ECLI:NL:RBROT:2019:8951

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 november 2019
Publicatiedatum
18 november 2019
Zaaknummer
10/997513-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van feitelijke leidinggeven aan onjuiste aangiften omzetbelasting en illegale handel in rundersperma

Op 18 november 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere strafbare feiten, waaronder het feitelijk leidinggeven aan het opzettelijk doen van onjuiste aangiften omzetbelasting door aan hem gelieerde ondernemingen, het opmaken van valse facturen, en het illegaal winnen en verhandelen van rundersperma. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze feiten, die zich over een periode van meerdere jaren hebben afgespeeld. De verdachte werd ook beschuldigd van witwassen van een aanzienlijk geldbedrag en rietjes met rundersperma. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet alleen verantwoordelijk was voor de onjuiste aangiften, maar ook voor de illegale activiteiten met rundersperma, wat een ernstige schending van de wet en de volksgezondheid met zich meebracht. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijftien maanden, ontzetting van het recht om als bestuurder van een rechtspersoon en als stierfokker op te treden voor een periode van zes jaar, en heeft bepaald dat de uitspraak openbaar gemaakt moet worden in een vakblad. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat er sprake was van overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak, wat heeft geleid tot een vermindering van de straf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/997513-15
Datum uitspraak: 18 november 2019
Tegenspraak (279 Sv)
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [woonplaats verdachte] , [adres verdachte] ,
gemachtigd raadsman mr. E.J.M.J. Damen, advocaat te Arnhem.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2019. Het onderzoek is gesloten op de terechtzitting van 18 november 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R-J. Boswijk heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 5 primair ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 primair, 4 primair, 5 subsidiair en 6 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte, rekening houdend met overschrijding van de redelijke termijn, tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden met aftrek van voorarrest;
  • ontzetting van de verdachte van het recht om het beroep van bestuurder van een rechtspersoon uit te oefenen voor de duur van zes jaren;
  • ontzetting van de verdachte van het recht om het beroep van agrariër/veehouder/stierfokker uit te oefenen voor de duur van zes jaren;
  • de publicatie, ten laste van de verdachte, van het vonnis betreffende de feiten 4 en 5 in het vakblad Boerderij Vandaag;
  • verbeurdverklaring van de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder 1, 2 en 3 vermelde documenten.

