ECLI:NL:RBROT:2019:8110

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2019
Publicatiedatum
18 oktober 2019
Zaaknummer
10/965075-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering, valsheid in geschrift, stalking en computervredebreuk door politieagent

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 14 oktober 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een politieagent die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten. De verdachte, die als hoofdagent werkzaam was bij de Nationale Politie, heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering van contant geïncasseerde boetes, valsheid in geschrift door processen-verbaal valselijk op te maken, en het gebruik van politiesystemen voor privédoeleinden. Daarnaast is hij veroordeeld voor stalking. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk geldbedragen heeft verduisterd die hij in zijn bediening had, en dat hij daarbij niet heeft voldaan aan de richtlijnen van de politie. De verdachte heeft ook stelselmatig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van een slachtoffer door deze te stalken en ongewenste pizza's op zijn naam te laten bezorgen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 240 uren. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de positie van de verdachte als politieagent, wat het vertrouwen in de politie ernstig heeft aangetast. De verdachte heeft geen eerdere veroordelingen en er is een rapport van de reclassering en psycholoog over hem opgemaakt, waaruit blijkt dat hij lijdt aan een recidiverende depressieve stoornis. De rechtbank heeft de straffen gemotiveerd en benadrukt dat de verdachte zijn functie heeft misbruikt.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/965075-18
Datum uitspraak: 14 oktober 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
gemachtigd raadsman mr. N.P. van Dijk, advocaat te Amersfoort.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 30 september 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. G. Sannes heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met een proeftijd van 2 jaar, en een taakstraf voor de duur van 240 uur, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.

