ECLI:NL:RBROT:2019:8329

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 september 2019
Publicatiedatum
24 oktober 2019
Zaaknummer
10/812115-14
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en wijziging van voorwaarden in strafzaak

Op 17 september 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die eerder door het gerechtshof Den Haag was gelast. De terbeschikkingstelling was opgelegd vanwege ernstige strafbare feiten, waaronder bedreiging en poging tot doodslag. De rechtbank ontving op 31 juli 2019 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op 3 september 2019 werd behandeld. De reclassering en een psychiater gaven advies over de situatie van de ter beschikking gestelde. De reclassering adviseerde om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, terwijl de psychiater aangaf dat het recidiverisico laag was en beëindiging van de maatregel mogelijk was.

De rechtbank constateerde dat de ter beschikking gestelde positieve ontwikkelingen had doorgemaakt, zoals het regelen van zelfstandig huisvesting en het opbouwen van een ondersteunend netwerk. Echter, er waren ook risico's, zoals impulsief gedrag en verslavingsproblematiek. De rechtbank oordeelde dat, ondanks de positieve ontwikkeling, de terbeschikkingstelling nog niet kon worden beëindigd vanwege de risico's die gepaard gingen met middelengebruik en de stoornis van de ter beschikking gestelde. De rechtbank besloot de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen en wijzigde een voorwaarde met betrekking tot middelengebruik, zodat dit gecontroleerd kon plaatsvinden. De overige voorwaarden werden gehandhaafd en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/812115-14
Datum uitspraak: 17 september 2019
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, raadkamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van
[naam ter beschikking gestelde], (de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] op [geboortedatum ter beschikking gestelde] ,
verblijvende op het adres:
[verblijfadres ter beschikkiing gestelde] , [verblijfplaats ter beschikking gestelde] ,
raadsman mr. D.C.E. Timmermans, advocaat te Rotterdam.

1.Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 31 juli 2017 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en daarbij zijn voorwaarden gesteld betreffende het gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van bedreiging, mishandeling van een ambtenaar in functie, (zware) mishandeling, diefstal en poging tot doodslag. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 10 september 2017.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 31 juli 2019 van het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling ontvangen (artikel 38d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht). Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd.
De vordering is op de openbare zitting van 3 september 2019 behandeld. De officier van justitie, mr. J.F.C. Janssen, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsman voornoemd, en als deskundige de heer [naam] , werkzaam bij Reclassering Nederland (hierna: de reclassering), zijn gehoord.

3.Adviezen

Adviesrapport reclassering gedateerd 12 juli 2019
De reclassering is van mening dat de ontwikkeling van de ter beschikking gestelde langzaam maar gestaag verloopt, maar dat nog niet kan worden gesproken van een evenwichtige en stabiele leefsituatie. Er zijn nog voldoende aandachtspunten die begeleiding en toezicht behoeven. Er zal nog een stap naar geheel zelfstandig wonen moeten worden gezet en ook de dagbesteding en de financiën zijn nog niet goed geregeld . Ook zal de wens van de ter beschikking gestelde voor een gedoogbeleid moeten worden onderzocht en getoetst. De reclassering vindt dat de ter beschikking gestelde binnen het huidige tbs-traject moet kunnen oefenen met middelengebruik om zo om te leren gaan met middelen. Om de ter beschikking gestelde verantwoord en zorgvuldig uit te laten stromen, adviseert de reclassering de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. Daarnaast adviseert de reclassering voorwaarde nummer 12 te wijzigen, zodat deze als volgt komt te luiden:
De terbeschikkinggestelde houdt zich op het gebied van drugs/alcoholgebruik aan de
richtlijnen en aanwijzingen van de reclassering, ook als dit inhoudt volledige abstinentie dan
wel een gedoogbeleid. De terbeschikkinggestelde laat zich hierop waar nodig controleren
door middel van urinecontroles en geeft te allen tijde openheid en inzicht in zijn handelen
hierbij.
Advies psychiater I. Maksimovic, gedateerd 10 juni 2019
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een stoornis. Het recidiverisico vloeit voort uit zijn stoornis, waaruit hij impulsief en agressief kan reageren en uit de mogelijkheid dat hij terugvalt in excessief middelengebruik. In de afgelopen jaren is sprake geweest van rijping door ouder worden, waardoor de uitingsvorm van zijn persoonlijkheidsproblematiek milder is geworden. Hij vermijdt doelbewust probleemsituaties en laat consistent zien dat hij geen agressie toont, ook als hij impulsief blijft. De inschatting is daarom dat het recidiverisico laag is, zolang de ter beschikking gestelde in staat blijkt om zijn huidige manier van het functioneren en omgaan met probleemsituaties voort te zetten en zolang geen sprake is van excessief middelengebruik. Verlenging van de maatregel is daarom niet noodzakelijk voor het laag houden van het recidiverisico. Indien de maatregel nu zou worden beëindigd, dan is de inschatting dat het recidiverisico op de korte en middellange termijn laag zou zijn. Pas bij een langdurig terugval in excessief middelengebruik zou het kunnen oplopen tot ‘matig’. Gelet op de houding van de ter beschikking gestelde van de afgelopen jaren, is het de vraag of hij het zover zou laten komen. Dit zou pleiten voor het beëindigen van de maatregel, met als aanbeveling dat de ter beschikking gestelde op vrijwillige basis doorgaat met zijn behandeling bij Antes en zolang het nodig is ook in verband met coaching voor gecontroleerd alcoholgebruik. Het alternatief is de maatregel met een jaar te verlengen, zodat de reclassering het gecontroleerde alcoholgebruik kan coachen.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar.
De officier van justitie zou graag zien dat er langere periode sprake is van stabiliteit.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en zijn raadsman hebben afwijzing van de vordering bepleit. De terbeschikkingstelling is niet noodzakelijk om het recidivegevaar laag te houden en voor de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van goederen is de maatregel evenmin meer vereist.

