ECLI:NL:RBROT:2019:8644
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor onterecht gebruik van alarmnummer en niet-ontvankelijkheid OM in vorderingen tot tenuitvoerlegging
Op 22 augustus 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die ervan beschuldigd werd onterecht gebruik te maken van het alarmnummer voor publieke diensten. De officier van justitie, mr. A.P.G. de Beer, heeft vrijspraak gevorderd voor de verdachte. De rechtbank heeft, na het horen van de argumenten van zowel de officier van justitie als de verdediging, geoordeeld dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging.
Daarnaast heeft de rechtbank zich gebogen over de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere vonnissen. De officier van justitie en de verdediging hebben geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in deze vorderingen. De rechtbank heeft deze conclusie gevolgd en het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vorderingen tot tenuitvoerlegging, omdat deze vorderingen niet correct waren ingediend.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit mr. C.N. Melkert als voorzitter en mrs. S.C.C. Hes-Bakkeren en M.E. van der Zouw als rechters. Het vonnis is openbaar uitgesproken op dezelfde dag, waarbij de jongste rechter niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.