Op 21 augustus 2019 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking uitgesproken over de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van negen maanden, omdat er zorgen waren over de opvoedsituatie. De moeder had te maken met psychiatrische problematiek, wat haar beschikbaarheid voor de kinderen beïnvloedde. De vader had tijdelijk zijn werk neergelegd om voor de kinderen te zorgen, maar er waren financiële problemen door het gebrek aan kinderopvang en de taalbarrière die de ouders ondervonden bij het regelen van hulpverlening.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de ouders openstonden voor hulpverlening, maar dat de hulpverlening van het wijkteam Ridderkerk niet van de grond kwam. De kinderrechter oordeelde dat, ondanks dat de situatie niet voldeed aan de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling, het in het belang van de kinderen was om hen onder toezicht te stellen. De kinderrechter stelde de kinderen onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot 21 mei 2020. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.