Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 juli 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende de incident van onbevoegdheid, met één productie;
- de conclusie van antwoord in het incident, met producties.
2.Het gevorderde in de hoofdzaak
aangegeven in de dagvaarding.
2.2. Op de stellingen van ECS zal hierna bij de beoordeling, voor zover zij daarvoor relevant zijn, nader worden ingegaan.
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
a) ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst, voor het gerecht van de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd;
NJ1977, 169 (
Tessili/Dunlop) heeft het Hof van Justitie uitgemaakt dat het recht dat toepasselijk is op de overeenkomst waaruit deze verbintenis voortvloeit die aan de eis ten grondslag ligt – in het onderhavige geval derhalve genoemde verbintenissen tot teruggave van de gehuurde zaken en tot betaling van de huursommen – beslissend is voor de plaats waar deze verbintenis moet worden uitgevoerd, indien, zoals in de onderhavige zaak, partijen deze plaats niet zelf hebben geregeld. Dit HvJ EG-arrest is blijven gelden na de inwerkingtreding van Brussel Ibis-Vo. Het toepasselijk recht op de overeenkomst die partijen zouden hebben gesloten volgt uit de zgn. Rome I-Verordening (Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst) (hierna: Rome I-Vo). Bij gebreke van een rechtskeuze in het geval van de niet-toepasselijkheid van de in de algemene voorwaarden van ECS neergelegde rechtskeuze voor Nederlands recht is ingevolge artikel 4 lid 2 Rome I-Vo van toepassing het recht waar de partij die de kenmerkende prestatie van de overeenkomst moet verrichten haar gewone verblijfplaats heeft. Als verhuurder van roerende zaken als de onderhavige heeft ECS te gelden als de kenmerkende prestant in de zin van deze bepaling.
De huurder is verplicht het gehuurde bij het einde van de huur weer ter beschikking van de verhuurder te stellen.
5.De beslissing
rolzittingvan de sector kanton van deze rechtbank van
donderdag 21 februari 2019om
14.3uur.