ECLI:NL:RBROT:2019:7054
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot vaststelling van geldvordering van minderjarige kinderen op vader na overlijden van moeder
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 augustus 2019 uitspraak gedaan in een verzoek van [verzoeker] om goedkeuring te verlenen aan de vaststelling van de geldvordering van zijn minderjarige kinderen op hem, na het overlijden van hun moeder, [naam partner verzoeker]. De procedure begon met een verzoekschrift van [verzoeker] op 1 april 2019, gevolgd door een mondelinge behandeling op 8 juli 2019, waarbij [verzoeker] en zijn gemachtigde, mr. M.H. van der Laak, aanwezig waren. De kinderen van [verzoeker] hebben als erfgenamen van hun moeder recht op een geldvordering op hun vader ter hoogte van de waarde van hun erfdeel, vastgesteld op € 23.832,74 per kind. De kantonrechter heeft de gevraagde machtiging verleend, waarbij [verzoeker] de vordering van zijn kinderen kon vaststellen.
Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat, gezien het feit dat [verzoeker] een nieuw geregistreerd partnerschap is aangegaan, de kinderen recht hebben op goederen ter waarde van hun geldvordering, onder voorbehoud van vruchtgebruik. De kantonrechter heeft [verzoeker] gemachtigd om voor elk kind een aparte bankrekening te openen waarop het bedrag van € 23.832,74 wordt gestort, met de bepaling dat hij als wettelijk vertegenwoordiger niet over dat geld kan beschikken, behoudens het vruchtgebruik. Dit is bedoeld ter bescherming van de kinderen, zodat zij niet ondoordacht met het geld omgaan voordat zij meerderjarig zijn. De beschikking is gegeven door mr. A.J.L.M. van der Wildt en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.