ECLI:NL:RBROT:2019:7168
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep en verzoek om voorlopige voorziening inzake verlenging huisverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 augustus 2019 uitspraak gedaan over een verzoek tot verlenging van een huisverbod dat eerder was opgelegd aan de verzoeker. De burgemeester van Rotterdam had op 8 augustus 2019 een huisverbod opgelegd, dat op 16 augustus 2019 werd verlengd tot 5 september 2019. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen deze verlenging en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting waren de verzoeker, zijn gemachtigde, de burgemeester en de belanghebbenden aanwezig.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen. De rechter heeft vastgesteld dat er geen partnergesprek heeft plaatsgevonden en dat er geen veiligheidsafspraken zijn gemaakt, waardoor het gevaar voor de veiligheid van de achterblijvers nog steeds voortduurt. De rechter heeft ook overwogen dat de burgemeester voldoende redenen had om het huisverbod te verlengen, gezien de omstandigheden en het gevaar dat de verzoeker voor de achterblijvers zou kunnen opleveren.
De voorzieningenrechter heeft verder geconcludeerd dat de verzoeker niet voldoende had aangetoond dat de situatie was veranderd ten opzichte van eerdere procedures, waarin het huisverbod ook was gehandhaafd. De rechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.