Op 25 september 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, de achterblijfster, beroep heeft ingesteld tegen een door de burgemeester van Lansingerland opgelegd huisverbod aan de uithuisgeplaatste. Het huisverbod was opgelegd op 21 september 2019 na een gewelddadig incident tussen verzoekster en de uithuisgeplaatste, waarbij alcoholgebruik een rol speelde. Verzoekster heeft verzocht om een voorlopige voorziening en om het bestreden besluit te vernietigen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er nieuwe feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven om de werking van het huisverbod voortijdig te beëindigen. De rechter oordeelde dat het bestreden besluit negatieve effecten heeft op de kinderen en het gezinsleven van de betrokkenen. De voorzieningenrechter heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de rechtsgevolgen in stand gelaten tot 25 september 2019. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen. De rechter heeft geconcludeerd dat het gevaar, hoewel verminderd, nog steeds aanwezig is, maar dat de belangen van de betrokkenen zwaarder wegen dan het voortduren van het huisverbod.