4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij,
in de periode 01 maart 2018 tot en met 02 juli 2018 te
Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland, als bedoeld in artikel 1 lid
4 van de Opiumwet, heeft gebracht ongeveer 100 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1;
2.
hij,
in de periode 01 maart 2018 tot en met 02 juli 2018 in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, om een
feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te
weten het opzettelijk vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland
brengen van
ongeveer100 kilogram van een materiaal
bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst 1 voor te bereiden en/of te bevorderen,
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of inlichtingen tot
het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen
hebbende/is verdachte en/of (een of meer van) zijn, verdachtes mededader(s):
- contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of
afspraken gemaakt en/of één of meer bespreking(en) gehad met zijn/hun
mededader(s) met betrekking tot het vervoeren van een pallet (met cocaïne tussen de lading bananen) en
- ( daarbij) aan zijn, verdachte(s) mededaders mededelingen gedaan omtrent de positie van (beveiligings)camera’s en de aanwezigheid van politie en douane op het (haven)terrein en/de datum en het tijdstip van aankomst van de boot (met daarin een pallet met cocaïne tussen de lading bananen) en
- foto’s gemaakt van één of meer pallet(s) en deze foto(‘s) doorgestuurd aan één of meer medeverdachte(n) en
- het (toegangs)hek tot het (haven)terrein geopend en daarmee de toegang verschaft aan een vrachtwagen met daarin zijn, verdachtes mededader .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.