2.6.Bij antwoordakte van 9 april 2018 heeft Boskalis onder meer het volgende gesteld:
“1. BKN en BMB hebben kennis genomen van de akte van eiswijziging van Nuon. In de akte staat dat de eiswijziging uitsluitend als gewijzigd kan worden beschouwd wanneer de rechtbank in de procedure met kenmerk C/10/469194 / HA RK 15-91 tot het oordeel komt dat BKN en BMB hun aansprakelijkheid mogen beperken.
2. Blijkens het proces-verbaal van de zitting van 20 februari 2018 is namens Nuon gezegd dat daarmee een voorwaardelijke eiswijziging is bedoeld. Het gaat dus kennelijk om een eiswijziging onder genoemde opschortende voorwaarde.
3. De procedure met kenmerk C/10/469194 / HA RK 15-91 is de verzoekschriftprocedure waarin de rechtbank op 10 maart 2015 heeft beschikt dat de aansprakelijkheid van BKN en BMB voortvloeiend uit het daar genoemde voorval voorshands is beperkt tot de tegenwaarde van SDR 1,000,000 te vermeerderen met rente. Daarmee zou de voorwaarde dus al in vervulling zijn gegaan. Er volgen in deze zaak ook geen verdere beslissingen van de rechtbank. Er volgt te zijner tijd nog een uitdelingslijst van de hand van de rechter-commissaris, maar die kan in meerdere opzichten niet worden gezien als een beslissing van de rechtbank als genoemd in de eiswijziging.
4. Er zijn dan twee mogelijkheden: ofwel de voorwaarde is al in vervulling gegaan met de beschikking van 10 maart 2015, ofwel de voorwaarde zal nimmer in vervulling kunnen gaan. Het is en blijft onduidelijk wat Nuon bedoelt te vorderen.
5. Het is niet uit te sluiten dat Nuon bedoelt te verwijzen naar de renvooizaak die loopt onder kenmerk C/10/487498 HA ZA 15-1085. Maar dat staat er niet en bovendien zal ook in die procedure niet worden vastgesteld dat BKN en BMB gerechtigd zijn om hun aansprakelijkheid te beperken. Daarin zal slechts worden geoordeeld op het petitum van Nuon dat nog eens ter zitting van 9 januari 2018 werd gewijzigd.
[..]
7. Onjuist is voorts de stelling van Nuon dat is afgesproken dat onderhavige procedure 'zal worden gebruikt als renvooiprocedure indien en voor zover in procedure met kenmerk C/10/469194 / HA RK 15-91 geoordeeld zou worden dat [Boskalis] gerechtigd [is haar] aansprakelijkheid te beperken op grond van het Verdrag. Dat is nooit afgesproken en dat kan ook nooit zijn afgesproken omdat een dergelijke beslissing in de genoemde procedure niet (nog eens) kan worden gewezen.
8. Nuon stelt zich op het standpunt dat de door haar geformuleerde voorwaarde nog niet in vervulling is gegaan en dat de eis daarmee vooralsnog ongewijzigd is. Zie nogmaals het proces-verbaal van de zitting van 20 februari 2018. Nuon beschouwt de zaak nog steeds als een normale procedure waarin integraal verhaal wordt gezocht.
9. Tijdens de verificatievergadering van 10 augustus 2015 hebben BKN en BMB laten weten voornemens te zijn om deze procedure te schorsen, opdat de aansprakelijkheid in een renvooiprocedure zou kunnen worden beoordeeld. De rechter-commissaris heeft toen op praktische gronden aan BKN en BMB voorgesteld om onderhavige procedure aan te merken als renvooiprocedure. BKN en BMB hebben zich daar niet tegen verzet.”