Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde],
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding, met producties;
- de producties van de zijde van [gedaagde];
- de pleitaantekeningen van mr. Wijnja;
- de pleitnota van mr. Stal.
2.De feiten
de re-integratie-inspanningen van de werkgever zijnonvoldoende.
(…) Vooralsnog en in afwachting van aangekondigde overheid regelgeving met betrekking tot het beëindigen van dienstverbanden met langdurig arbeidsongeschikte werknemers zal niet worden voorzien in een beëindiging van de arbeidsrelatie. Cliente zal dit dienstverband in afwachting hiervan “slapend” in stand houden.”
3.De vordering
- primair [gedaagde] te veroordelen om de arbeidsovereenkomst met [eiseres] ingevolge artikel 7:669 lid 3 onder 2 BW binnen twee dagen na de betekening van dit vonnis op te zeggen, met veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de transitievergoeding te bedrage van € 9.858,- bruto, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.000,- per dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagde] in gebreke mocht blijven aan het vonnis te voldoen;
- subsidiair [gedaagde] te gebieden over te gaan tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst die ziet op onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst met veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de gevorderde transitievergoeding, al dan niet in de vorm van een voorschot tot hetzelfde bedrag;
- [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure.