ECLI:NL:RBROT:2019:8328

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 september 2019
Publicatiedatum
24 oktober 2019
Zaaknummer
10/007427-89
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de TBS met dwangverpleging

Op 3 september 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een ter beschikking gestelde, die sinds 1990 onder dwangverpleging stond. De rechtbank ontving op 24 januari 2019 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de TBS en voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De rechtbank had eerder op 27 maart 2019 de TBS verlengd met één jaar en de beslissing over de voorwaardelijke beëindiging aangehouden. De behandeling op 3 september 2019 vond plaats in aanwezigheid van de ter beschikking gestelde, zijn raadsvrouw mr. J.A.M. Kwakman, en deskundigen van de reclassering en de inrichting. De deskundigen gaven aan dat er onzekerheid bestond over de geschiktheid van de ter beschikking gestelde voor een vervolgvoorziening, mede door een mogelijk dementieel beeld. De rechtbank oordeelde dat de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voldoende was afgenomen om de dwangverpleging onder voorwaarden te beëindigen. De rechtbank stelde diverse voorwaarden op, waaronder het verblijf in de huidige kliniek tot een passende vervolgplek beschikbaar is, en het naleven van reclasseringstoezicht. De beslissing werd genomen met het oog op de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid. De rechtbank benadrukte het belang van een spoedige plaatsing in een geschikte zorginstelling voor ouderenpsychiatrie, gezien de leeftijd en de medische situatie van de ter beschikking gestelde.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/007427-89
Datum uitspraak: 3 september 2019
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, raadkamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van
[naam ter beschikking gestelde], (de ter beschikking gestelde),
geboren op Curaçao op [geboortedatum ter beschikking gestelde] ,
(formeel) verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen (de inrichting),
raadsvrouw mr. J.A.M. Kwakman, advocaat te Assen.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 22 februari 1990 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van zware mishandeling. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 9 maart 1990.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 24 januari 2019 van het openbaar ministerie ontvangen een vordering
tot verlenging van de terbeschikkingstelling (artikel 38d, tweede lid, van het Wetboek van
Strafrecht) en tot voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging (artikel 38h Wetboek van Strafrecht). Bij die vordering zijn de vereiste stukken gevoegd.
Bij beslissing van 27 maart 2019 heeft deze rechtbank de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met één jaar. De beslissing omtrent voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is zowel op 27 maart 2019 als op 27 juni 2019 aangehouden.
Nadien heeft Reclassering Nederland een maatregelrapport opgesteld over de eventuele wijze waarop en de voorwaarden waaronder de terugkeer van de ter beschikking gestelde in de maatschappij zou kunnen geschieden, gedateerd 26 augustus 2019.
De behandeling is voortgezet op de openbare zitting van 3 september 2019. De officier van justitie, mr. J.F.C. Janssen, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw voornoemd, en als deskundigen mevrouw [naam 1] , werkzaam bij GGZ Verslavingszorg Noord Nederland (hierna: de reclassering) en mevrouw [naam 2] , werkzaam bij de inrichting, zijn gehoord.

