Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd (meldplicht, klinische opname voor verslavingsproblematiek, ambulante behandeling en begeleid wonen/maatschappelijke opvang).
4.Waardering van het bewijs
in de periode van28 februari 2018
tot en met 5 maart 2018te Dordrecht opzettelijk
meerdere kistenmet flenzen,
toebehorendeaan [naam bedrijf 1] en welk
egoed
erenverdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als vorkheftruckchauffeur onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
toebehorendeaan [naam] , en welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als vorkheftruck chauffeur en orderpicker onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
toebehorendeaan [naam bedrijf 2] , en welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als logistiek medewerker, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
5.Strafbaarheid feiten
1. verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke
dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd;
2. verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke
dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd;
3. verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke
dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd;
4.verduistering;
5.verduistering.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregel
.De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.277,62 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) maanden;
8 (acht) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
3 (drie) jaren;
€ 404.000 (zegge: vierhonderdenvierduizend euro),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
365 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
tot en met 5 maart 2018