1
hij op of omstreeks 23 november 2017 te Rotterdam als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig
(personenauto), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te
wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door met dat motorrijtuig
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend en/of
onachtzaam en/of met aanmerkelijke verwaarlozing van de te dezen
geboden zorgvuldigheid te rijden op de voor het openbaar verkeer
openstaande weg, [plaats delict] ,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen
daar,
-met een hogere snelheid dan was toegestaan heeft gereden en/of
-(bovendien) met een gelet op de situatie (te weten personen die bij een
bushalte waren uitgestapt en/of overstaken) veel te hoge snelheid heeft
gereden en/of
-niet tijdig heeft opgemerkt dat een voetganger doende was de rijbaan
(nabij die bushalte) over te steken en/of
-zijn voertuig niet tot stilstand kon brengen binnen de afstand waarover
hij, verdachte, de weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
-in botsing of aanrijding is gekomen met die voetganger,
waardoor die voetganger, genaamd [naam slachtoffer] , zwaar
lichamelijk letsel (te weten een slagaderlijke bloeding bij de lies, een
heiligbeenbreuk, een losgeraakt schaambeen, breuken in de onderarm,
breuken van het onderbeen, knieletsel, een breuk in het kniegewricht,
breuken van borstwervels en onderrugwervels en nierproblemen
waarvoor dialyse nodig was en voorts een longontsteking, maagzweer
en wondinfectie (complicaties), of zodanig lichamelijk letsel werd
toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de
uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
zulks terwijl hij, verdachte, het motorrijtuig bestuurde na het gebruik
van alcohol en THC;