3.Adviezen

De eerdere adviezen
De rechtbank verwijst wat betreft de eerder gegeven adviezen van de deskundigen naar de beslissing van 27 maart 2019.
Het aanvullende advies van de reclassering van 26 augustus 2019
Het advies luidt de dwangverpleging op dit moment niet voorwaardelijk te beëindigen. Er kan niet worden vastgesteld of de risicotaxatie van 19 juli 2018 nog van toepassing is doordat de recent ingezette diagnostiek nog niet volledig is afgerond. Er zijn aanwijzingen gevonden dat er mogelijk sprake is van een dementieel beeld (frontaalkwab). Het is echter onduidelijk of, hoe en in welke mate het gedrag, als gevolg van mogelijk het dementieel beeld, zich verder ontwikkelt en in welke mate het risico op agressieve gedragingen hierdoor wordt verhoogd. Het recidiverisico voor tbs-waardige delicten werd in de taxatie van 19 juli 2018 binnen de huidige setting als laag ingeschat, het behandelplafond is bereikt en er hebben zich in de afgelopen jaren geen agressieve incidenten voorgedaan. Mocht de rechtbank wel voldoende mogelijkheden zien voor voorwaardelijke beëindiging, dan adviseert de reclassering op het moment dat de ter beschikking gestelde geplaatst wordt binnen een door het plaatsingsloket van de Divisie Individuele Zaken aangewezen voorziening de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen met de voorwaarden die in het adviesrapport zijn genoemd.
Op de zitting gegeven adviezen
De deskundige mevrouw [naam 1] heeft het reclasseringsadvies ter zitting toegelicht en aangevuld. In het rapport staat beschreven dat de ter beschikking gestelde is aangemeld voor een plek bij Transfore, maar dit is inmiddels gewijzigd in Lentis, zijnde een instelling gespecialiseerd in ouderenpsychiatrie en geriatrie. Het is nog onduidelijk of en wanneer hij daar terecht kan en of sprake is van een wachtlijst. Daarnaast is het neuropsychologisch onderzoek nog niet afgerond, de ter beschikking gestelde moet nog een scan ondergaan. Dit is van belang om te beoordelen welke vervolgvoorziening geschikt is voor de ter beschikking gestelde. Het is van belang dat de dwangverpleging nog niet wordt beëindigd, aangezien op dit moment gezien voornoemde onduidelijkheid onvoldoende kan worden ingeschat welke voorwaarden passend en noodzakelijk zijn om het recidiverisico laag te houden.
De deskundige mevrouw [naam 2] , verbonden aan de inrichting, heeft op de zitting toegelicht dat zij zich kan vinden in het traject dat door de reclassering is uitgezet, met de toevoeging dat de dwangverpleging kan worden beëindigd met ingang van het moment dat een plek beschikbaar is in een passende vervolgvoorziening. Daarnaast bestaat de mogelijkheid voor tijdelijke terugplaatsing in de inrichting, indien noodzakelijk.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging met ingang van de datum dat er voor de terbeschikkinggestelde een passende vervolgplek beschikbaar is. Subsidiair een directe voorwaardelijke beëindiging, met als extra voorwaarde dat de ter beschikking gestelde (formeel) in de huidige kliniek dient te verblijven tot aan het moment dat een passende plek in een vervolgvoorziening beschikbaar is.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouw hebben voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging verzocht. Verzocht wordt om de voorwaardelijke beëindiging direct te laten ingaan of als ingangsdatum te bepalen de datum waarop overplaatsing naar een passende plek in een vervolgvoorziening beschikbaar is.
Daarnaast is verzocht om in de beschikking op te nemen dat het wenselijk is dat de Officier van Justitie ter voorbereiding op de volgende verlengingszitting een medische verklaring op te laten stellen met het oog op een te verlenen zorgmachtiging.

