ECLI:NL:RBROT:2019:855
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- P. Joele
- W.M.P.M. Weerdesteijn
- A.A. Kalk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak
Op 23 januari 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoekster in een strafzaak. De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen de rechter, mr. R.J.A.M. Cooijmans, die betrokken was bij haar strafzaak. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de suggestie van de rechter om de persoonlijke omstandigheden van de verzoekster te bespreken terwijl de officier van justitie de wijziging van de tenlastelegging op schrift zou stellen. De verzoekster vreesde dat deze gang van zaken zou leiden tot een onzorgvuldige behandeling van haar persoonlijke omstandigheden, wat haar verdediging zou kunnen schaden.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de suggestie van de rechter niet betekende dat de officier van justitie de rechtszaal zou verlaten en dat de behandeling van de strafzaak zou doorgaan zonder zijn aanwezigheid. De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor de vrees van de verzoekster dat de rechter partijdig zou zijn. De rechter had de suggestie gedaan in de veronderstelling dat de officier van justitie in de zaal zou blijven om de wijziging van de tenlastelegging op te stellen. De rechtbank oordeelde dat de verzoekster niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van vooringenomenheid of schijn van partijdigheid.
Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek ongegrond verklaard en afgewezen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.