Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 14 augustus 2019;
- de brief met bijlagen van de zijde van verzoekers van 20 augustus 2019.
- de schriftelijke reactie van de ambtenaar van 24 september 2019;
- de instemmingsverklaring van [naam belanghebbende] , ingekomen op 1 oktober 2019.
2.De vaststaande feiten
3.De beoordeling
Kamerstukken II2001/02, 28 457, 3) blijkt dat in de rechtspraak, met name in de aanloop naar de totstandkoming van de Wca, sprake was van een ontwikkeling in de richting van een ruimer erkenningsbeleid. De conflictrechtelijke toets, die voorheen naar ongeschreven recht gebruikelijk was, werd losgelaten en daarvoor in de plaats kwam een procedurele toets. Deze toets hield in dat de rechter een in het buitenland uitsproken adoptie kan erkennen als zij tot de overtuiging komt, dat de procedure tot adoptie in het buitenland met voldoende waarborgen omkleed is geweest. Omdat de adoptie van [naam belanghebbende] door verzoeker in Oostenrijk vlak voor de inwerkingtreding van de Wca in Oostenrijk is uitgesproken, te weten op 8 september 2003, zal de rechtbank de procedurele toets toepassen.