4.Ontvankelijkheid officier van justitie

Voor zover de verdediging zich op het standpunt heeft gesteld dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard, wordt dat verweer verworpen. Het is de rechtbank namelijk niet duidelijk geworden wat de grondslag hiervoor zou moeten zijn. Het openbaar ministerie is dus ontvankelijk.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Bewijswaardering
Feit 1
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Aangevoerd is dat geen sprake is geweest van opzet, omdat de verdachte – kort gezegd – het geld van de door hem geconstateerde verkeersovertredingen terecht heeft geind, maar alleen slordig is geweest in afdracht van de betaalde boetes.
De rechtbank volgt dit standpunt niet. Daartoe wordt het volgende overwogen. Hieronder zal bewezen worden verklaard dat de verdachte de processen-verbaal waarmee hij op 10 april 2018 geldboetes heeft geincasseerd, valselijk heeft opgemaakt. Zonder nadere concretisering, die ontbreekt, valt niet in te zien dat en waarom een dergelijk handelen als slordigheid moet worden aangemerkt. Voor de op 1 mei 2018 geïncasseerde geldboete is van belang dat de verdachte die dag tegen de toepasselijke richtlijnen in alleen op pad is gegaan en niet was belast met verkeerscontroles, dat hij alleen transacties uitschreef bij overtredingen door chauffeurs van voertuigen met een buitenlandse kenteken, dat hij het geïnde geldbedrag niet heeft afgestort, de naam van een ander heeft gebruikt en niet zijn eigen verbalisantnummer heeft genoteerd op de transactie, en dat hij tijdens het strafrechtelijk onderzoek de politie heeft willen misleiden door zelf geld te pinnen en vervolgens te beweren dat hij het boetebedrag weer had gevonden. Een en ander brengt de rechtbank tot het oordeel dat de verdachte opzet heeft gehad op het verduisteren van de geldbedragen.
Feit 2
Voor dit feit is eveneens vrijspraak bepleit. Volgens de verdediging ontbreekt het opzet, omdat niet kan worden uitgesloten dat de verdachte door psychische nood niet wist wat hij deed.
Dit betoog wordt verworpen. In het dossier is geen enkele aanwijzing te vinden dat de psychische problematiek van de verdachte een rol heeft gespeeld bij het valselijk opmaken van de processen-verbaal. De bedoeling van zijn handelen kan dan ook bezwaarlijk anders worden uitgelegd dan dat hij het oogmerk had om die proccesen-verbaal als echt en onvervalst te gebruiken.
Feit 3
Door de verdediging is aangevoerd dat niet is komen vast te staan dat bij de aangever daadwerkelijk een gevoel van angst is ontstaan of dat hij is gedwongen iets te doen of te dulden.
Ook dit verweer wordt verworpen. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte de aangever in de ten laste gelegde periode veelvuldig heeft gebeld en dat hij pizza’s op het adres van aangever heeft laten bezorgen. De verdachte heeft hiermee opzettelijk inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de aangever en deze inbreuk moet, gelet vooral op de aard, duur en frequentie van het handelen als stelselmatig worden aangemerkt. Dat deze handelingen de aangever een onbehaaglijk gevoel hebben gegeven, is voorstelbaar, zeker nu aangever niet wist wie hierachter zat. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de in de aangifte gebruikte woorden “geïntimideerd en angstig”. Hiernee is voldoende bewijs aanwezig om vast te stellen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de belaging van de aangever.
Feit 4
Van computervredebreuk is volgens de verdediging geen sprake omdat de verdachte als verbalisant op zich bevoegd was om het syteem te bevragen en daar ook toegang toe had.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte heeft gehandeld in een valse hoedanigheid. Hij heeft namelijk voor privédoeleinden gebruik gemaakt van een bevoegdheid die hij in zijn hoedanigheid van politieambtenaar toebedeeld heeft gekregen en die hij echter bij de ten laste gedragingen als privépersoon heeft gebruikt. Het verweer wordt dan ook verworpen.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan.
5.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij
op meer tijdstippen in de periode van 10 april 2018
tot en met 5 mei 2018 te Wolfheze (gemeente Renkum) en/of Cuijk en/of Elst
(gemeente Overbetuwe) en/of Andelst (gemeente Neder-Betuwe),
meermalen, als ambtenaar van politie (te weten als
