ECLI:NL:RBROT:2019:8644

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 augustus 2019
Publicatiedatum
5 november 2019
Zaaknummer
10/211047-18 vordering TUL: 10/741021-18 en 10/741257-14
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor onterecht gebruik van alarmnummer en niet-ontvankelijkheid OM in vorderingen tot tenuitvoerlegging

Op 22 augustus 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die ervan beschuldigd werd onterecht gebruik te maken van het alarmnummer voor publieke diensten. De officier van justitie, mr. A.P.G. de Beer, heeft vrijspraak gevorderd voor de verdachte. De rechtbank heeft, na het horen van de argumenten van zowel de officier van justitie als de verdediging, geoordeeld dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging.

Daarnaast heeft de rechtbank zich gebogen over de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere vonnissen. De officier van justitie en de verdediging hebben geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in deze vorderingen. De rechtbank heeft deze conclusie gevolgd en het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vorderingen tot tenuitvoerlegging, omdat deze vorderingen niet correct waren ingediend.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit mr. C.N. Melkert als voorzitter en mrs. S.C.C. Hes-Bakkeren en M.E. van der Zouw als rechters. Het vonnis is openbaar uitgesproken op dezelfde dag, waarbij de jongste rechter niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummers: 10/211047-18
Parketnummers vordering TUL: 10/741021-18 en 10/741257-14
Datum uitspraak: 22 augustus 2019
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman: mr. M.R. de Kok, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de openbare terechtzitting van 22 augustus 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.P.G. de Beer heeft gevorderd:
- vrijspraak van het ten laste gelegde.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

5.Vorderingen tenuitvoerlegging

5.1.
Vonnissen waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
10/741021-18
Bij vonnis van 28 juni 2018 van de meervoudige kamer van deze rechtbank is de verdachte ter zake van diefstal met braak gedurende de nachtrust, diefstal en oplichting veroordeeld voor zover van belang tot een jeugddetentie voor de duur van 120 dagen, waarvan een gedeelte groot 60 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 13 juli 2018.
10/741257-14
Bij vonnis van 21 mei 2015 van de kinderrechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van het meermaals plegen van een diefstal in vereniging met braak en opzetheling veroordeeld voor zover van belang tot een jeugddetentie voor de duur van 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 21 januari 2016.
5.2.
Standpunt officier van justitie en verdediging
De officier van justitie en de verdediging hebben geconcludeerd tot het niet-ontvankelijk verklaren van het openbaar ministerie in de vorderingen tot tenuitvoerlegging.
5.3.
Beoordeling
De rechtbank zal het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaren in de vorderingen tot tenuitvoerlegging, omdat deze vorderingen – zoals het openbaar ministerie meent – niet ingediend hadden moeten worden.

6.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vorderingen tot tenuitvoerlegging van het bij vonnis van 28 juni 2018 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijk strafdeel en de bij vonnis van 21 mei 2015 van de kinderrechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.N. Melkert, voorzitter,
en mrs. S.C.C. Hes-Bakkeren en M.E. van der Zouw, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V. de Roo, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 augustus 2019.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij, op of omstreeks 24 oktober 2018 te Rotterdam opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, door het alarmnummer (van de politie, te weten 112) te bellen en de melding te maken dat in een café een persoon zitten en/of aanwezig zou zijn die een vuurwapen voorhanden had.