4.Waardering van het bewijs

Standpunt van de verdediging

Het onder 1 en 2 ten laste gelegde
De aangiften omzetbelasting over het eerste kwartaal van 2013 zijn niet onjuist. De omstandigheden die in het dossier zijn genoemd, waaruit zou moeten blijken dat de ten laste gelegde facturen onjuist zijn, kunnen daartoe niet dienen. Gelet op de verklaring van de medeverdachte [naam medeverdachte] hebben er wel degelijk leveringen plaatsgevonden en diende door [naam medeverdachte] btw betaald te worden. Voorts betekent het enkele feit dat er gegevens met betrekking tot het briefpapier van [naam bedrijf 1] op de computer van de verdachte zijn aangetroffen, nog niet dat hij de facturen ook heeft opgemaakt. Vrijspraak dient te volgen.
Het onder 3 ten laste gelegde
Zowel het onder 3 primair als het onder 3 subsidiair ten laste gelegde kan niet worden bewezen. Uit het dossier blijkt niet dat de verdachte het in de tenlastelegging genoemde ledenregister valselijk heeft opgemaakt en evenmin dat hij dit ledenregister heeft gebruikt om een lening aan te vragen. Vrijspraak van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde dient te volgen.
Het onder 6 ten laste gelegde
Gelet op het standpunt ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde heeft de verdachte niet kunnen weten dat het geldbedrag zoals onder 6 ten laste gelegd van misdrijf afkomstig was. Vrijspraak van het onder 6 onder a ten laste gelegde dient daarom te volgen.
Ook van het onder 6 onder b ten laste gelegde dient de verdachte vrijgesproken te worden. Dit onderdeel van de tenlastelegging is te herleiden tot het onder 4 ten laste gelegde. Zoals hierna onder ‘strafbaarheid feiten’ zal worden besproken, is de verdachte van mening dat ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde sprake is van het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid en daarom zijn de onder 6 onder b bedoelde rietjes met rundersperma niet aan te merken als uit misdrijf afkomstige voorwerpen.
Oordeel van de rechtbank
Het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde
De verweren ten aanzien van deze feiten vinden hun weerlegging in de bewijsmiddelen die in de bij dit vonnis behorende bijlage II zijn opgenomen en behoeven daarom geen nadere bespreking.
Het onder 5 primair ten laste gelegde
Gelet op de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan, zoals door de officier van justitie ook is gerekwireerd, niet bewezen worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het feitelijke leidinggeven aan de verweten opzettelijke overtreding. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Het onder 6 ten laste gelegde
Uit de bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde respectievelijk van het onder 4 en 5 ten laste gelegde volgt de bewezenverklaring van het onder 6 onder a respectievelijk onder b ten laste gelegde. Ook het verweer ten aanzien van feit 6 behoeft daarom geen nadere bespreking.
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 primair, 4 primair, 5 subsidiair en 6 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
[naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 4]
en/of [naam bedrijf 5] en/of [naam bedrijf 6] en/of
[naam bedrijf 7] en/of [naam bedrijf 8] in de periode 10 april 2013 tot en met 22 februari 2014 te Gouderak
(gemeente Ouderkerk, thans gemeente Krimpenerwaard) en/of Den Haag en/of
Apeldoorn, tezamen en in vereniging met
elkaar enalleen, meermalen,
telkens opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als
bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een digitale
aangifte voor de omzetbelasting
- over het eerste kwartaal van 2013, ten name van:
[naam bedrijf 2] en [naam bedrijf 3] en
[naam bedrijf 4] en [naam bedrijf 5] en
- over het vierde kwartaal van 2013, ten name van (de fiscale eenheid)
[naam bedrijf 6] en/of [naam bedrijf 7] en/of [naam bedrijf 8]
onjuist heeft/hebben gedaan,
immers heeft/hebben [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 3]
en/of [naam bedrijf 4] en/of [naam bedrijf 5] en/of
[naam bedrijf 6] en/of [naam bedrijf 7] en/of [naam bedrijf 8] , telkens opzettelijk op het bij de Inspecteur der Belastingen of de
Belastingdienst ingeleverde aangiftebiljet omzetbelasting over het
eerste kwartaal van 2013 en het vierde kwartaal van 2013 telkens een te
hoog bedrag aan terug te vragen belasting opgegeven, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig
belasting werd geheven,
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, telkens
feitelijk
eleiding heeft gegeven;
2.
Hij in de periode 1 januari 2013 tot
en met 22 februari 2014 te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente
Krimpenerwaard) en/of Wapenveld (gemeente Heerde),
1. facturen betreffende de levering van sperma van stieren " [naam stier 1] "
en " [naam stier 2] ", te weten:
- een factuur ten name van [naam bedrijf 1] aan [naam bedrijf 5] d.d. 31
januari 2013 en
- een factuur ten name van [naam bedrijf 1] aan [naam bedrijf 4]
d.d. 22 februari 2013 en
- een factuur ten name van [naam bedrijf 1] aan [naam bedrijf 3]
d.d. 17 maart 2013 en
- een factuur ten name van [naam bedrijf 1] aan [naam bedrijf 2]
d.d. 31 januari 2013
en
2. een factuur betreffende de levering van drachten, te weten een factuur ten
name van [naam bedrijf 2] aan [naam bedrijf 6] d.d. 17 december
2013
en
3. ongedateerde brieven ten name van [naam bedrijf 1] ,
zijnde telkens een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen,
telkens valselijk heeft opgemaakt , immers heeft hij,
verdachte, telkens in
strijd met de waarheid
- op de facturen ten name van [naam bedrijf 1] vermeld dat door [naam bedrijf 1] van stier " [naam stier 1] "