hoofdagent van politie van de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie),
opzettelijk geldbedragen,
die hij, verdachte, in zijn bediening onder zich had, heeft verduisterd,
door deze geldbedragen niet af te dragen aan de Nationale Politie en/of
de Staat der Nederlanden en deze geldbedragen onder zich te houden
en deze geldbedragen te onttrekken aan zijn (ambtelijke)
bestemming, te weten
- een geldbedrag van 239 euro, geïnd
op 1 mei 2018 ten laste van de heer [naam slachtoffer 1] , vanwege een
verkeersovertreding op 1 mei 2018 op de A15 (nabij Elst (gemeente
Overbetuwe)) en
- een geldbedrag van 230 euro, geïnd
op 10 april 2018 ten laste van de heer [naam slachtoffer 2] ,vanwege een
verkeersovertreding gepleegd op 10 april 2018, op de A15 (nabij
Andelst (gemeente Neder-Betuwe)) en
- een geldbedrag van 230 euro, geïnd ten laste van de
heer [naam slachtoffer 3] , vanwege een verkeersovertreding gepleegd
op 10 april 2018, op de A15 (nabij Andelst (gemeente Neder-Betuwe);
2.
hij in of omstreeks de periode van 10 april 2018
tot en met 5 mei 2018 te Elst (gemeente Overbetuwe) en/of Andelst (gemeente
Neder-Betuwe) en/of elders in Nederland,
meermalen,
geschriften, te weten
processen-verbaal van politie, genummerd [proces-verbaalnummer 1] en
[proces-verbaalnummer 2] en een proces-verbaal (van politie) van mededeling van
een niet onherroepelijk vonnis of arrest, genummerd [documentnummer] ,
zijnde door hem verdachte opgemaakte geschriften die bestemd
waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
(telkens) valselijk heeft opgemaakt, immers heeft hij,
verdachte (telkens) valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid -
die processen-verbaal ondertekend met een andere naam (van een niet bestaande
verbalisant) dan die van hemzelf en voorzien van een ander (niet bestaand)
verbalisantnummer, te weten [naam 1] (verbalisantnummer [nummer 1] ) en [naam 2]
(verbalisantnummer [nummer 2] ) enf [naam 3]
zulks (telkens) met het oogmerk om die geschriften als ware echt en
onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken;
3.
hij
in de periode van 1 januari 2018 tot en met 29 maart 2018 te
Neede (gemeente Berkelland),
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk, inbreuk heeft gemaakt op eens
anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 4] , door in
voornoemde periode
- die [naam slachtoffer 4] voornoemd, veelvuldig
(anoniem) te bellen en
- meermalen pizza's, te bestellen op naam van die
[naam slachtoffer 4] voornoemd en die pizza's te laten bezorgen op het adres van die
[naam slachtoffer 4] voornoemd, waardoor die [naam slachtoffer 4] voornoemd met
verplichtingen jegens derden geconfronteerd zou worden
met het oogmerk die [naam slachtoffer 4] voornoemd, te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen;
4.
hij in of omstreeks de periode van 15 januari
2018 tot en met 27 maart 2018 te Wolfheze (gemeente Renkum) en/of (elders) in
Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk in
geautomatiseerde werken, namelijk in servers van
de Nationale Politie, is binnengedrongen door het aannemen van een valse
hoedanigheid,
door zich met een gebruikersnaam en wachtwoord voor de MEOS-applicatie
en Auto/Orion toegang te
verschaffen tot servers van de Nationale Politie,
met een ander doel dan waarvoor hem die gebruikersnaam en dat wachtwoord
ter beschikking stonden en waarvoor hem die toegang was toegestaan,
en
(vervolgens) (ten aanzien van [naam slachtoffer 4] ) gegevens die waren opgeslagen
en verwerkt door middel van die
geautomatiseerde werken waarin hij zich wederrechtelijk bevond, voor
zichzelf heeft overgenomen,
namelijk door (telkens) (vertrouwelijke) informatie (omtrent die [naam slachtoffer 4]
voornoemd) uit de MEOS-applicatie en andere applicaties te
gebruiken om die [naam slachtoffer 4] voornoemd veelvuldig (anoniem) te
bellen en meermalen pizza's te bestellen op naam van die
[naam slachtoffer 4] voornoemd en die pizza's te laten bezorgen op het adres van die
[naam slachtoffer 4] voornoemd;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
ten aanzien van feit 1:
als ambtenaar, die opzettelijk geld dat hij in zijn bediening onder zich heeft, verduisteren, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3:
belaging;
ten aanzien van feit 4:
computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf overneemt.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straffen