5.Beoordeling

De rechtbank heeft geconstateerd dat de ter beschikking gestelde de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Gedurende zijn detentie heeft hij een ommekeer gemaakt, die hij tijdens zijn tbs-traject heeft voortgezet. Hij heeft zelfstandig huisvesting geregeld en is bezig met het realiseren van een vaste dagbesteding (werken als vrachtwagenchauffeur). Daarnaast beschikt hij over een goed netwerk dat hem ondersteunt.
Er zijn echter ook nog risico’s. Vanuit zijn stoornis kan de veroordeelde impulsief en agressief reageren wat van invloed kan zijn op het recidiverisico. Daarnaast is de ter beschikking gestelde bekend met verslavingsproblematiek waarvoor hij nu onder behandeling staat bij Antes. De ter beschikking gestelde heeft aangegeven deze behandeling in een vrijwillig kader te willen voortzetten. Hoewel de rechtbank ziet dat de ter beschikking gestelde gemotiveerd is voor de behandeling, heeft de rechtbank ook gezien dat hij in het afgelopen jaar nog een misstap heeft begaan door drugs te gebruiken. Hij is daar weliswaar goed mee omgegaan door meteen de betrokken instanties en ondersteuning in te lichten, maar de rechtbank ziet hierin ook een risico. Zeker nu de ter beschikking gestelde te kennen heeft gegeven weer gecontroleerd middelen (alcohol en/of softdrugs) te willen gaan gebruiken.
De rechtbank acht dit, mede gelet op de omschreven persoonlijkheidsproblematiek, de terugval en zijn verslavingsgevoeligheid, een dusdanig risico dat het nog niet verantwoord is om het kader van de maatregel te beëindigen. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat in de komende periode ook positieve stappen worden gezet. Om tot een goede en verantwoorde resocialisatie te komen, is het echter naar het oordeel van de rechtbank van belang om de komende periode de belangrijke stappen die gezet gaan worden nog te volgen.
De rechtbank komt daarom op grond van de adviezen van de psychiater en de reclassering en het verhandelde ter terechtzitting tot het oordeel dat er nog steeds sprake is van een ziekelijke stoornis in de geestvermogens van de ter beschikking gestelde en dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank stelt de duur van de verlenging op één jaar.
De rechtbank zal daarnaast overeenkomstig het voorstel van de reclassering en de officier van justitie voorwaarde nummer 12 aanpassen, zodat het middelengebruik van de ter beschikking gestelde gecontroleerd kan plaatsvinden. Voorwaarde nummer 6, inhoudende dat de ter beschikking gestelde niet zonder toestemming van het openbaar ministerie naar het buitenland kan, acht de rechtbank echter nog altijd passend en geboden. Deze voorwaarde - alsook de overig gestelde voorwaarden - zal daarom worden gehandhaafd.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één) jaar;
wijzigt de eerder onder 12. gestelde voorwaarde, zodat deze nu luidt:
12. De terbeschikkinggestelde houdt zich op het gebied van (soft)drugs/alcoholgebruik aan de richtlijnen en aanwijzingen van de reclassering, ook als dit inhoudt volledige abstinentie dan wel een gedoogbeleid. De terbeschikkinggestelde laat zich hierop waar nodig controleren door middel van urinecontroles en geeft te allen tijde openheid en inzicht in zijn handelen hierbij;
handhaaft de eerder gestelde voorwaarden voor het overige;
wijst af het meer of anders gevorderde of verzochte.
Deze beschikking is gegeven door
mr. J. van Dort, voorzitter,
en mrs. M.J.M. van Beckhoven en M. Bakhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.