en " [naam stier 2] " (ieder) 12.500 dosis sperma a 20 euro per dosis is geleverd aan
[naam bedrijf 2] en [naam bedrijf 5] en [naam bedrijf 4]
en [naam bedrijf 3] voor een totaalbedrag per factuur van 530.000
euro inclusief BTW
- op de factuur ten name van [naam bedrijf 2] vermeld
dat door [naam bedrijf 2]
drachten en een embryo zijn geleverd aan [naam bedrijf 6] voor een
totaalbedrag van 2.473.340 euro inclusief BTW
- in de genoemde ongedateerde brieven vermeld dat op 17 maart 2013 leveringen van sperma
door [naam bedrijf 1] hebben plaatsgevonden aan [naam bedrijf 4]
en [naam bedrijf 2] en [naam bedrijf 3] en
[naam bedrijf 5] ,
terwijl in werkelijkheid deze leveringen niet hebben plaatsgevonden,
zulks met het oogmerk om deze geschriften telkens als echt en
onvervalst te gebruiken ;
3 primair.
[naam bedrijf 9] in de periode 4 maart
2014 tot en met 22 september 2014 te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans
gemeente Krimpenerwaard) en/of Wapenveld (gemeente Heerde), tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk een geschrift, te weten een ledenregister van [naam bedrijf 9]
, dat bestemd is om tot
bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt ,
immers hebben [naam bedrijf 9] en haarmededader op dat ledenregister
personen vermeld die in
werkelijkheid geen lid waren van [naam bedrijf 9] ,
zulks met het oogmerk om dit geschrift als echt en onvervalst te gebruikt,
aan welke verboden gedraging
hij, verdachte feitelijk
eleiding
heeft gegeven;
en
[naam bedrijf 9] op 22 september 2014
te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente Krimpenerwaard) en/of
Wapenveld (gemeente Heerde), , tezamen en in
vereniging met een ander opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een
(digitaal) ledenregister van [naam bedrijf 9] , zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs
van enig feit te dienen - als ware het echt en onvervalst,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat personen op
genoemd ledenregister in werkelijkheid geen lid waren van [naam bedrijf 9]
,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat [naam bedrijf 9] ,
en haar mededader, het genoemde ledenregister hebben verstrekt
aan [naam bedrijf 10] , teneinde een lening te
verkrijgen, terwijl [naam bedrijf 9] en haar
mededader wisten dat dit
ledenregister bestemd was tot gebruik als ware dit geschrift echt en
onvervalst,
aan welke verboden gedraging
hij, verdachte, feitelijk
eleiding
heeft gegeven;
4 primair.
[naam bedrijf 4] / [naam bedrijf 11] en/of [naam bedrijf 6]
en/of [naam bedrijf 12] / [naam bedrijf 13] en/of [naam bedrijf 14]
/ [naam bedrijf 8] en/of [naam bedrijf 7]
in de periode van 29 maart 2012
tot en met 28 mei 2015 te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente
Krimpenerwaard), tezamen en in vereniging met
een ander meermaals,
opzettelijk,
rundersperma van de stieren [naam stier 3] en [naam stier 2]
en [naam stier 4] en [naam stier 5] en [naam stier 6] en [naam stier 7] hebben gewonnen, terwijl niet was voldaan
aan het bepaalde krachtens de artikelen 9 en 10 van het Besluit
eisen dierlijk sperma en spermawincentra, immers, geschiedde de winning van
dat rundersperma op een bedrijf aan [adres] , niet
zijnde een door de Minister van Economische Zaken erkend
runderspermawincentrum,
aan welke verboden gedragingen hij, verdachte,
feitelijk
eleiding heeft gegeven;
5 subsidiair.
Hij in de periode van 29 maart
2012 tot en met 28 mei 2015 te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente
Krimpenerwaard) en/of Wapenveld (gemeente Heerde) en/of Leeuwarden en/of
Oirschot en/of Heeten (gemeente Raalte) en/of Hasselt (gemeente
Zwartewaterland) en/of Ruinerwold (gemeente de Wolden) en/of Koudekerk aan
den Rijn (gemeente Alphen aan den Rijn) en/of Liempde (gemeente Boxtel),
althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander , meermalen, opzettelijk,
rundersperma van de stieren [naam stier 3] en [naam stier 2]
en [naam stier 4] en [naam stier 5] en [naam stier 6] en [naam stier 7] heeft vervoerd en verhandeld, terwijl niet was voldaan
aan het bepaalde bij of krachtens de) artikel(en) 12 en 13 van het
Besluit eisen dierlijk sperma en spermawincentra, immers, was dat
rundersperma gewonnen en opgeslagen op een bedrijf gelegen
aan [adres] , niet zijnde een door de Minister van
Economische Zaken erkend runderspermawincentrum.
6.
Hij in de periode van 29 maart
2012 tot en met 28 mei 2015 te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente
Krimpenerwaard) en/of Wapenveld (gemeente Heerde) en/of Leeuwarden en/of
Oirschot en/of Heeten (gemeente Raalte) en/of Hasselt (gemeente
Zwartewaterland) en/of Ruinerwold (gemeente de Wolden) en/of Koudekerk aan
den Rijn (gemeente Alphen aan den Rijn) en/of Liempde (gemeente Boxtel),
althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander
a. a) van
eenvoorwerp, te weten
een
geldbedrag ter hoogte van in totaal 73.875 euro, de werkelijke aard heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft
verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op genoemd geldbedragwasen/
eengeldbedrag ter hoogte van in totaal 73.875
euro, heeft verworven en voorhanden heeft
gehad en heeft overgedragen ,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader wisten dat bovenomschreven geldbedrag -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf,
en
b) telkens voorwerpen, te weten rietjes met rundersperma
van de stieren [naam stier 3] en [naam stier 2] en [naam stier 4]
en [naam stier 5] en [naam stier 6] en [naam stier 7] en
[naam stier 1] , voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen
,
terwijl hij en zijn mededader wisten dat voornoemde voorwerpen - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

