Uitspraak
VONNIS (ontneming)
[naam veroordeelde] ,
- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod,
- medeplegen van, om een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich of een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen, vervoermiddelen en gelden voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit,
- anders dan als ambtenaar, werkzaam zijnde in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen hij in strijd met zijn plicht in zijn betrekking heeft gedaan, een gift aannemen.
Daarbij verdient nog opmerking, dat de verdachte heeft verklaard, dat hij in augustus 2017 € 50.000,-- euro heeft gewonnen in een illegale loterij. Het deelnemen aan een illegale loterij kan mogelijk een strafbaar feit opleveren (zie artikel 1, lid 1 onder c van de Wet op de kansspelen). Naar deze verklaring van de verdachte is echter geen onderzoek gedaan – sterker nog – de officier van justitie acht deze verklaring onaannemelijk. De rechtbank zal daarom met deze verklaring van de verdachte bij de voordeelsberekening geen rekening houden.
€ 1.970,-(zegge: negentienhonderdzeventig euro);
€ 1.970,-(zegge: negentienhonderdzeventig euro).