4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
zij op 22 juni 2018 te Rotterdam als verkeersdeelnemer, namelijk
als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zodanig heeft gedragen dat
een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaats gevonden door met
dat motorrijtuig aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend te rijden op de kruising gevormd door de voor het openbaar verkeer openstaande wegen, de Schiedamsedijk en het Vasteland, althans op één van deze wegen,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat zij, verdachte, toen daar,
-extra gas heeft gegeven terwijl dat het voor haar rijrichting geldende
verkeerslicht oranje licht uitstraalde en
-met een, mede gelet op de verkeersdrukte, te hoge snelheid die kruising is
opgereden terwijl het voor haar geldende verkeerslicht inmiddels rood licht
uitstraalde en
-haar snelheid niet zodanig heeft geregeld dat zij, verdachte, de weg kon
overzien en waarover deze vrij was en
-niet tijdig heeft opgemerkt dat een bromfietser doende was de rijbaan over
te steken via het aldaar gelegen fiets/bromfietspad en
-die bromfietser niet heeft laten voorgaan en
-vervolgens op die kruising in botsing of aanrijding is gekomen met die
bromfietser, waardoor die bromfietser, genaamd [naam slachtoffer] , zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijkc ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
zulks terwijl het ABS-systeem van het door haar, verdachte, bestuurde voertuig
defect was althans niet in werking was
2.
zij op 22 juni 2018 te Rotterdan. als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de voor het openbaar verkeer
openstaande weg, de Schiedamsedijk, zonder dat aan haar door de daartoe
bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet
1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe
dat motorrijtuig behoorde.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.