Het onder 4 en 5 ten laste gelegde

Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft een beroep gedaan op het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid.
Oordeel van de rechtbank
Omdat de verdediging aan de stelling dat er sprake is van het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid geen conclusie heeft verbonden, behoeft dit verweer geen verdere bespreking.
De bewezen feiten leveren op:
1.
opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl de verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd
en
medeplegen van opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl de verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
2.
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
3 primair.

medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl de verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging

en
medeplegen van het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon, terwijl de verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
4 primair.

medeplegen van opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 6 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;

5 subsidiair.

medeplegen van opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 6 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd;

6.
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en bijkomende straffen

De straf en bijkomende straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verschillende misdrijven, te weten het feitelijke leidinggeven aan het opzettelijk doen van onjuiste aangiften omzetbelasting door aan hem gelieerde ondernemingen, het opmaken van valse facturen en brieven ter onderbouwing van die onjuiste aangiften omzetbelasting, het feitelijke leidinggeven aan het opzettelijk opmaken en gebruiken van een valse ledenlijst door een aan hem gelieerde coöperatie ten behoeve van het verkrijgen van een geldlening, het feitelijke leidinggeven aan het op grote schaal en gedurende ruim drie jaar illegaal winnen van rundersperma door aan de verdachte gelieerde ondernemingen, het illegale vervoer van en de illegale handel in rundersperma en tenslotte het witwassen van zowel een aanzienlijk geldbedrag als vele rietjes met rundersperma.
Wat betreft het opzettelijk doen van onjuiste aangiften omzetbelasting en de valsheid in geschrift heeft de verdachte het vertrouwen geschaad dat burgers, bedrijven en overheid in het maatschappelijk en economisch verkeer moeten kunnen stellen in de juistheid van documenten en wettelijk voorgeschreven aangiften. Immers, bij de heffing van (onder meer) omzetbelasting zijn gewichtige gemeenschappelijke belangen betrokken. Door middel van belastingheffing wordt beoogd de Staat de geldmiddelen te verschaffen die voor zijn instandhouding en voor de vervulling van zijn taak nodig zijn. Daarnaast kan belastingontduiking in sfeer van het bedrijfsleven tot oneerlijke concurrentie leiden en meer in het algemeen tot verdere verzwaring van de belastingdruk.
Wat betreft het illegaal winnen en vervoeren van en de handel in rundersperma heeft de verdachte het wettelijk waarborgsysteem, opgezet om de gezondheid van dier en mens veilig te stellen, omzeild. Als de risico’s verbonden aan het handelen van de verdachte zich verwezenlijken, hetgeen nog steeds mogelijk is, kunnen de gevolgen desastreus zijn voor de volksgezondheid en voor de gehele veehouderij. Met zijn handelen heeft de verdachte het voortbestaan van een gehele bedrijfstak op het spel gezet. De verdachte heeft geen enkel blijk van inzicht in zijn handelen getoond.
Met het witwassen van het geld en de rietjes met rundersperma heeft de verdachte de onderliggende criminaliteit gefaciliteerd. Witwassen vormt een aantasting van de legale economie en is, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, een bedreiging voor de samenleving.
De verdachte heeft zich bij dit alles kennelijk uitsluitend laten leiden door zijn behoefte aan persoonlijk, financieel gewin.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 26 juni 2019, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor onder meer strafbare feiten die samenhangen met zijn bedrijfsuitoefening.
Gezien de ernst van de feiten en het overig hiervoor overwogene kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De rechtbank stelt vast dat er in de onderhavige zaak sprake is van overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM. Als uitgangspunt heeft te gelden dat de behandeling van de zaak ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen. De verdachte is op 7 juli 2015 aangehouden en in verzekering gesteld teneinde te worden verhoord door opsporingsambtenaren van de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ter zake van het thans bewezenverklaarde. De verdachte heeft vanaf dat moment kunnen vrezen dat hij door het openbaar ministerie in een strafprocedure zou worden betrokken. Sindsdien is een periode van ruim vier jaar verstreken, waarbij zich geen relevante bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan die dit lange tijdsverloop kunnen rechtvaardigen. Deze vertraging valt, gelet op het verloop van de procedure, de verdachte niet toe te rekenen. Derhalve geldt een overschrijding van de redelijke termijn met ruim twee jaar.
In beginsel zou de rechtbank voor de thans bewezenverklaarde feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden passend hebben gevonden. Vanwege het overschrijden van de redelijke termijn zal aan de verdachte echter een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur worden opgelegd.
Daarnaast vindt de rechtbank het aangewezen om de verdachte, mede gelet op diens strafblad, te ontzetten uit het recht de beroepen van bestuurder van een rechtspersoon en stierfokker uit te oefenen voor na te noemen duur, teneinde te voorkomen dat de verdachte in die rollen nogmaals het voor zowel een gezond economisch klimaat als de volksgezondheid noodzakelijk vertrouwen beschaamt.
Het door de officier van justitie geëiste verbod op uitoefening van het beroep van agrariër/veehouder wordt afgewezen, nu het opleggen een dergelijk verbod, gelet op de persoon van de verdachte en de thans bewezen verklaarde feiten, verdachte onevenredig in zijn belangen zou treffen.
De rechtbank zal tevens als bijkomende straf de openbaarmaking van deze uitspraak gelasten, voor zover het betreft de onder 4 primair en 5 subsidiair thans bewezenverklaarde feiten, in het vakblad Boerderij Vandaag. De rechtbank gaat hiertoe over nu, gelet op de aard en de ernst van deze strafbare feiten, het van belang is dat de maatschappij – in het bijzonder de veehouderij – gewaarschuwd wordt voor het handelen van de verdachte. Daarnaast kan deze bijkomende straf een zekere genoegdoening verschaffen aan de gedupeerde ondernemers en concurrenten binnen de branche.
De kosten van publicatie, die de rechtbank schat op € 3.000,-, komen daarbij voor rekening van de verdachte.

8.In beslag genomen voorwerpen

De vier op de lijst van inbeslaggenomen voorwerp onder 1 genoemde documenten zullen verbeurd worden verklaard. Het onder 3 primair bewezen feit is met behulp van deze documenten begaan.
Wat betreft de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder 2 en 3 genoemde documenten geldt dat, voor zover dit documenten van de Belastingdienst betreft, een last tot teruggave van die documenten aan de geadresseerde zal worden gegeven. De overige onder 2 en 3 genoemde documenten zullen verbeurd worden verklaard. De onder 1, 2, 4 primair en/of 5 bewezen feiten zijn met behulp van deze documenten begaan.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Behalve op de hiervoor genoemde artikelen, is gelet op de artikelen 24b, 24c, 28, 31, 33, 33a, 36, 51, 56, 57, 225, 235 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, artikel 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 1, 2, 6 en 7 van de Wet op de economische delicten, artikel 6 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de artikelen 8 en 11 van het Besluit eisen dierlijk sperma en spermawincentra.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 5 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 primair, 4 primair, 5 subsidiair en 6 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
verklaart verbeurd, als bijkomende straf voor feit 3 primair, de onder 1 genoemde documenten;
verklaart verbeurd, als bijkomende straf voor de feiten 1, 2, 4 primair en/of 5, de onder 2 en 3 genoemde documenten, voor zover dit geen documenten van de Belastingdienst zijn;
gelast de teruggave aan de geadresseerde(n)van de onder 2 en 3 genoemde documenten, voor zover het documenten van de Belastingdienst betreft;
legt voorts als bijkomende straffen op aan de verdachte :
ontzetting van het recht tot uitoefening van het beroep van bestuurder van een rechtspersoon voor de duur van 6 (zes) jaren;
ontzetting van het recht tot uitoefening van het beroep van stierfokker, voor de duur van 6 (zes) jaren;
openbaarmaking van deze uitspraak, voor zover deze ziet op de feiten 4 primair en 5 subsidiair,van welke openbaarmaking de kosten worden geschat op € 3.000,-, te betalen door de verdachte, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 40 (veertig) dagen hechtenis;
bepaalt dat de openbaarmaking zal geschieden door middel van publicatie
in het vakblad Boerderij Vandaag.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. C.E. Bos en L. Daum, rechters,
in tegenwoordigheid van R. Meulendijk, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 november 2019.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
[naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 4]
en/of [naam bedrijf 5] en/of [naam bedrijf 6] en/of
[naam bedrijf 7] en/of [naam bedrijf 8] op een of meer tijdstippen in of
omstreeks de periode 10 april 2013 tot en met 22 februari 2014 te Gouderak
(gemeente Ouderkerk, thans gemeente Krimpenerwaard) en/of Den Haag en/of
Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als
bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) (digitale)
aangifte(n) voor de omzetbelasting
- over het eerste kwartaal van 2013, ten name van:
[naam bedrijf 2] (DOC-01822) en/of
[naam bedrijf 3] (DOC-01818) en/of
[naam bedrijf 4] (DOC-01814) en/of
[naam bedrijf 5] (DOC-01810), en/of
- over het vierde kwartaal van 2013, ten name van (de fiscale eenheid)
[naam bedrijf 6] en/of [naam bedrijf 7] en/of [naam bedrijf 8]
(DOC-01826),
onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan,
immers heeft/hebben [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 3]
en/of [naam bedrijf 4] en/of [naam bedrijf 5] en/of
[naam bedrijf 6] en/of [naam bedrijf 7] en/of [naam bedrijf 8] , en/of
haar mededader(s),
(telkens) opzettelijk op het bij de Inspecteur der Belastingen of de
Belastingdienst ingeleverde aangiftebiljet(ten) omzetbelasting over het
eerste kwartaal van 2013 en/of het vierde kwartaal van 2013 (telkens) een te
hoog bedrag aan terug te vragen belasting en/of (telkens) een te laag bedrag
aan te betalen belasting en/of (telkens) een onjuist bedrag aan belasting
opgegeven, terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig
belasting werd geheven,
tot het plegen van bovenomschreven feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft
gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte, (telkens)
feitelijk leiding heeft gegeven;
2.
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 januari 2013 tot
