Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Stadswonen Rotterdam,
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 3 april 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van voorwaardelijke eis in reconventie, met producties;
- het vonnis van 19 juni 2019 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- de brief van 15 augustus 2019, met aanvullende producties, ten behoeve van de comparitie van partijen van de kant van Stadswonen;
- de faxbrief van 16 augustus 2019, met als bijlage de “akte inbrengen producties” van de kant van [gedaagde] ;
- het proces-verbaal van de op 22 augustus 2019 gehouden comparitie van partijen;
- de zittingsaantekeningen van de kant van Stadswonen;
- de comparitieaantekeningen van de kant van [gedaagde] .
2.De vaststaande feiten
15. Overige bepalingen
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling
uitsluitend(onderstreping kantonrechter) is gebruikt met bestemming woonruimte voor [gedaagde] als huurder, zoals artikel 3 van de huurovereenkomst voorschrijft. Ook hier is sprake van een tekortkoming door [gedaagde] in de nakoming van de huurovereenkomst.
€ 835,31 worden toegewezen. De wettelijke rente, waartegen geen afzonderlijk verweer is gevoerd, zal worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding, bij gebreke van een (gestelde) grondslag voor een eerdere ingangsdatum.