ECLI:NL:RBROT:2019:7615
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire ontslag van brandweerman wegens plichtsverzuim en leugenachtige verklaringen over diploma
Op 26 september 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak over een verzoek om voorlopige voorziening van een brandweerman die disciplinair ontslag had gekregen. De verzoeker, die sinds 1 maart 2015 in tijdelijke dienst was als brandweerman/hulpverlener, werd verweten dat hij niet voldeed aan de vereisten voor zijn aanstelling, met name het ontbreken van het diploma Manschap A. Verweerder, het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, had op 30 juli 2019 besloten om verzoeker de disciplinaire straf van ontslag op te leggen wegens ernstig plichtsverzuim. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 17 september 2019 werd duidelijk dat verzoeker tweemaal leugenachtige verklaringen had afgelegd over het diploma en dat hij had verzwegen dat hij niet voldeed aan de vereisten. De voorzieningenrechter oordeelde dat het disciplinair ontslag niet onevenredig was aan de aard en ernst van het verweten plichtsverzuim. Hoewel verweerder ook nalatig was geweest door verzoeker een aanstelling voor onbepaalde tijd te geven zonder te verifiëren of hij de benodigde diploma's had, woog dit minder zwaar dan het gedrag van verzoeker.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat het bestreden besluit naar verwachting in stand kon blijven. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.