Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 juni 2019, met producties;
- de conclusie houdende incidentele vordering tot zekerheidsstelling voor proceskosten ex artikel 224 Rv, alsmede exceptie van (relatieve) onbevoegdheid;
- de conclusie van antwoord in het incident, met één productie;
- de akte uitlaten productie tevens houdende reactie voorgestelde wijze zekerheidsstelling namens [naam gedaagde] .
2.De vordering in de hoofdzaak
3.Het geschil in het incident tot onbevoegdverklaring
4.De beoordeling in het incident tot onbevoegdverklaring
internationaalbevoegd, zoals overigens ook niet in geschil is tussen partijen.
“Handlungsort”), als de plaats waar de schade is ingetreden (
“Erfolgsort”) omvat.
hieropdus niet worden gebaseerd.
“Erfolgsort”overweegt de rechtbank als volgt. Het e-mailbericht van 7 november 2017 is vanuit Amsterdam verzonden aan elf personen. Tussen partijen staat vast dat enkele van deze elf personen in Rotterdam woonachtig of werkzaam zijn. [verweerder] stelt reputatieschade te hebben geleden, waaronder in het rechtsgebied Rotterdam vanwege het verzenden van het e-mailbericht van 7 november 2017 aan de personen die binnen het rechtsgebied van de rechtbank Rotterdam woonachtig of werkzaam zijn.
(“Erfolgsort”), de in die plaats door onrechtmatige publicatie geleden schade kan worden gevorderd. De rechter in die plaats is dus enkel bevoegd om over de aldaar geleden schade te oordelen. De rechtbank is van oordeel dat toepassing van dit aanknopingspunt in de onderhavige zaak ertoe leidt dat zij uitsluitend bevoegd is om van de zaak kennis te nemen voor zover de schade zich heeft voorgedaan binnen het rechtsgebied van de rechtbank Rotterdam.
‘Handlungsort’) bevoegd is om van de vorderingen van [verweerder] kennis te nemen, verwijst de rechtbank de zaak ten aanzien van de vorderingen die zien op schade die buiten het rechtsgebied van deze rechtbank is geleden, naar de rechtbank Amsterdam.
8 januari 2020te verwijzen voor het nemen van een akte door [verweerder] , waarin [verweerder] zich erover uitlaat of hij in vervolg op de verwijzing – zoals bedoeld onder 4.6 – [eiser] heeft opgeroepen voor de rechtbank Amsterdam, én omtrent de wenselijkheid van (ambtshalve) verwijzing vanuit de rechtbank Rotterdam naar de rechtbank Amsterdam ten aanzien van de vorderingen waarvan de rechtbank Rotterdam zich wél bevoegd acht. [eiser] wordt geacht zich al over voormelde wenselijkheid te hebben uitgelaten, nu [eiser] immers de incidentele vordering heeft ingesteld. [eiser] zal dan ook niet in de gelegenheid worden gesteld een antwoordakte te nemen.
5.Het geschil in het incident tot zekerheidstelling van de proceskosten
6.De beoordeling in het incident tot zekerheidstelling van de proceskosten
7.De beslissing
Erfolgsort’in de zin van artikel 102 Rv is gelegen binnen het rechtsgebied van deze rechtbank,
27 november 2019een bankgarantie af te geven door een Nederlandse bank zoals weergegeven onder 6.4,
4 december 2019voor akte uitlating door [naam gedaagde] over de vraag of zekerheid is gesteld,
‘Erfolgsort’in de zin van artikel 102 Rv is gelegen buiten het rechtsgebied van deze rechtbank, in de stand waarin zij zich bevindt naar de rechtbank Amsterdam, sector handelszaken,
8 januari 2020voor akte aan de zijde van [naam eiser] , waarin hij zich uitlaat of hij [naam gedaagde] heeft opgeroepen voor de rechtbank Amsterdam, én of (ambtshalve) verwijzing wenselijk is vanuit de rechtbank Rotterdam naar de rechtbank Amsterdam ten aanzien van de vorderingen waarvan de rechtbank Rotterdam zich wél bevoegd acht,