Uitspraak
[naam verdachte] ,
Procedure
Feiten
Standpunt verdachte en standpunt officier van justitie
- ten aanzien van het verzoek om een aanvullend proces-verbaal en gespreksaantekeningen en gespreksverslagen van de Belastingdienst:de rechter-commissaris heeft ten onrechte geoordeeld dat het verzoek onvoldoende is onderbouwd en heeft ook ten onrechte aan de verdachte tegengeworpen dat hij over de genoemde punten zelf niets heeft verklaard, maar zich steeds op zijn zwijgrecht heeft beroepen. De verdachte heeft het recht om te zwijgen en weet ook niet wat bij deze controlebezoeken van de Belastingdienst de juiste gang van zaken is. De verzochte stukken zijn nodig om te kunnen beoordelen wat er tijdens de controlebezoeken is besproken en of bepaalde rechtens te respecteren waarborgen, zoals de cautie, in acht zijn genomen. Hierin bestaat het verdedigingsbelang, omdat dit aspect invloed kan hebben op de bewijsbaarheid van de strafrechtelijke verwijten en de overtuiging van de rechtbank op dit punt. Op basis van het bij het bezwaarschrift gevoegde gespreksverslag (het verslag dat de ouders van de verdachte hebben opgemaakt van het bezoek van mevrouw [naam 1] aan het ouderlijk huis van de verdachte op 22 mei 2017) en hetgeen al is opgemerkt in het verzoek aan de rechter-commissaris, is het aannemelijk dat het onderzoek van mevrouw [naam 1] meer heeft omvat dan louter fiscaal relevante vragen met betrekking tot de heffing omzetbelasting;
- ten aanzien van het horen van [naam getuige 1] en [naam getuige 2] als getuigen:de rechter-commissaris heeft ten onrechte geoordeeld dat voor de op dit punt in het verzoek genoemde scenario’s geen aanknopingspunten in het dossier te vinden zouden zijn. De aanknopingspunten hiervoor zijn te vinden in de eerder door [naam getuige 1] (de moeder van de verdachte) afgelegde getuigenverklaring. Zij heeft daarin over de bedreigingen verklaard. Ook zijn hiervoor aanknopingspunten te vinden in de overgelegde e-mails van [naam 2] (de vader van de verdachte) en die van [naam getuige 2] van 6 april 2017. Dat de verdachte hierover zelf niets heeft verklaard, maar zich op zijn zwijgrecht heeft beroepen, kan hem niet worden tegengeworpen. Namens de verdachte wordt naar voren gebracht dat hij de ten laste gelegde feiten betwist en dat hij stelt dat anderen de hem verweten feiten hebben gepleegd, namelijk degenen die hem hebben bedreigd. Het horen van [naam getuige 1] en [naam getuige 2] is van belang voor de onderbouwing van dit standpunt. Deze getuigen waren erbij aanwezig toen deze bedreigingen plaatsvonden en kunnen daar dus over verklaren. Ook kan [naam getuige 1] verklaren over de gang van zaken bij de controlebezoeken;
- ten aanzien van het horen van [naam getuige 3] als getuige:dit verzoek is afgewezen, omdat het betreffende contract geen deel uitmaakt van de tenlastelegging, maar hiermee is niet automatisch gezegd dat het belang van de verdediging om [naam getuige 3] te horen ontbreekt. Zijn verklaring over dit contract bevindt zich in het dossier en wat hij daarin heeft verklaard over de (on)betrouwbaarheid van verdachte kan invloed hebben op de overtuiging van de rechtbank ten aanzien van de wel ten laste gelegde feiten.