en met 22 februari 2014 te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente
Krimpenerwaard) en/of Wapenveld (gemeente Heerde), althans (elders) in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
1. een) factu(u)r(en) betreffende de levering van sperma van stieren " [naam stier 1] "
en " [naam stier 2] ", te weten:
- een factuur ten name van [naam bedrijf 1] aan [naam bedrijf 5] d.d. 31
januari 2013 (DOC-01299) en/of
- een factuur ten name van [naam bedrijf 1] aan [naam bedrijf 4]
d.d. 22 februari 2013 (DOC-01300) en/of
- een factuur ten name van [naam bedrijf 1] aan [naam bedrijf 3]
d.d. 17 maart 2013 (DOC-01301) en/of
- een factuur ten name van [naam bedrijf 1] aan [naam bedrijf 2]
d.d. 31 januari 2013 (DOC-01303)
en/of
2. een factuur betreffende de levering van drachten, te weten een factuur ten
name van [naam bedrijf 2] aan [naam bedrijf 6] d.d. 17 december
2013 (DOC-01304)
en/of
3. ( een) (ongedateerde) brie(f)(ven) ten name van [naam bedrijf 1]
(DOC-01789 en/of DOC-01791 en/of DOC-01792 en/of DOC-01793),
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen,
(telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk
heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers heeft/hebben hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s), althans hij, verdachte, (telkens) in
strijd met de waarheid (onder meer) -zakelijk weergegeven-
- op/in de factu(u)r(en) ten name van [naam bedrijf 1] (DOC-01299
en/of DOC-01300 en/of DOC-01301 en/of DOC-01303) vermeld en/of doen vermelden
en/of laten vermelden dat door [naam bedrijf 1] van stier " [naam stier 1] "
en/of " [naam stier 2] " (ieder) 12.500 dosis sperma a 20 euro per dosis is geleverd aan
[naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 5] en/of [naam bedrijf 4]
en/of [naam bedrijf 3] voor een totaalbedrag (per factuur) van 530.000
euro (inclusief BTW)
- op de factuur ten name van [naam bedrijf 2] (DOC-01304) vermeld
en/of doen vermelden en/of laten vermelden dat door [naam bedrijf 2]
drachten en een embryo zijn geleverd aan [naam bedrijf 6] voor een
totaalbedrag van 2.473.340 euro (inclusief BTW)
- op/in de genoemde (ongedateerde) brie(f)(ven) vermeld en/of doen vermelden
en/of laten vermelden dat op 17 maart 2013 (een) levering(en) (van sperma)
door [naam bedrijf 1] heeft/hebben plaatsgevonden aan [naam bedrijf 4]
en/of [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 3] en/of
[naam bedrijf 5] ,
(terwijl in werkelijkheid deze levering(en) niet heeft/hebben plaatsgevonden,
in elk geval geen levering(en) heeft/hebben plaatsgevonden zoals vermeld in de
factu(u)r(en) en/of brie(f)(ven)),
zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en
onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken
3.
[naam bedrijf 9] (V002) in of omstreeks de periode 4 maart
2014 tot en met 22 september 2014 te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans
gemeente Krimpenerwaard) en/of Wapenveld (gemeente Heerde), althans (elders)
in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, opzettelijk een geschrift, te weten een ledenregister van [naam bedrijf 9]
(DOC-02402 t/m DOC-02429), dat bestemd is om tot
bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst
en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben [naam bedrijf 9] en/of haar
mededader(s) op dat ledenregister (DOC-02402 t/m DOC-02429) één of meer
perso(o)n(en) vermeld en/of doen vermelden en/of laten vermelden die in
werkelijkheid geen lid was/waren van [naam bedrijf 9] ,
zulks met het oogmerk om dit geschrift als echt en onvervalst te gebruiken
en/of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk strafbare feit hij, verdachte, al dan niet tezamen met
[naam medeverdachte] , opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging
hij, verdachte, al dan niet tezamen met [naam medeverdachte] , feitelijk leiding
heeft gegeven;
en/of
[naam bedrijf 9] (V002) op of omstreeks 22 september 2014
te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente Krimpenerwaard) en/of
Wapenveld (gemeente Heerde), althans (elders) in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van en/of opzettelijk heeft afgeleverd een
(digitaal) ledenregister van [naam bedrijf 9] (DOC-02572
t/m DOC-02598), zijnde (telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs
van enig feit te dienen - als ware het echt en onvervalst,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat een of meer perso(o)n(en) op
genoemd ledenregister in werkelijkheid geen lid was/waren van [naam bedrijf 9]
,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat [naam bedrijf 9] ,
