Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte ten aanzien van de feiten 1 en 2: tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden met aftrek van voorarrest;
- ten aanzien van feit 3: een voorwaardelijke geldboete van € 150,=.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
en
2. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
3. Eenvoudige belediging terwijl deze wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 en 2: