4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij,
in de periode van 11 juli 2019 tot en met 12 juli 2019 te
Hoek van Holland, gemeente Rotterdam, althans in Nederland, en België,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
anderen, te weten 5, personen met de Chinese en Albanese nationaliteit,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten
België en Groot-Brittannië en genoemde personen daartoe gelegenheid
enmiddelen heeft verschaft en
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf
in Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten België
en Groot-Brittannië door
- bovengenoemde personen in een (afgesloten) kist in de laadruimte van een
voertuig (met kenteken [kentekennummer] ) (achter/tussen de lading autobanden) te
vervoeren door België en Nederland richting Hoek van Holland om
vervolgens de boot naar Groot-Brittanië te nemen, en
- een ticket aan te schaffen voor de ferry (Stena Line) van Hoek van Holland
naar Groot-Brittannië,
en (aldus) de doorreis en het transport en toegang door/naar en het
verblijf in Nederland en België en Groot-Brittannië gefaciliteerd,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf
wederrechtelijk was.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of misslagen verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.