en/of haar mededader(s), het genoemde ledenregister heeft/hebben verstrekt of
doen toekomen aan [naam bedrijf 10] , teneinde een lening te
verkrijgen, terwijl [naam bedrijf 9] en/of haar
mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit
ledenregister bestemd was tot gebruik als ware dit geschrift echt en
onvervalst,
tot het plegen van welk strafbare feit hij, verdachte, al dan niet tezamen met
[naam medeverdachte] , opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging
hij, verdachte, al dan niet tezamen met [naam medeverdachte] , feitelijk leiding
heeft gegeven;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
Hij in of omstreeks de periode 4 maart 2014 tot en met 22 september 2014 te
Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente Krimpenerwaard) en/of Wapenveld
(gemeente Heerde), althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk een geschrift, te weten een ledenregister van [naam bedrijf 9]
(DOC-02402 t/m DOC-02429), dat bestemd is om tot bewijs van
enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of
valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben hij en/of haar mededader(s) op dat ledenregister één of
meer perso(o)n(en) vermeld en/of doen vermelden en/of laten vermelden die in
werkelijkheid geen lid was/waren van [naam bedrijf 9] ,
zulks met het oogmerk om dit geschrift als echt en onvervalst te gebruiken
en/of door anderen te doen gebruiken,
en/of
hij op of omstreeks 22 september 2014 te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans
gemeente Krimpenerwaard) en/of Wapenveld (gemeente Heerde), althans (elders)
in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van en/of opzettelijk heeft afgeleverd een
(digitaal) ledenregister van [naam bedrijf 9] (DOC-02572
t/m DOC-02598), zijnde (telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs
van enig feit te dienen, als ware het echt en onvervalst,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat een of meer perso(o)n(en) op
genoemd ledenregister in werkelijkheid geen lid was/waren van [naam bedrijf 9]
,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
het genoemde ledenregister heeft/hebben verstrekt of doen toekomen aan
[naam bedrijf 10] , teneinde een lening te verkrijgen,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit ledenregister bestemd was tot
gebruik als ware dit geschrift echt en onvervalst.
4.
[naam bedrijf 4] / [naam bedrijf 11] (V006) en/of [naam bedrijf 6]
(V007) en/of [naam bedrijf 12] / [naam bedrijf 13] (V010) en/of [naam bedrijf 14]
/ [naam bedrijf 8] (V011) en/of [naam bedrijf 7] (V012)
op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 maart 2012
tot en met 28 mei 2015 te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente
Krimpenerwaard), althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, meermaals, althans eenmaal, al dan niet
opzettelijk,
(telkens) rundersperma van de stier(en) [naam stier 3] en/of [naam stier 2]
en/of [naam stier 4] en/of [naam stier 5] en/of [naam stier 6] en/of
[naam stier 7] en/of [naam stier 1] heeft/hebben gewonnen,terwijl niet was voldaan
aan het bepaalde bij of krachtens (de) artikel(en) 9 en/of 10 van het Besluit
eisen dierlijk sperma en spermawincentra, immers, geschiedde de winning van
dat rundersperma op een bedrijf aan/nabij [adres] , niet
zijnde een door de Minister van Economische Zaken erkend
runderspermawincentrum,
tot het plegen van welk(e) strafbare feit(en) hij, verdachte, (telkens)
opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte,
feitelijk leiding heeft gegeven;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
Hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 maart
2012 tot en met 28 mei 2015, te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente
Krimpenerwaard), althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, al dan niet
opzettelijk,
(telkens) rundersperma van de stier(en) [naam stier 3] en/of Ponsstar [naam stier 2]
en/of [naam stier 4] en/of [naam stier 5] en/of [naam stier 6] en/of
[naam stier 7] en/of [naam stier 1] heeft gewonnen,
terwijl niet was voldaan aan het bepaalde bij of krachtens (de) artikel(en) 9
en/of 10 van het Besluit eisen dierlijk sperma en spermawincentra,
immers, geschiedde de winning van dat rundersperma op een bedrijf aan/nabij
[adres] , niet zijnde een door de Minister van Economische
Zaken erkend runderspermawincentrum.
5.
[naam bedrijf 3] (V004) en/of [naam bedrijf 2] / [naam bedrijf 15]
(V005) en/of [naam bedrijf 4] / [naam bedrijf 11] (V006)
