiair op grond van dwaling aan de zijde van Smallsteps ten tijde van het aangaan van de overeenkomst. (…)
Ingeval voornoemde vernietiging van de overeenkomst geen stand blijkt te houden, dan ontbinden wij nu voor alsdan de overeenkomst per direct vanwege het laakbaar handelen van uw cliënt. Er kan niet van ons verwacht worden dat wij een overeenkomst voortzetten met een persoon die onze medewerkers heeft beledigd en bedreigd.
Voor het geval dat ook de ontbinding geen stand houdt zeggen wij de betreffende overeenkomst hierbij met in acht name van de geldende algemene voorwaarden op vanwege een zwaarwegende reden. (…)”

3.De vordering

3.1
[eiser] heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad,
I. Smallsteps te bevelen de tussen partijen geldende overeenkomst na te komen, dat wil zeggen [naam dochter eiser] per omgaande toegang te verschaffen tot de kinderopvang, op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Smallsteps in gebreke is geheel of ten dele aan het te wijzen vonnis te voldoen en voor iedere dag of gedeelte daarvan dat het verzuim voortduurt;
II. Smallsteps te veroordelen in de kosten van de procedure, waaronder begrepen het salaris van de gemachtigde.
3.2
Aan de vordering heeft [eiser] , zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang, ten grondslag gelegd dat Smallsteps gehouden is tot nakoming van haar verplichting tot het bieden van kinderopvang.

4.Het verweer

4.1
Smallsteps heeft de vordering betwist en heeft geconcludeerd tot afwijzing daarvan.
4.2
Op de standpunten van partijen zal, voor zover voor de beoordeling van belang, hierna nader worden ingegaan.

5.De beoordeling

5.1
Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende gebleken dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening. Omdat [eiser] niet beschikt over (andere) opvangmogelijkheden wordt hij beperkt in zijn mogelijkheden om zijn werk te doen. [eiser] is in zoverre ontvankelijk in zijn vordering.
5.2
In dit kort geding moet, mede op basis van wat partijen naar voren hebben gebracht, worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiser] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening. Het volgende is dan ook alleen een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
5.3
Tussen partijen is niet (meer) in geschil dat de in augustus 2019 tussen partijen gesloten overeenkomst voor kinderopvang bij locatie Beer Balou is geannuleerd. Zoals [eiser] ter zitting naar voren heeft gebracht vordert hij nakoming van de daarna in september 2019 gesloten overeenkomst met betrekking tot kinderopvang bij locatie Cosykids.
5.4
Smallsteps heeft een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van de overeenkomst omdat deze volgens haar tot stand is gekomen onder invloed van dwaling. Smallsteps stelt dat de gedragingen van [eiser] op locatie Beer Balou voor Smallsteps aanleiding waren om [eiser] helemaal geen kinderopvang meer te bieden voor zijn dochter, op geen enkele locatie van Smallsteps. Desondanks heeft [eiser] via een andere afdeling bewerkstelligd dat hij een overeenkomst heeft kunnen sluiten voor kinderopvang bij een andere locatie van Smallsteps. Als bij het aangaan van die overeenkomst duidelijk was geweest wat er op locatie Beer Balou was gebeurd, had Smallsteps hem geen overeenkomst aangeboden. [eiser] bestrijdt het beroep van Smallsteps op dwaling.
5.5
De kantonrechter overweegt het volgende.
5.6
Uit de door Smallsteps gegeven toelichting begrijpt de kantonrechter dat zij de gedragingen van [eiser] bij locatie Beer Balou als zo offensief heeft ervaren dat zij [eiser] helemaal geen kinderopvang meer wilde bieden binnen haar organisatie. De kantonrechter acht het daarom aannemelijk dat Smallsteps de tweede overeenkomst met [eiser] niet zou hebben gesloten als degene die namens Smallsteps de overeenkomst heeft aangeboden op de hoogte was geweest van de gebeurtenissen bij locatie Beer Balou. [eiser] heeft ter zitting verklaard dat het hem bekend was dat Smallsteps hem geen kinderopvang meer wilde bieden, ook niet op andere locaties dan Beer Balou. Niettemin heeft hij zich opnieuw aangemeld bij Smallsteps. Ditmaal via de afdeling planning in Hengelo en voor een andere locatie (Cosykids). Bij de aanmelding en tijdens het intakegesprek met de medewerkers van locatie Cosykids heeft [eiser] niets gezegd over de gebeurtenissen bij locatie Beer Balou. Ook heeft [eiser] niet gemeld dat hem door Smallsteps was meegedeeld dat hij niet meer in aanmerking zou komen voor kinderopvang bij Smallsteps.
5.7
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter had het op de weg van [eiser] gelegen om hierover aan de medewerkers van de afdeling planning dan wel locatie Cosykids inlichtingen te verstrekken. [eiser] heeft in dit verband ter zitting verklaard dat hij niet wist dat locatie Cosykids onderdeel is van Smallsteps maar de kantonrechter acht dit niet aannemelijk. De e-mail van 13 september 2019 van Smallsteps waarin de aanmelding aan [eiser] wordt bevestigd is afkomstig van ‘klantenservice@smallsteps.nl’. Het onderwerp van de e-mail luidt “Overeenkomst Smallsteps (…)” en in het bericht staat verder dat [eiser] zich heeft aangemeld bij Smallsteps. Ook in de bijgevoegde documenten waaronder de overeenkomst en de daarna ontvangen e-mailberichten staan de naam en het logo van Smallsteps duidelijk afgebeeld, zodat dit [eiser] niet kan zijn ontgaan. Het betoog van [eiser] dat Smallsteps geen beroep kan doen op dwaling omdat zij intern had kunnen nagaan of er voor aanmelding van [eiser] dochter belemmeringen waren, en dat Smallsteps dus haar onderzoeksplicht heeft verzaakt, wordt verworpen. De gebeurtenissen bij Beer Balou gekoppeld aan de mededeling van Smallsteps dat [eiser] bij geen enkele locatie van Smallsteps meer welkom is zijn vergaand. [eiser] heeft gezwegen waar hij had moeten spreken. Gelet hierop kan niet worden geoordeeld dat de onderzoeksplicht van Smallsteps zover gaat dat aan de mededelingsplicht van [eiser] voorbij zou moeten worden gegaan. De enkele omstandigheid dat Smallsteps een grote en professionele organisatie is maakt dit niet anders.
5.8
De kantonrechter acht het op grond van het voorgaande aannemelijk dat een beroep op vernietiging van de overeenkomst vanwege dwaling in een bodemprocedure zal slagen.
5.9
De gevraagde voorlopige voorziening zal daarom worden geweigerd.
5.1
Omdat [eiser] in het ongelijk wordt gesteld zal hij worden veroordeeld in de proceskosten aan de kant van Smallsteps tot op heden begroot op € 480,00 aan salaris voor de gemachtigde van Smallsteps.

6.De beslissing

De kantonrechter,
rechtdoende in kort geding:
weigert de gevraagde voorziening;
veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak aan de kant van Smallsteps begroot op € 480,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Langeler en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
34650