ECLI:NL:RBROT:2019:9147

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 november 2019
Publicatiedatum
22 november 2019
Zaaknummer
10/751052-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel in vereniging met winstbejag

Op 14 november 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte, geboren in Duitsland, werd ervan beschuldigd samen met zijn vader, die ook als medeverdachte fungeerde, twee Vietnamese personen te hebben geholpen bij hun illegale reis naar Groot-Brittannië. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 17 juni 2019 in Hoek van Holland betrokken was bij het faciliteren van de doorreis van deze personen, door hen een auto te laten huren en zijn paspoort ter beschikking te stellen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zes maanden, wat door de rechtbank werd opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte uit winstbejag handelde, aangezien hij de huur van de auto door de vreemdelingen zou laten betalen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van mensensmokkel en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank heeft ook de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/751052-19
Datum uitspraak: 14 november 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] (Bondsrepubliek Duitsland) op [geboortedatum verdachte] ,
wonende te [adres verdachte] , [woonplaats verdachte] , Bondsrepubliek Duitsland,
raadsvrouw mr. M.F.A. van Pelt, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 31 oktober 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis van de officier van justitie

De officier van justitie mr. M.L.B. Wille heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van het voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
Standpunt van de verdediging
Door de verdediging is aangevoerd dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het hem primair ten laste gelegde, omdat hij onvoldoende aan het feit heeft bijgedragen om van een nauwe en bewuste samenwerking te spreken. Hij was enkel aanwezig bij de huur van de auto en heeft zijn paspoort in de auto gelegd voor eventueel gebruik.
Beoordeling door de rechtbank
Op 17 juni 2019 kregen verbalisanten van de Koninklijke Marechaussee van een medewerker van de ticketoffice van de [naam rederij] de melding dat hij een persoon met een Oost-Europees uiterlijk (die later [naam medeverdachte] bleek te zijn, vader van de verdachte en tevens medeverdachte) en twee personen met een Aziatisch uiterlijk aan zijn balie had staan.
De medeverdachte overhandigde namens de andere twee personen geld voor de tickets en ook Duitse paspoorten die niet van de Aziatisch uitziende personen leken te zijn. De verbalisanten zijn op de melding afgegaan en constateerden dat de foto’s op de overhandigde paspoorten inderdaad niet overeenkwamen met het uiterlijk van de twee aanwezige personen, die de Vietnamese nationaliteit bleken te hebben. Eén van de overhandigde Duitse paspoorten stond op naam van de verdachte.
De verdachte heeft verklaard dat hij op 16 juni 2019 met zijn vader, medeverdachte [naam medeverdachte] , een auto heeft gehuurd en dat hij buiten het verhuurbedrijf door twee personen werd aangesproken die hem vroegen of hij iemand kende die hen tegen betaling naar Engeland wilde vervoeren. Ze hadden niet de juiste papieren en konden om die reden niet met de bus of het vliegtuig reizen. De verdachte sprak af de personen naar Engeland te laten vervoeren, als zij de huur van de auto zouden betalen en gaf zijn paspoort mee in het geval het nodig zou zijn deze te laten zien. Hij heeft tegen medeverdachte [naam medeverdachte] gezegd dat hij de twee mannen naar Engeland zou moeten vervoeren en [naam medeverdachte] is op 17 juni 2019 op weg gegaan vanuit Berlijn en in Hoek van Holland samen met de vreemdelingen aangehouden.
De rechtbank is gezien het voorgaande van oordeel dat de verdachte heeft samengewerkt met medeverdachte [naam medeverdachte] . Hij heeft het contact gelegd met de vreemdelingen, heeft de rit naar Hoek van Holland voor ze geregeld, heeft zijn paspoort meegegeven en stuurde zijn vader op pad om de mannen te vervoeren. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van mensensmokkel.
Gezien de verklaring van de verdachte dat de vreemdelingen de autohuur zouden betalen en de verdachte de auto voor een langere periode had gehuurd dan zijn vader voor het wegbrengen van de vreemdelingen nodig had, stelt de rechtbank vast dat hij uit winstbejag heeft gehandeld.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij,
op 17 juni 2019 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
en Duitsland,
tezamen en in vereniging met een ander,
anderen, te weten twee personen met de
Vietnamese nationaliteit,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot
en/of doorreis
door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te wetenGroot-Brittannië en genoemde personen daartoe gelegenheid,
middelen of inlichtingen heeft verschaft,
en
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf
in Nederland en genoemde personen daartoe gelegenheid
en
middelen heeft verschaft,
door
- in Duitsland een personenauto te latenhuren en
- bovengenoemde personen in die auto te laten vervoeren door Duitsland en
Nederland richting de veerboot in Hoek van Holland en
- tickets (voor voornoemde personen) aan te laten schaffen voor de veerboot
( [naam rederij] ) van Hoek van Holland naar Groot-Brittannië en