en/of [naam bedrijf 12] / [naam bedrijf 13] (V010) en/of [naam bedrijf 14]
/ [naam bedrijf 8] (V011) en/of [naam bedrijf 7] (V012), op één of
meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 maart 2012 tot en
met 28 mei 2015, te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente
Krimpenerwaard) en/of Wapenveld (gemeente Heerde) en/of Leeuwarden en/of
Oirschot en/of Heeten (gemeente Raalte) en/of Hasselt (gemeente
Zwartewaterland) en/of Ruinerwold (gemeente de Wolden) en/of Koudekerk aan
den Rijn (gemeente Alphen aan den Rijn) en/of Liempde (gemeente Boxtel),
althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
al dan niet opzettelijk, meermalen, althans eenmaal
(telkens) rundersperma van de stier(en) [naam stier 3] en/of [naam stier 2]
en/of [naam stier 4] en/of [naam stier 5] en/of [naam stier 6] en/of
[naam stier 7] heeft/hebben vervoerd en/of verhandeld, terwijl niet was
voldaan aan het bepaalde bij of krachtens (de) artikel(en) 12 en/of 13 van
het Besluit eisen dierlijk sperma en spermawincentra, immers, was dat
rundersperma gewonnen en/of bewerkt en/of opgeslagen op een bedrijf gelegen
aan [adres] , niet zijnde een door de Minister van
Economische Zaken erkend runderspermawincentrum,
tot het plegen van welk(e) strafbare feit(en) hij, verdachte, (telkens)
opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte,
feitelijk leiding heeft gegeven;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
Hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 maart
2012 tot en met 28 mei 2015 te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente
Krimpenerwaard) en/of Wapenveld (gemeente Heerde) en/of Leeuwarden en/of
Oirschot en/of Heeten (gemeente Raalte) en/of Hasselt (gemeente
Zwartewaterland) en/of Ruinerwold (gemeente de Wolden) en/of Koudekerk aan
den Rijn (gemeente Alphen aan den Rijn) en/of Liempde (gemeente Boxtel),
althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, al dan niet opzettelijk,
(telkens) rundersperma van de stier(en) [naam stier 3] en/of [naam stier 2]
en/of [naam stier 4] en/of [naam stier 5] en/of [naam stier 6] en/of
[naam stier 7] heeft vervoerd en/of verhandeld, terwijl niet was voldaan
aan het bepaalde bij of krachtens (de) artikel(en) 12 en/of 13 van het
Besluit eisen dierlijk sperma en spermawincentra, immers, was dat
rundersperma gewonnen en/of bewerkt en/of opgeslagen op een bedrijf gelegen
aan [adres] , niet zijnde een door de Minister van
Economische Zaken erkend runderspermawincentrum.
6.
Hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 maart
2012 tot en met 28 mei 2015 te Gouderak (gemeente Ouderkerk, thans gemeente
Krimpenerwaard) en/of Wapenveld (gemeente Heerde) en/of Leeuwarden en/of
Oirschot en/of Heeten (gemeente Raalte) en/of Hasselt (gemeente
Zwartewaterland) en/of Ruinerwold (gemeente de Wolden) en/of Koudekerk aan
den Rijn (gemeente Alphen aan den Rijn) en/of Liempde (gemeente Boxtel),
althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meerdere
malen, althans eenmaal
a. a) (telkens) van één of meerdere voorwerp(en), te weten één of meerdere
geldbedrag(en) ter hoogte van (ongeveer)(in totaal) 73.875 euro, althans
50.000 euro, althans (telkens) van één of meerdere geldbedrag(en) (DOC-02894
en DOC-02895), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de
vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft
verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op genoemd(e) geldbedrag(en)
was/waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie genoemd(e)
geldbedrag(en)voorhanden heeft/hebben gehad,
en/of
één of meerdere geldbedrag(en) ter hoogte van (ongeveer)(in totaal) 73.875
euro, althans 50.000 euro, althans (telkens) één of meerdere
geldbedrag(en) (DOC-02894 en DOC-02895) heeft verworven en/of voorhanden heeft
gehad en/of heeft overgedragen en/of van dat/die geldbedrag(en) gebruik heeft
gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs moest (en) vermoeden dat bovenomschreven geldbedrag(en) -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
en/of
b) (telkens) één of meerdere voorwerp(en), te weten rietjes met rundersperma
van de stier(en) [naam stier 3] en/of [naam stier 2] en/of [naam stier 4]
en/of [naam stier 5] en/of [naam stier 6] en/of [naam stier 7] en/of
[naam stier 1] , heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen
en/of van dat/die geldbedrag(en) en/of rietjes gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs kon(den)
vermoeden, dat voornoemde voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven.