Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[naam gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 juni 2018, met producties 1 tot en met 32;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie van [gedaagden] , met producties 1 tot en met 43;
- het tussenvonnis (de oproepingsbrief) van de rechtbank van 10 oktober 2018, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief van mr. Poelman (namens [naam eiseres] ) van 18 januari 2019, met bijgevoegd de conclusie van antwoord in reconventie met producties 33 tot en met 42 en beslagstukken;
- de brief van mr. Van Dijk (namens [gedaagden] ) van 29 januari 2019, met twee producties;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 5 februari 2019;
- de ter zitting door mr. Poelman overgelegde notitie;
- de ter zitting door mr. Van Dijk overgelegde spreekaantekeningen;
- de brief van mr. Van Dijk van 28 februari 2019, waarin opmerkingen zijn gemaakt over het proces-verbaal;
- het faxbericht van mr. Poelman van 1 maart 2019, waarin opmerkingen zijn gemaakt over het proces-verbaal en waarin is gereageerd op de brief van mr. Van Dijk van 28 februari 2019.
2.De feiten
- CMP Holding (van 14 april 2014 tot 31 december 2015);
- [naam gedaagde 2] (van 14 april 2014 tot 15 februari 2016);
- [naam eiseres] (van 4 mei 2015 tot 1 februari 2016);
- CGG Management (van 31 december 2015 tot 15 april 2016);
- CGG Ventures B.V. (verder: CGG Ventures, van 15 april 2016 tot 23 november 2017).
- CGG Capital (van 30 juni 2015 tot 20 april 2016);
- [naam eiseres] (van 20 april 2016 tot 24 oktober 2017);
- [naam gedaagde 2] (van 20 april 2016 tot 1 mei 2016).
- [naam eiseres] (van 20 april 2016 tot 20 april 2016);
- [naam gedaagde 2] (van 20 april 2016 tot 1 mei 2016).
- Ondergetekenden wensen te komen tot een nauwe samenwerking gebruikmakend van de door CMP Holding BV (hierna in deze hoedanigheid te noemen ‘founder’) ontwikkelde en aan Capital Partner Beheer[rechtbank: CGG Capital]
ter exploitatie in licentie uitgegeven verkregen ‘Capital Partner Concept’. - Deze strategie is gericht op het nemen van belangen in beloftevolle ondernemingen en deze ondernemingen te voorzien van management, aandeelhouders en andere vormen van strategische samenwerking zoals onder andere ‘investment management’ en ‘Management Buy In’, met als doel waarde toe te voegen aan de bedrijfsprojecten.
- Het zogeheten Capital Partner Concept houdt in: het bundelen van management buy in met investeringsmanagement en opportunities gericht op het verkrijgen en het geheel of gedeeltelijk verkopen van belangen. Ten behoeve van het Capital Partner Concept als omschreven in deze overeenkomst is veel tijd en geld geïnvesteerd in de ontwikkeling van voornoemde werkmethodiek, met als resultaat dat het mogelijk is geworden op basis van ondernemen en participatie, vanuit een juridische en economisch zelfstandige entiteit een profijtelijke praktijk op te bouwen.
- Capital Partner Beheer stelt zich ten doel haar capaciteit met betrekking tot voornoemde activiteiten en de uitvoering van het Capital Partner Concept uit te breiden met het oog op een stijgend aanbod van ondernemingen met onder andere opvolgingsproblematiek, alsmede participaties te nemen in beloftevolle bedrijfsinitiatieven en deze te delen met een klein exclusief team van Partners, die tevens aandeelhouders in Capital Partner Beheer zijn.
1.Vennootschappelijk:
tevens toetreedt als aandeelhouder van Capital Partner Beheer.
2.Aandelenstructuur:
Capital Partner Beheer kent conform haar Statuten gestorte en geplaatst 2.000 gewone (letter)aandelen en 1.100 cumulatief preferente aandelen, in totaal 3.100 aandelen; elk van de aandelen is nominaal Euro 1,- (één Euro).
3.Beschermingsstructuur:
De meerderheid d.m.v. de cumulatieve preferente aandelen gecombineerd met 1000 gewone letteraandelen A, hebben tot doel te dienen als bescherming tegen een door de aandeelhouders ongewenste overname van Capital Partner Beheer en/of wijziging van de statutaire directie en/of wijziging van het beoogde beleid en strategie van Capital Partner Beheer. De cumulatieve en preferente aandelen worden gehouden door CMP Holding B.V. en hebben nagenoeg geen invloed op de economische verdeling van het resultaat.
4.Aandeel van Partner:
Ondergetekenden komen hierbij overeen dat Partner toetreedt tot Capital Partner Beheer en de samenwerking door koop door en levering aan de Partner van 500 gewone aandelen (letter C) nominaal Euro 1,- (één Euro) tegen een prijs van Euro 1.000,- (duizend Euro) per aandeel. Van deze koopsom voldoet Partner bij overdracht Euro 150.000,- en blijft Euro 350.000,- schuldig, hierna te noemen schuld. De aflossing van deze schuld is uitsluitend gekoppeld aan gerealiseerde winst toekomend aan de Partner, welke in het bijgaande en door partijen ondertekende supplement ‘Lening’ is omschreven.
8.Strategie:
Capital Partner Beheer heeft een gebruiksrecht verkregen voor uitvoering van de Capital Partner Beheer concept. Dit houdt mede in het gebruik van de naam Capital Partner.
9.Samenwerking:
Capital Partner Beheer wenst te komen tot het vormen van een ondernemingstructuur (het Capital Partner Concept) bestaande uit Partners, tevens met elkaar verbonden als aandeelhouders van de vennootschap, die elkaar begeleiden en ondersteunen bij het werven en selecteren van de bedrijfsprojecten, het financieren en ontwikkelen hiervan en de eventuele gehele of gedeeltelijke verkoop van deze bedrijfsprojecten, conform de Capital Partner Private Beheer concept.
10.Partnership(recht):
(…) Onder Partnership en/of Partner wordt verstaan een actief meewerkende Partner die tevens medeaandeelhouder is. (…)
11.Doelstelling:
Capital Partner Beheer en de Partner stellen zich ten doel om zich zo maximaal in te spannen als redelijkerwijs van hen verlangd mag worden om de Capital Partner strategie uit te voeren en bij te dragen aan een optimaal rendement van de vennootschap. Capital Partner Beheer en de Partner zien het beperken van kosten, het bevorderen van een korte doorlooptijd van projecten, innovatieve bedrijfsontwikkelingen en werkbesparing door efficiëntie in de bedrijfsvoering als belangrijkste mogelijkheden om het gestelde doel (een optimaal rendement) te bereiken.
12.Werkzaamheden:
Uitgangspunt is een toegewijde inzet door Partner van minimaal 4 dagen per week. (…)
19.Voorschotten:
De directie zal voorschotten vaststellen per partner. Deze voorschotten worden verrekend met hetgeen aan de desbetreffende Partner als aandeelhouder wordt uitgekeerd. Het voorschot aan de Partner zal in beginsel vastgesteld zijn op Euro 7.500,- (…) per maand. Op basis van cash flow en resultaten heeft de statutaire directie het recht deze voorschotten te verhogen of te verlagen, per kwartaal vast te stellen. Voorschotten en winstuitkeringen zullen in beginsel voor alle partners naar rato van de verhouding aan gewone aandelen staan.
20.Pilotfase:
Capital Partner Beheer is gestart met de ontwikkeling van bedrijfsprojecten op basis van het Capital Partner Concept. De ontwikkeling van deze projecten bevinden zich in de zogenaamde ‘pilotprojecten’, aangezien Capital Partner Beheer een startende onderneming is. (…)
23.Gevolgen beëindiging:
(…) De uittredende Partner zal zodra sprake is van beëindiging van deze overeenkomst alle aan de uitvoering daarvan verbonden gegevens en bescheiden overdragen aan de statutaire directie van de vennootschap en onverwijld alle inlichtingen verschaffen die noodzakelijk zijn voor een directe overdracht van de projecten waarvan de Partner projectleider was. (…)
24.Aanvullende aanbiedingsverplichtingen:
In aanvulling op de aanbiedingsregeling als opgenomen in de statuten komen partijen hierbij overeen dat de Partner verplicht is de door hem of haar gehouden aandelen conform de statutaire aanbiedingsregeling aan de andere aandeelhouders aan te bieden op het moment dat: (…) deze overeenkomst wordt ontbonden c.q. eindigt op basis van het bepaalde in artikel 22 van deze overeenkomst.
en de Aandelen.
en Verkoper 2[rechtbank: [naam gedaagde 2] ]
garanderen jegens Koper[rechtbank: [naam eiseres] ]
dat het navolgende op heden juist is:
een belang heeft genomen in CGG[rechtbank: CGG Capital]
(…).
en Euro 125.000,- aan CMP[rechtbank: CMP Holding].
aansprakelijk gesteld wordt door de gezamenlijke Partner-organisatie.
3.Het geschil
in conventie
subsidiair, CMP Beheer te veroordelen om aan [naam eiseres] terug te betalen de koopsom voor de aandelen ad € 125.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 oktober 2014 tot aan de dag van algehele voldoening, alsmede CMP Holding te veroordelen om aan [naam eiseres] terug te betalen de koopsom voor de aandelen ad € 43.333,33, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 november 2015 tot aan de dag van algehele voldoening;
4.De beoordeling
- vanaf omstreeks 1985 tot 2010 was [naam gedaagde 1] actief onder de naam Pro-Partner (Pro-Partner Nederland B.V. en Pro-Partner Presidium B.V.);
- vanaf omstreeks 2011-2013 was [naam gedaagde 1] actief met Pro-Partner Equity B.V. (verder: PPE);
- op 19 september 2013 zijn twee nieuwe vennootschappen opgericht door CMP Holding ( [naam gedaagde 1] ): Capital Partner Holding B.V. (verder: CPH) en Capital Partner Equity B.V. (verder: CPE);
- op 7 maart 2014 zijn Capital Partner Investment B.V. (verder: CPI) en Capital Partner Finance B.V. (verder: CPF) opgericht, van welke vennootschappen, blijkens het handelsregister, CMP Holding enig aandeelhouder en enig bestuurder was;
- op 14 april 2014 is CGG Capital opgericht.
- Bij PPE waren drie externe investeerders betrokken: (de vennootschappen van) [naam investeerder 1] , [naam investeerder 2] en [naam investeerder 3] . [naam investeerder 1] en [naam investeerder 2] zijn uit onvrede over de organisatie binnen twee maanden opgestapt en [naam investeerder 2] heeft een procedure gevoerd tegen [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 2] . [naam investeerder 3] klaagde in een e-mail van 25 oktober 2013 bij [naam gedaagde 1] over het feit dat er tot dat moment geen enkel financieel overzicht was en gaf aan “een heel slecht onderbuikgevoel” te hebben en ermee te willen stoppen.
- Bij CPH waren als externe investeerders betrokken (de vennootschappen van) [naam investeerder 4] , [naam investeerder 5] , [naam investeerder 6] , [naam investeerder 7] en [naam investeerder 8] . [naam investeerder 5] en [naam investeerder 8] hebben op 14 mei 2014 respectievelijk 2 juni 2014 hun overeenkomst met CPH buitengerechtelijk vernietigd wegens dwaling. Omdat de op die vernietiging gebaseerde vorderingen tot terugbetaling van de inleg niet werden voldaan, is CPH op verzoek van [naam investeerder 5] en [naam investeerder 8] failliet verklaard bij vonnis van 2 december 2014 (welk vonnis in hoger beroep is vernietigd). Blijkens een e-mailwisseling tussen [naam gedaagde 1] en [naam investeerder 4] op 28 mei 2014 ontstonden er ook met deze investeerder problemen die hoog opliepen. Ook [naam investeerder 6] en [naam investeerder 7] verbraken in de eerste helft van 2014 hun banden met CPH uit onvrede en/of teleurstelling, in welk kader [naam eiseres] een e-mail van [naam investeerder 7] d.d. 25 februari 2014 in het geding heeft gebracht.
- Bij CPI waren (de vennootschappen van) [naam investeerder 9] en [naam investeerder 10] als externe investeerders betrokken. Ook zij raakten teleurgesteld en haakten af als investeerder, aldus [naam eiseres] .
- ten aanzien van [naam investeerder 2] : deze aandeelhouder/partner besloot een baan te aanvaarden en wilde uitstappen. Zijn vorderingen zijn in rechte afgewezen.
- ten aanzien van [naam investeerder 3] : na de e-mail van 25 oktober 2013 is de lucht geklaard. [naam investeerder 3] is nog geruime tijd actief geweest met een project en nog altijd participant in het Partnerfonds.
- ten aanzien van [naam investeerder 5] , [naam investeerder 8] , [naam investeerder 4] en [naam investeerder 7] : [naam investeerder 7] heeft zijn collegae benaderd om samen een nieuwe, concurrerende organisatie te vormen. Die organisatie is ook daadwerkelijk opgericht. De opzeggingen en de door [naam eiseres] bedoelde correspondentie hielden daarmee verband, aldus [gedaagden]
- in de considerans (derde bullet point) wordt vermeld dat veel tijd en geld is geïnvesteerd in het concept, met als resultaat dat het mogelijk is geworden “een
- uit artikel 4 volgt een koopsom voor de aandelen van
- artikel 16 bepaalt dat CGG Capital inkomen geniet “vanuit
- artikel 18 vermeldt dat “een
- artikel 19 vermeldt dat [naam eiseres] als partner een
- het derde bullet point in de considerans de mogelijkheden van het concept aangeeft en geen garantie is;
- de koopsom (artikel 4) deels een earn out-regeling betreft en de uiteindelijke koopsom aanzienlijk lager was;
- artikel 16 niet meer en niet minder is dan een verklaring waar de inkomsten van CGG Capital vandaan moeten komen;
- artikel 18 een intentie is die thuishoort in een samenwerking met commerciële doelen;
- het doel was om bij uitzicht op winst te gaan werken met voorschotten en het vanzelfsprekend is dat dit reeds is meegenomen in de overeenkomst van 1 oktober 2014.
- Dat de opgebouwde praktijk in de considerans van de overeenkomst is aangeduid als profijtelijk, rechtvaardigt geen beroep op bedrog en/of dwaling. Sprake is van een aanprijzing in algemene bewoordingen, die ingevolge artikel 3:44 lid 3 BW, ook al zou deze aanprijzing onwaar zijn, op zichzelf geen bedrog oplevert. Evenmin kan deze aanprijzing worden aangemerkt als een onjuiste inlichting in de zin van artikel 6:228 BW.
- De hoogte van de koopsom rechtvaardigt evenmin een beroep op bedrog en/of dwaling. Daarbij stelt de rechtbank voorop dat partijen in beginsel vrij zijn om zelf een prijs overeen te komen, waarbij in dit geval tevens relevant is dat een deel van de koopsom (€ 350.000,00) is gekoppeld aan de te realiseren winst (in de vorm een earn-out regeling). Dat bij de vaststelling van de koopprijs is uitgegaan van misleidende of onjuiste inlichtingen is onvoldoende gesteld en evenmin gebleken. [naam eiseres] heeft weliswaar onbetwist aangevoerd dat er bij het aangaan van de overeenkomst nog geen cijfers van CGG Capital beschikbaar waren, maar dat laat onverlet dat [naam eiseres] cijfers van andere (in haar visie) tot de organisatie behorende vennootschappen had kunnen controleren om zich aldus te vergewissen van de winstpotentie van de organisatie waarin zij wilde toetreden.
- De rechtbank heeft ook geen aanleiding om aan te nemen dat het in de overeenkomst vermelde verdienmodel van CGG Capital en de ambitie winst te realiseren bij voorbaat kansloos waren. Gelet op de betwisting daarvan door [gedaagden] kan de stelling van [naam eiseres] dat in de periode 2010-2014 geen enkel project winstgevend of succesvol is geweest niet als juist worden aangenomen. De rechtbank neemt ook in dit kader in aanmerking dat dergelijke investeringen naar hun aard risicovol zijn en dat CGG Capital slechts enkele maanden voorafgaand aan het aangaan van de overeenkomst van 1 oktober 2014 was opgericht. Mede gelet op hetgeen is bepaald in artikel 20 van voornoemde overeenkomst (zie hiervoor onder 2.7) moet het [naam eiseres] duidelijk zijn geweest dat zij een belang nam in een startende onderneming (die deel uitmaakte van een al langer bestaande organisatie). Met [gedaagden] is de rechtbank van oordeel dat in de overeenkomst geen garantie op winst kan worden gelezen. Ook de artikelen 16 en 18 kunnen dus niet als misleidend of onjuist worden aangemerkt.
- Dat maandelijkse voorschotten op de winst werden beoogd en aanvankelijk ook zijn betaald, rechtvaardigt, gelet op het voorgaande, evenmin de conclusie dat sprake is van bedrog en/of dwaling. Datzelfde geldt voor het feit dat de betaling van de voorschotten is stopgezet. Die mogelijkheid is voorzien in artikel 19 van de overeenkomst en is bovendien een toekomstige omstandigheid, als bedoeld in artikel 6:228 lid 2 BW.
- Voor zover [naam eiseres] nog heeft aangevoerd dat haar bestuurder destijds goed bevriend was met [naam gedaagde 1] , dat [naam gedaagde 1] de interesse van [naam eiseres] heeft gewekt door te wijzen op zijn grote ervaring in het bedrijfsleven en zijn grote successen met de organisatie en dat [naam eiseres] zelf onervaren was op het terrein waarop de organisatie zich begeeft, kan dat - wat er ook zij van de juistheid van die stellingen - aan het voorgaande niet afdoen.
- dat CGG Capital niet betrokken is bij procedures en dat aan de verkopers van de aandelen (CMP Beheer en [naam gedaagde 2] ) geen feiten of omstandigheden bekend zijn die tot een procedure zouden kunnen leiden; en
- dat ten laste van CGG Capital geen verplichtingen bestaan en CMP Beheer, [naam gedaagde 2] en CGG Capital geen feiten of omstandigheden bekend zijn, waarvan CMP Beheer en [naam gedaagde 2] in redelijkheid kunnen aannemen dat zij voor [naam eiseres] van belang kunnen zijn, noch dat dergelijke verplichtingen, feiten of omstandigheden, voor zover CMP Beheer, [naam gedaagde 2] en CGG Capital bekend, te verwachten zijn.
- Sprake was van een faillissementsprocedure tegen CPH, die is ingeleid bij een verzoekschrift dat blijkens het faillissementsvonnis op 28 oktober 2014 - en dus vóór de overdracht van de aandelen op 31 oktober 2014 - door de rechtbank is ontvangen.
- Ten tijde van het tot stand komen van de notariële akte waren er, ter zake van het geschil tussen (de vennootschap van) [naam investeerder 2] en PPE, feiten en omstandigheden bekend die tot een procedure zouden kunnen leiden.
6.198,00(2,0 punten × tarief € 3.099,00)