De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft als politieagent contant geldboetes geïnccaseerd van drie buitenlandse vrachtwagenchauffeurs en die bedragen verduisterd. In twee van de drie gevallen heeft hij ook een vals proces-verbaal opgemaakt. Daarnaast heeft verdachte de politiesystemen gebruikt om privégegevens van een vriend van zijn ex-vriendin te achterhalen. Gelet op de functie die de verdachte bekleedde en de positie die hij daarmee in de samenleving innam, is de ernst van zijn gedrag moeilijk te onderschatten. Hij heeft met zijn handelwijze het vertrouwen dat men in de politie heeft en moet kunnen hebben op een zeer kwalijke manier aangetast, voorts heeft hij het door de politie in hem gestelde vertrouwen ernstig geschonden. Nadat de verdachte de privégegevens van de vriend van zijn ex-vriendin had achterhaald, heeft hij hem in een korte tijd veelvuldig gebeld en pizza’s bij hem laten bezorgen. Hiermee heeft de verdachte ook op een onaangename wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van deze man. Dit alles wordt de verdachte zeer stevig aangerekend.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 20 augustus 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 24 september 2019. De rechtbank heeft hiervan kennisgenomen.
Door psycholoog N. van der Weegen is een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 8 juli 2019. Daarin wordt geconcludeerd dat bij de verdachte sprake is van een recidiverende depressieve stoornis. Dit was ook zo ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Door zijn stoornis werd de verdachte belemmerd in zijn keuzevrijheid. De psycholoog adviseert de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten in verminderde mate toe te rekenen.
Ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zaken wordt geen verband met de stoornis gezien, zodat deze feiten volgens de psycholoog aan de verdachte volledig kunnen worden toegerekend.
De rechtbank verenigt zich met de conclusies van de psycholoog. Dit betekent dat het hiervoor bewezen verklaarde aan de verdachte kan worden toegerekend, zij het in verminderde mate ten aanzien van de feiten 3 en 4. In het door de verdediging overgelegde conceptrapport van de psycholoog van 28 juni 2019 wordt geen aanleiding gezien anders te concluderen.
Hoewel de ernst van de feiten daartoe aanleiding geven, zal de rechtbank geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. De reden daarvan is dat de verdachte al strafontslag heeft gekregen. Wel brengt die ernst mee dat niet anders kan worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke taakstraf van maximale duur in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Dit laatste niet zozeer met het oog op de kans op herhaling, maar meer om het ernstige karakter van de feiten te benadrukken.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

