Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis van de officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en het onder 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van het voorarrest;
- oplegging van de maatregel van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contactverbod met het slachtoffer, haar ouders en haar broer gedurende vijf jaar met maximaal twee weken hechtenis per overtreding en totaal maximaal zes maanden hechtenis. De officier van justitie heeft gevorderd deze maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van de verdachte
7.Motivering van de straf
13 september 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor enig strafbaar feit.
8.Vordering van de benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
30 (dertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
26 (zesentwintig) urente verrichten taakstraf resteert;
13 dagen;