Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met producties;
- het verweerschrift met producties, en
- de pleitaantekeningen van beide partijen.
2.De vaststaande feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
De werkgever kan de arbeidsovereenkomst opzeggen indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Herplaatsing ligt in ieder geval niet in de rede indien sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer als bedoeld in lid 3, onderdeel e.
Onder een redelijke grond als bedoeld in lid 1 wordt verstaan:
intentie(onderstreping kantonrechter) is om met de huidige managers te blijven werken, maar niet meer dan dat. Later is door MBLS zelfs expliciet geschreven dat alleen [naam 1] en [naam 2] aanblijven als ‘leadership’ en dat de overige management posities
debatablezijn. Volgens [verzoeker] betekent dit dat er voor hem ook nog zou kunnen worden gepraat over andere functies. Met MBLS is de kantonrechter echter van oordeel dat hieruit duidelijk blijkt dat alle andere managementposities, en dus ook die van [verzoeker] , twijfelachtig zijn. Voor de uitleg die [verzoeker] voorstaat geeft de tekst geen enkele aanleiding en [verzoeker] heeft geen feiten en/of omstandigheden aangevoerd waaruit die betekenis wel zou kunnen worden afgeleid. Bovendien, wat er ook zij van de inhoud van die mededeling, heeft die niet gezien op MBLS maar op Locoflex, aldus MBLS. Daarop is door [verzoeker] niet meer ingegaan, zodat daarvan uit wordt gegaan.