5.Beoordeling

De rechtbank is op grond van de adviezen van de deskundigen en de mondelinge toelichting daarop van oordeel dat de uit de stoornis van de geestvermogens voortvloeiende gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen dusdanig is teruggebracht dat het verantwoord is de dwangverpleging onder voorwaarden te beëindigen.
De rechtbank zal daarbij ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel van de algemene veiligheid van personen of goederen de hierna te noemen voorwaarden stellen betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde. De ter beschikking gestelde heeft zich bereid verklaard die voorwaarden na te komen.
De rechtbank merkt daarbij wel op dat het van groot belang is dat spoedig een passende vervolgvoorziening voor de ter beschikking gestelde wordt gevonden. Het flink teruggebrachte recidivegevaar, de leeftijd van de ter beschikking gestelde (73 jaar oud) en de gevonden aanwijzingen dat er bij hem mogelijk sprake is van een dementieel beeld vereisen een doorplaatsing naar de ouderenpsychiatrie (met specialisme op het gebied van dementie). Vooralsnog lijkt de instelling Lentis in Zuid-Laren voor ouderenpsychiatrie daarvoor het meest aangewezen. Aangezien op dit moment nog niet is te zeggen of en wanneer de ter beschikking gestelde daar terecht kan en óf deze instelling - gelet op de nog lopende medische onderzoeken en de resultaten daarvan - passend is, acht de rechtbank het van belang dat de ter beschikking gestelde tot aan plaatsing in een passende vervolgvoorziening in de (transmurale voorziening van de) huidige kliniek (FPC Dr. S. van Mesdagkliniek) in Groningen zal verblijven. De rechtbank zal dit daarom ook als aanvullende voorwaarde stellen.
De rechtbank ziet op dit moment geen aanleiding de Officier van Justitie te verzoeken om voor de volgende verlengingszitting een medische verklaring op te laten stellen, omdat op dit moment omtrent de medische toestand van de terbeschikkinggestelde nog onvoldoende duidelijk is en daarnaar nog nader onderzoek plaatsvindt, zodat nog niet valt aan te geven welke voorziening dan voor de terbeschikkinggestelde dan passend is.

6.Beslissing

De rechtbank:
beëindigtde verpleging van overheidswege
voorwaardelijk;
stelt daarbij de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde:
de ter beschikking gestelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, zijn medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;
de ter beschikking gestelde zal zich niet schuldig maken aan het plegen van een strafbaar feit;
de ter beschikking gestelde zal in de (transmurale voorziening van de) FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen verblijven tot een plek voor hem beschikbaar is in een passende vervolgvoorziening;
de ter beschikking gestelde zal meewerken aan reclasseringstoezicht dat onder andere inhoudt dat de ter beschikking gestelde:
zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
een of meer vingerafdrukken laat nemen en een geldig identiteitsbewijs laat zien;
zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering;
de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is;
meewerkt aan huisbezoeken;
de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
de ter beschikking gestelde zal meewerken aan een time-out plaatsing in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, maximaal zeven weken en met de mogelijkheid tot verlenging van nogmaals zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar, als de reclassering dat nodig vindt;
de ter beschikking gestelde zal niet naar het buitenland of naar de Nederlandse Antillen gaan, zonder toestemming van het openbaar ministerie;
de ter beschikking gestelde zal zich laten opnemen bij Lentis (kliniek ouderenpsychiatrie) te Zuid-Laren of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, zolang de reclassering het nodig vindt, waarbij de ter beschikking gestelde zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor behandeling;
de ter beschikking gestelde zal verblijven binnen Lentis (kliniek ouderenpsychiatrie) te Zuid-Laren of een andere instelling voor beschermd wonen, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering het nodig vindt, waarbij de ter beschikking gestelde zich houdt aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
de ter beschikking gestelde zal zijn medicatie innemen, zoals die is voorgeschreven door de behandelend arts/psychiater, te controleren door de instelling, waarbij wijzigingen in medicatiegebruik te allen tijde wordt overlegd met de betreffende arts/behandelinstelling;
de ter beschikking gestelde zal geen middelen (harddrugs en/of alcohol) gebruiken, tenzij het gaat om softdrugs en dit in overleg en met toestemming van de reclassering wordt gebruikt, en zal daarnaast meewerken aan controle door middel van urinecontroles, ademonderzoek (blaastest) en/of bloedonderzoek, als de reclassering dat nodig vindt;
de ter beschikking gestelde zal inzicht verschaffen in zijn financiële situatie, zal meewerken aan bewindvoering en zich zal houden aan de afspraken die met de bewindvoerder zijn gemaakt;
geeft aan de reclassering opdracht de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Deze beschikking is gegeven door
mr. J. van Dort, voorzitter,
en mrs. M.J.M. van Beckhoven en M. Bakhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.