Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 150 uur, met aftrek van voorarrest, alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met een proeftijd van twee jaren.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1.de eendaadse samenloop van
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B en C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit wordt gepleegd met betrekking tot een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, meermalen gepleegd
2.diefstal, meermalen gepleegd
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
150 (honderdvijftig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
146 (honderdzesenveertig) urente verrichten taakstraf resteert;
73 dagen;