9.In beslag genomen voorwerpen

In overeenstemming met de vordering van de officier van justitie worden de in beslag genomen goederen verbeurd verklaard. Met deze voorwerpen, die aan de verdachte toebehoren, zijn de bewezenverklaarde feiten 1 en 2 begaan.

10.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde] ter zake van het onder 1 ten laste gelegde strafbare feit. Hij vordert een vergoeding van € 439,- aan materiële schade en van € 300,- aan immateriële schade.
Met de officier van justitie en de verdediging wordt geoordeeld dat de vordering onvoldoende is onderbouwd. De benadeelde partij zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering. Deze kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 57, 138ab, 225, 285b en 359 van het Wetboek van Strafrecht.

12.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

13.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maandenen bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de 1 en 2 feiten:
1. boek (kwitantieboekje);
1. bon met nummer nr. [proces-verbaalnummer 1] ;
1. bon met nummer nr. [proces-verbaalnummer 2] ;
1. bonnen pv (bonnenboekje processen-verbaal blanco);
1. bon met nummer [proces-verbaalnummer 3] ;
1. proces-verbaal (pv van mededeling van een niet OH-vonnis of arrest);
1. kwitantie d.d. 1 mei 2018 van pintransactie bij ING 200,-;
1. geldbedrag 2 x 100 euro en 1 x 40 euro;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. V.F. Milders, voorzitter,
en mrs. C. Vogtschmidt en D. van Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. G. Smid, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 oktober 2019.
De oudste rechter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
(onderzoek Dahlia)
hij
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 april 2018
tot en met 5 mei 2018 te Wolfheze (gemeente Renkum) en/of Cuijk en/of Elst
(gemeente Overbetuwe) en/of Andelst (gemeente Neder-Betuwe) en/of elders in
Nederland,
meermalen, althans eenmaal, als ambtenaar van politie (te weten als
hoofdagent van politie van de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie),
(telkens) opzettelijk een of meer geldbedrag(en), althans een geldbedrag,
die/dat hij, verdachte, in zijn bediening onder zich had, heeft verduisterd,
door deze/dit geldbedrag(en) niet af te dragen aan de Nationale Politie en/of
de Staat der Nederlanden en/of deze/dit geldbedrag(en) onder zich te houden
en/of deze/dit geldbedrag(en) te onttrekken aan zijn/haar (ambtelijke)
bestemming, te weten
- een geldbedrag van 239 euro, althans een geldbedrag, geïnd
op 1 mei 2018 ten laste van de heer [naam slachtoffer 1] , vanwege een (vermeende)
verkeersovertreding op 1 mei 2018 op de A15 (nabij Elst (gemeente
Overbetuwe)) en/of
- een geldbedrag van 230 euro, althans een geld bedrag, geïnd
op 10 april 2018 ten laste van de heer [naam slachtoffer 2] , vanwege een
(vermeende) verkeersovertreding gepleegd op 10 april 2018, op de A15 (nabij
Andelst (gemeente Neder-Betuwe)) en/of
- een geldbedrag van 230 euro, althans een geld bedrag, geïnd ten laste van de
heer [naam slachtoffer 3] , vanwege een (vermeende) verkeersovertreding gepleegd
op 10 april 2018, op de A15 (nabij Andelst (gemeente Neder-Betuwe));
art 359 Wetboek van Strafrecht
2.
(onderzoek Dahlia)
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 april 2018
tot en met 5 mei 2018 te Elst (gemeente Overbetuwe) en/of Andelst (gemeente
Neder-Betuwe) en/of elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
een of meer geschrift(en), te weten (gedeeltes van) een of meer
proces(sen)-verbaal van politie, genummerd [proces-verbaalnummer 1] en/of
[proces-verbaalnummer 2] en/of een proces-verbaal (van politie) van mededeling van
een niet onherroepelijk vonnis of arrest, genummerd [documentnummer] ,
zijnde (een) door hem verdachte opgemaakt(e) geschrift(en) die/dat bestemd
waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen,
(telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, immers heeft hij,
verdachte (telkens) valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid -
die processen-verbaal ondertekend met een andere naam (van een niet bestaande
verbalisant) dan die van hemzelf en/of voorzien van een ander (niet bestaand)
verbalisantnummer, te weten [naam 1] (verbalisantnummer [nummer 1] ) en/of [naam 2]
(verbalisantnummer [nummer 2] ) en/of [naam 3]
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als ware echt en
onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
(onderzoek Duizendschoon)
hij
in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 29 maart 2018 te
Neede (gemeente Berkelland) en/of (elders) in Nederland, in elk geval in
Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk, inbreuk heeft gemaakt op eens
anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 4] , door in
voornoemde periode
- die [naam slachtoffer 4] voornoemd, vijftig maal, althans veelvuldig, althans meermalen
(anoniem) te bellen en/of
- een of meermalen pizza('s), althans voedsel te bestellen op naam van die
[naam slachtoffer 4] voornoemd en/of die pizza('s) te laten bezorgen op het adres van die
[naam slachtoffer 4] voornoemd, waardoor/zodat die [naam slachtoffer 4] voornoemd met berichten en/of
verplichtingen jegens derden geconfronteerd zou worden
met het oogmerk die [naam slachtoffer 4] voornoemd, te dwingen iets te doen en/of niet te
doen en/of te dulden en/of vrees aan te jagen;
art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
(onderzoek Duizendschoon)
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 januari
2018 tot en met 27 maart 2018 te Wolfheze (gemeente Renkum) en/of (elders) in
Nederland,
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer (delen van)
geautomatiseerde werken, namelijk in een of meer (delen van de) servers van
de Nationale Politie en/of Rijksdienst voor het Wegverkeer en/of (delen van)
andere servers, is binnengedrongen met behulp van een (of meer) valse
sleutel(s) en/of signalen en/of door het aannemen van een (of meer) valse
hoedanighe(i)d(en),
namelijk door (telkens) onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam
en/of wachtwoord voor de MEOS-applicatie en/of Auto/Orion en/of een of meer
andere applicatie(s) en/of
door zich met een gebruikersnaam en/of wachtwoord voor de MEOS-applicatie
en/of Auto/Orion en/of een of meer andere applicatie(s) toegang te
verschaffen tot (delen van de) servers van de Nationale Politie en/of
Rijksdienst voor het Wegverkeer en/of (delen van) andere servers,
met een ander doel dan waarvoor hem die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord
ter beschikking stonden en/of waarvoor hem die toegang was toegestaan,
en/of
(vervolgens) (ten aanzien van [naam slachtoffer 4] ) gegevens die waren opgeslagen
en/of verwerkt en/of overgedragen door middel van (delen van) die
geautomatiseerde werk(en) waarin hij zich wederrechtelijk bevond, voor
zichzelf heeft overgenomen,
namelijk door (telkens) (vertrouwelijke) informatie (omtrent die [naam slachtoffer 4]
voornoemd) uit de MEOS-applicatie en/of een of meer andere applicatie(s) te
gebruiken om die [naam slachtoffer 4] voornoemd veelvuldig, althans meermalen (anoniem) te
bellen en/of meermalen pizza's, althans voedsel te bestellen op naam van die
[naam slachtoffer 4] voornoemd en/of die pizza's te laten bezorgen op het adres van die
[naam slachtoffer 4] voornoemd;
art 138ab lid 2 Wetboek van Strafrecht