Uitspraak
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] (Kaapverdië) op [geboortedatum ter beschikking gestelde] ,
1.Inleiding
2.Procesverloop
3.Adviezen
4.Standpunt van partijen
5.Beoordeling
6.Beslissing
2 (twee) jaren.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 3 september 2019 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die sinds 1996 onder toezicht staat na een veroordeling voor poging tot moord. De terbeschikkingstelling is aanvankelijk gelast door het gerechtshof Den Haag en is sindsdien meerdere keren verlengd. De rechtbank ontving op 18 juli 2019 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting van 3 september 2019 werd behandeld. De officier van justitie, mr. J.F.C. Janssen, en de raadsman van de ter beschikking gestelde, mr. N.A. Heidanus, waren aanwezig, evenals een getuige van de inrichting waar de ter beschikking gestelde verblijft.
De rechtbank heeft verschillende adviezen ontvangen, waaronder van de inrichting en van deskundigen zoals een psychiater en een psycholoog. Beide deskundigen hebben zich onthouden van advies, maar de rechtbank concludeert op basis van de beschikbare informatie dat de ter beschikking gestelde nog steeds een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis vertoont. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, ondanks het verweer van de raadsman om de termijn te beperken tot één jaar. De rechtbank wijst erop dat de situatie van de ter beschikking gestelde niet zodanig is dat een kortere verlenging gerechtvaardigd is.
De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en biedt de mogelijkheid voor beroep binnen veertien dagen na de uitspraak. De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging overschrijdt nu vier jaar, maar verlenging is mogelijk gezien de ernst van het misdrijf waarvoor de ter beschikking gestelde is veroordeeld.