ECLI:NL:RBROT:2019:8327

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 september 2019
Publicatiedatum
24 oktober 2019
Zaaknummer
10/035015-96
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling in strafzaak met betrekking tot poging tot moord

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 3 september 2019 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die sinds 1996 onder toezicht staat na een veroordeling voor poging tot moord. De terbeschikkingstelling is aanvankelijk gelast door het gerechtshof Den Haag en is sindsdien meerdere keren verlengd. De rechtbank ontving op 18 juli 2019 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting van 3 september 2019 werd behandeld. De officier van justitie, mr. J.F.C. Janssen, en de raadsman van de ter beschikking gestelde, mr. N.A. Heidanus, waren aanwezig, evenals een getuige van de inrichting waar de ter beschikking gestelde verblijft.

De rechtbank heeft verschillende adviezen ontvangen, waaronder van de inrichting en van deskundigen zoals een psychiater en een psycholoog. Beide deskundigen hebben zich onthouden van advies, maar de rechtbank concludeert op basis van de beschikbare informatie dat de ter beschikking gestelde nog steeds een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis vertoont. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, ondanks het verweer van de raadsman om de termijn te beperken tot één jaar. De rechtbank wijst erop dat de situatie van de ter beschikking gestelde niet zodanig is dat een kortere verlenging gerechtvaardigd is.

De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en biedt de mogelijkheid voor beroep binnen veertien dagen na de uitspraak. De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging overschrijdt nu vier jaar, maar verlenging is mogelijk gezien de ernst van het misdrijf waarvoor de ter beschikking gestelde is veroordeeld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/035015-96
Datum uitspraak: 3 september 2019
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, raadkamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van
[naam ter bischikking gestelde], (de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] (Kaapverdië) op [geboortedatum ter beschikking gestelde] ,
(formeel) verblijvende in de Pompestichting LFPZ te Zeeland (de inrichting),
raadsman mr. N.A. Heidanus, advocaat te Groningen.

1.Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 19 augustus 1996 is de terbeschikkingstelling van [naam ter bischikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot moord. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 3 september 1997.
Bij beslissing van 19 september 2017 heeft deze rechtbank de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 18 juli 2019 van het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling ontvangen (artikel 38d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht). Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd.
De vordering is op de openbare zitting van 3 september 2019 behandeld. De officier van justitie, mr. J.F.C. Janssen, de raadsman van de ter beschikking gestelde voornoemd en als getuige mevrouw [naam getuige] , werkzaam bij de inrichting, zijn gehoord.
De ter beschikking gestelde is, met instemming van alle betrokkenen, telefonisch gehoord.

3.Adviezen

Advies inrichting
Het advies gedateerd 6 juni 2019 luidt de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een stoornis. De afgelopen jaren is er weinig in het toestandsbeeld en functioneren veranderd. Hij verblijft al geruime tijd binnen een LFPZ-voorziening van de inrichting te Zeeland, nadat gebleken is dat alle (medicamenteuze) behandelpogingen niet hebben geleid tot afname van de delictgevaarlijkheid. Indien het kader van de terbeschikkingstelling zou komen te vervallen, is de inschatting dat het risico op crimineel en/of gewelddadig gedrag hoog is. Een hoog beveiligingsniveau is noodzakelijk.
Advies psychiater
De psychiater, J.L.M. Dinjens, heeft een rapport opgesteld gedateerd 23 april 2019.
Omdat de ter beschikking gestelde heeft geweigerd mee te werken aan de totstandkoming van dit rapport, onthoudt de psychiater zich van advies. Gelet op alle beschikbare informatie acht de psychiater een verlenging van de maatregel wel aangewezen.
Advies psycholoog
De psycholoog, R.J.A. van Helvoirt, heeft een rapport opgesteld gedateerd 23 april 2019.
Omdat de ter beschikking gestelde heeft geweigerd mee te werken aan de totstandkoming van dit rapport, onthoudt de psycholoog zich van advies.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
Namens de ter beschikking heeft zijn raadsman primair afwijzing van de vordering bepleit, omdat een verlenging niet noodzakelijk is en subsidiair is een verlenging van de maatregel bepleit met één jaar gelet op de aanstaande zorgconferentie.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundigen komt de rechtbank tot de volgende oordelen:
- er is nog steeds sprake van een gebrekkige ontwikkeling van en/of ziekelijke stoornis in de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Het primaire verweer van de raadsman wordt verworpen.
Namens de ter beschikking gestelde is, onder meer gelet op de nog plaats te vinden zorgconferentie, bepleit de maatregel te verlengen voor een periode van één jaar. Volgens vaste jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden moet bij verlenging van een terbeschikkingstelling een termijn van twee jaar worden gehanteerd. Slechts indien te verwachten valt dat binnen een jaar de situatie zodanig is gewijzigd dat een andere beslissing van de rechtbank aan de orde is, is verlenging van één jaar aangewezen.
Hiervan is gelet op de adviezen en de toelichting daarop ter zitting in het onderhavige geval geen sprake. De enkele omstandigheid dat een zorgconferentie zal plaatsvinden, maakt evenmin dat naar verwachting de situatie van de ter beschikking gestelde binnen de termijn van één jaar zal wijzigen. De rechtbank zal de maatregel daarom verlengen met twee jaren.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat daarmee een periode
van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de maatregel is opgelegd ter
zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid
van het lichaam van één of meer personen, te weten poging tot moord.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaren.
Deze beschikking is gegeven door
mr. J. van Dort, voorzitter,
en mrs. M.J.M. van Beckhoven en M. Bakhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.