ECLI:NL:RBROT:2019:8229

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2019
Publicatiedatum
22 oktober 2019
Zaaknummer
10/095168-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor het aanwezig hebben van synthetische drugs en voorbereidingshandelingen voor productie

Op 15 oktober 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 17 april 2019 te Bergschenhoek en Rotterdam werd aangehouden voor het aanwezig hebben van een aanzienlijke hoeveelheid synthetische drugs, waaronder MDMA, hennep en hasjiesj. De verdachte had meer dan 6 kilogram MDMA, 600 gram hennep en 400 gram hasjiesj in zijn bezit, evenals goederen en grondstoffen die gebruikt konden worden voor de productie van deze drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen voorbereidingshandelingen heeft gepleegd voor de productie van MDMA en dat hij op de hoogte was van de activiteiten in het bedrijfspand waar hij werd aangetroffen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 3 jaar geëist, maar de rechtbank heeft een gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest. Daarnaast zijn de in beslag genomen goederen, waaronder contant geld en een auto, verbeurd verklaard. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de risico's die synthetische drugs met zich meebrengen voor de gezondheid en de samenleving.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/095168-19
Datum uitspraak: 15 oktober 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in Justitieel Complex Schiphol te Badhoevedorp,
raadsman mr. R.A.L.F. Frijns, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 oktober 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J.B. Wooldrik heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 4 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering
4.2.1.
Standpunt verdediging
Bepleit is dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 1, 2, 3 en 5 tenlastegelegde feiten. De verdachte verrichtte hand- en spandiensten in het bedrijfspand en was daar aanwezig om schoon te maken. Hij had niet de beschikkingsmacht over de aangetroffen MDMA. Hij hield zich niet bezig met de productie van en de handel in MDMA. De dozen met cellulose en magnesium, die in zijn woning zijn aangetroffen, zijn daar tijdelijk neergezet door een persoon die is aangeduid als ‘ [naam] ’. Verdachte wist niet wat de inhoud van de dozen was. Hoewel de middelen die in de dozen zijn aangetroffen wel bestemd zijn voor de productie van MDMA, zijn het geen drugs.
4.2.2.
Beoordeling
Bij een bouwmarkt is gezien dat de verdachte samen met twee anderen goederen aanschaft die gebruikt kunnen worden bij de aanleg van een hennepkwekerij.
Twee weken later is de verdachte in een bedrijfspand aan de [adres] te Bergschenhoek (hierna: het bedrijfspand) aangehouden, waar een ruimte is ingericht voor de grootschalige vervaardiging van MDMA. Ook zijn er in het bedrijfspand verdovende middelen aangetroffen en goederen die gerelateerd worden aan een hennepkwekerij.
Op basis van de inhoud van de bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van de verdachte op de zitting, stelt de rechtbank vast dat de verdachte sinds december 2018 regelmatig in het bedrijfspand aanwezig is geweest en dat hij wist dat daar MDMA-pillen werden gemaakt. Er zijn 36 MDMA-pillen en ook dozen met cellulose en een zak magnesium bij hem thuis aangetroffen.
In verschillende telefoons, die aan de verdachte toebehoorden, zijn WhatsAppgesprekken aangetroffen, waaruit onder meer kan worden afgeleid dat hij handelde in verdovende middelen. Dit wordt ondersteund door de vermogensrapportage van de verdachte, waaruit volgt dat hij, zeker in 2018 en 2019, een andere bron van inkomsten heeft gehad dan, zoals de verdachte heeft gesteld, inkomsten uit zijn kapperszaak.
De door de verdachte op de zitting afgelegde verklaring dat hij alleen in het bedrijfspand was om op te ruimen en schoonmaakwerkzaamheden te verrichten, acht de rechtbank gelet op het voorgaande ongeloofwaardig.
Anders dan de raadsman, oordeelt de rechtbank dat de verdachte met ten minste twee anderen in zowel Bergschenhoek als in Rotterdam voorbereidingshandelingen heeft gepleegd ten behoeve van het produceren van amfetamine en dat hij op 17 april 2019 de in het bedrijfspand aangetroffen amfetamine, hennep en hasjiesj met anderen aanwezig heeft gehad.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1
hij op 17 april 2019 te Bergschenhoek, gemeente Lansingerland
opzettelijk aanwezig heeft gehad 6253 gram, MDMA, zijnde MDMA
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
2
hij op 17 april 2019 te Bergschenhoek, gemeente Lansingerland
opzettelijk aanwezig heeft gehad 600 gram hennep, en 400 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen
van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj),
zijnde hasjiesj
telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
3
hij in de periode van 1 december 2018 tot en met 17 april 2019 te Bergschenhoek, gemeente Lansingerland tezamen en in vereniging met anderen om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verkopen, van MDMA en/of hennep, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden onder andere een hoeveelheid MDMA in totaal 6,253 kilo en 80 kilo cellulose en 8 kilo magnesium en klimaatcontrole units en actiefkoolfilters en afzuigunits en een compressor en emmers en bakken en vacuümzakken en folie en handschoenen en een vermaler en zeven en lepels en stempels en matrijzen en kleurstoffen en een vacuüm sealapparaaten en een tabletteermachine, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededaders wisten dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit;
4
hij op 17 april 2019 te Rotterdam
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
17,9 gram/36 pillenMDMA, zijnde MDMA
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
5
hij omstreeks 17 april 2019 te Rotterdam
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verkopen, van MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen een hoeveelheid MDMA 17,9 gram/36 pillen en 147 kilo cellulose en 20,68 kilo magnesium, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 aanhef en onder C van de Opiumwet
gegeven verbod;
2.
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 aanhef en onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
3.
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
4.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 aanhef en onder C van de Opiumwet, gegeven verbod;
5.
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden,
voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De verdachte heeft op 17 april 2019 ruim 6 kilogram synthetische drugs aanwezig gehad. Bovendien heeft hij goederen en grondstoffen voorhanden gehad om samen met anderen deze drugs te kunnen produceren. In het bedrijfspand waar de verdachte is aangehouden en in zijn woning werden ondermeer een complete tabletteerinstallatie, grote hoeveelheden grondstoffen en tabletten MDMA aangetroffen.
Algemeen bekend is dat synthetische drugs grote gezondheidsrisico’s meebrengen voor de gebruikers ervan, waaronder de mogelijkheid van blijvende schade aan het centrale zenuwstelsel en psychiatrische stoornissen. Verder brengt de productie van deze drugs schade aan het milieu toe, veroorzaakt door dumpingen van de bij de productie vrijkomende chemische afvalstoffen in het riool of elders. Ook is er sprake van gevaar voor brand, ontploffing en het vrijkomen van giftige stoffen. Dit gevaar doet zich in het bijzonder gelden bij laboratoria, zoals ook hier het geval is. Daarbij leidt de productie van synthetische drugs in de regel ook tot andere vormen van criminaliteit die veel overlast en gevaar opleveren voor de samenleving. Deze productie moet dan ook krachtig worden bestreden.
Tevens heeft de verdachte 600 gram hennep en 400 gram hasjiesj aanwezig gehad. Dit zijn softdrugs, die bij langdurig gebruik eveneens een gevaar vormen voor de gezondheid van de gebruikers ervan.
Dit zijn ernstige feiten. De verdachte heeft zich kennelijk ingelaten met deze criminele activiteiten om inkomsten te verwerven zonder daarbij rekening te houden met de mogelijk negatieve gevolgen ervan.
7.2.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.2.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 juni 2019, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
7.2.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 5 september 2019. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De kans op recidive wordt ingeschat als gemiddeld.
Geadviseerd wordt om een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen, omdat de verdachte niet wenst mee te werken aan een meldplicht en eventuele andere bijzondere voorwaarden.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaringen, passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er conservatoir beslag is gelegd op zowel het inbeslaggenomen geld als op de auto en dat zij in verband met de aangekondigde ontnemingsvordering en een lopend witwasonderzoek het beslag wenst te handhaven.
8.2.
Beoordeling
Het bedrag van € 1.570,00 is kennelijk het geld dat op 18 april 2019 in de woning van de verdachte is aangetroffen . De € 25,00 en € 780,00 zijn kennelijk bij zijn aanhouding door de Zeehavenpolitie op 9 december 2018 inbeslaggenomen. Uit het dossier volgt dat het geld en de auto middellijk of onmiddellijk zijn verkregen door de handel in verdovende middelen. Omdat het aanwezig hebben van de verdovende middelen zag op die handel, is er in zoverre een relatie met de bewezenverklaarde feiten. Hoewel er de nodige gebreken kleven aan de registratie van de inbeslaggenomen goederen, staan deze gebreken niet in de weg aan de oplegging van een bijkomende straf.
Het inbeslaggenomen geld en de inbeslaggenomen auto zullen verbeurd worden verklaard.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Behalve op de reeds genoemde artikelen, is gelet op de artikelen 33, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10, 10a, 11 van de Opiumwet.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd de Volkswagen Golf met kenteken [kentekennummer] en
verklaart verbeurd € 2.380,-.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. V.M. de Winkel en J.C.A.M. Los, rechters,
in tegenwoordigheid van M.M. Cerpentier, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 oktober 2019.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 17 april 2019 te Bergschenhoek, gemeente Lansingerland
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
ongeveer 6253 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende MDMA, zijnde MDMA
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 17 april 2019 te Bergschenhoek, gemeente Lansingerland
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
ongeveer 600 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram
hennep, en/of
ongeveer 400 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van
een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen
van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj),
zijnde hennep en/of hasjiesj
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2018 tot en met 17 april 2019 te Bergschenhoek, gemeente Lansingerland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van MDMA en/of hennep, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen onder andere een hoeveelheid MDMA (in totaal 6,253 kilo) en/of 80 kilo cellulose en/of 8 kilo magnesium en/of klimaatcontrole units en/of actiefkoolfilters en/of afzuigunits en/of een compressor en/of emmers en/of bakken en/of vacuümzakken en/of folie en/of handschoenen en/of een vermaler en/of zeven en/of lepels en/of stempels en/of matrijzen en/of kleurstoffen en/of een vacuüm sealappara(a)t(en) en/of een tabletteermachine, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
4
hij op of omstreeks 17 april 2019 te Rotterdam
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
ongeveer 17,9 gram/36 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende MDMA, zijnde MDMA
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5
hij op of omstreeks 17 april 2019 te Rotterdam
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen een hoeveelheid MDMA (17,9 gram/36 pillen) en/of 147 kilo cellulose en/of 20,68 kilo magnesium, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat/die zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).