- zijn, verdachtes, paspoort ter beschikking te stellen aan één van bovengenoemde personen en dit paspoort te latenoverhandigen aan de balie van de [naam rederij] , als ware dat paspoort een paspoort van één van bovengenoemde personen,
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het
verblijf in Nederland en/of Groot-Brittannië
heeftgeorganiseerd
en gefaciliteerd,
terwijl hij, verdachte, wist en zijn mededader ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang en dat verblijf wederrechtelijk waren
.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of misslagen verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen feiten leveren op:
(primair)
de eendaadse samenloop van
mensensmokkel, in vereniging begaan door meerdere personen
en
een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland, en die ander daartoe gelegenheid en middelen verschaffen, terwijl hij weet dat dat verblijf wederrechtelijk is, in vereniging begaan door meerdere personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan de mensensmokkel van twee personen met de Vietnamese nationaliteit, door hen vanuit Duitsland naar Hoek van Holland te vervoeren om vervolgens door te reizen naar Groot-Britannië met behulp van een paspoort dat niet van deze personen was.
Bij mensensmokkel worden mensen die, om wat voor reden dan ook, hun land willen verlaten op illegale wijze naar een ander – veelal westers – land vervoerd. De smokkelaars maken daarbij misbruik van de afhankelijkheid van deze personen, door voor het transport uit winstbejag (veel) geld te vragen. De internationale georganiseerde smokkel van vreemdelingen is een fenomeen dat afbreuk doet aan de waardigheid van de mens omdat de mens daarbij slechts als handelswaar wordt gezien waarmee geld te verdienen valt. De verdachte heeft bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit en aldus aan genoemde onwenselijke activiteiten. Ook wordt hierdoor het beleid van de Nederlandse overheid om een gereguleerd asielbeleid te voeren – als onderdeel waarvan politieke vluchtelingen kunnen worden opgevangen – ondermijnd.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
13 september 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 55 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P. Putters, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en J. Bergen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.R. Moraal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
Primair
hij,
op of omstreeks 17 juni 2019 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
althans in Nederland, en/of Duitsland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander of anderen, te weten twee, althans één of meer, personen met de
Vietnamese nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten
Duitsland en/of Groot-Brittannië en/of genoemde personen daartoe gelegenheid,
middelen of inlichtingen heeft verschaft,
en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf
in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten
Duitsland en/of Groot-Brittannië en/of genoemde personen daartoe gelegenheid,
middelen of inlichtingen heeft verschaft,
door
- ( in Duitsland) een personenauto te (laten) huren en/of
- bovengenoemde personen in die auto te (laten) vervoeren door Duitsland en/of
Nederland richting de veerboot in Hoek van Holland en/of
- tickets (voor voornoemde personen) aan te (laten) schaffen voor de veerboot ( [naam rederij] ) van Hoek van Holland naar Groot-Brittannië en/of
- zijn, verdachtes, paspoort ter beschikking te stellen aan één van
bovengenoemde personen en/of dit paspoort te (laten)
overhandigen aan de balie van de [naam rederij] , als ware dat paspoort een
paspoort van één van bovengenoemde personen,
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het
verblijf in Duitsland en/of Nederland en/of Groot-Brittannië georganiseerd
en/of gefaciliteerd en/of gecoördineerd,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf
wederrechtelijk was;
Subsidiair
[naam medeverdachte] ,
op of omstreeks 17 juni 2019 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
althans in Nederland, en/of Duitsland,
een ander of anderen, te weten twee, althans één of meer, personen met de
Vietnamese nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten
Duitsland en/of Groot-Brittannië en/of genoemde personen daartoe gelegenheid,
middelen of inlichtingen heeft verschaft,
en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf
in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten
Duitsland en/of Groot-Brittannië en/of genoemde personen daartoe gelegenheid,
middelen of inlichtingen heeft verschaft,
door
- ( in Duitsland) een personenauto te (laten) huren en/of
- bovengenoemde personen in die auto te (laten) vervoeren door Duitsland en/of
Nederland richting de veerboot in Hoek van Holland en/of
- tickets (voor voornoemde personen) aan te (laten) schaffen voor de veerboot
( [naam rederij] ) van Hoek van Holland naar Groot-Brittannië,
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het
verblijf in Duitsland en/of Nederland en/of Groot-Brittannië georganiseerd
en/of gefaciliteerd en/of gecoördineerd,
terwijl hij, verdachte, wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die
toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk was,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks
17 juni 2019 te Berlijn (Duitsland), althans een of meer plaatsen in
Duitsland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- een personenauto te huren en/of
- zijn, verdachtes, paspoort ter beschikking te stellen aan één van bovengenoemde personen.