In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft eiseres [eiseres] een vordering ingesteld tegen gedaagden [gedaagde 1] c.s. met betrekking tot de tenuitvoerlegging van een verstekvonnis van de kantonrechter. Dit verstekvonnis, gewezen op 28 augustus 2019, leidde tot de ontbinding van de huurovereenkomst en de aankondiging van ontruiming van de woning van eiseres. Eiseres stelt dat zij door een administratieve fout van de rechtbank niet in staat is gesteld haar verweer te voeren, en dat de executoriale titel gebrekkig tot stand is gekomen. De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat er sprake is van misbruik van bevoegdheid door gedaagden, aangezien eiseres substantieel verweer heeft willen voeren en recht heeft op een eerlijke behandeling van haar zaak. De voorzieningenrechter heeft daarom de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis geschorst totdat er een eindvonnis in de verzetprocedure is gewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.