ECLI:NL:RBROT:2019:689

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 januari 2019
Publicatiedatum
30 januari 2019
Zaaknummer
10/740490-16 en 10/174149-16 (ttz gev) / TUL VV: 10/184904-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontoerekeningsvatbaarheid en ontslag van rechtsvervolging in meervoudige strafzaken

Op 24 januari 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, geboren in Zhytomyr, Sovjet-Unie. De rechtbank heeft de verdachte, die niet gemachtigd was vertegenwoordigd door haar raadsman mr. A. Jhingoer, vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten wegens volledige ontoerekeningsvatbaarheid. De rechtbank baseerde deze beslissing op rapportages van psychiater J. van der Meer en psycholoog S.G. Vitale, die concludeerden dat de verdachte lijdt aan een bipolaire I stoornis, die haar gedragskeuzes en -gedragingen beïnvloedde ten tijde van de feiten. De feiten, gepleegd tussen augustus en oktober 2016, omvatten onder andere bedreigingen, mishandeling en vernieling. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van meerdere feiten en een gevangenisstraf, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet strafbaar was. De vorderingen van benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd. De rechtbank heeft ook een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder vonnis afgewezen, omdat de verdachte niet strafbaar was. De uitspraak benadrukt de rol van psychiatrische evaluaties in strafzaken en de gevolgen van geestelijke gezondheidsproblemen voor de strafbaarheid van verdachten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/740490-16 en 10/174149-16 (ttz gev)
Parketnummer vordering TUL VV: 10/184904-15
Datum uitspraak: 24 januari 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te Zhytomyr (Sovjet-Unie) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] te [woonplaats verdachte] ,
niet gemachtigd raadsman mr. A. Jhingoer, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Ten aanzien van de strafzaak met parketnummer 10/740490-16 is gelet op het onderzoek op de terechtzitting van 11 september 2017 en 10 januari 2019.
Ten aanzien van de strafzaak met parketnummer 10/174149-16 is dit vonnis gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 september 2017 (zulks op de voet van artikel 377, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering) en van 10 januari 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De rechtbank heeft de feiten die in deze dagvaardingen zijn opgenomen, van een doorlopende nummering voorzien. Zij zal die nummering in dit vonnis aanhouden.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S. Verhoek heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 primair, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 (voornoemde feiten staan vermeld op de dagvaarding in de zaak met parketnummer 10/740490-16), 11 primair, 12, 13, 14 en 15 ten laste gelegde (voornoemde feiten staan vermeld als feiten 1 tot en met 5 op de dagvaarding in de zaak met parketnummer 10/174149-16 en deze feiten zullen hierna feiten 11 tot en met 15 genoemd worden);
  • ontslag van alle rechtsvervolging ten aanzien van de feiten 1 tot en met 10;
  • veroordeling van de verdachte ten aanzien van de feiten 11 tot en met 15, tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 (twee) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 (twee) jaar en als bijzondere voorwaarden begeleiding van de reclassering en een ambulante behandeling;
  • tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf in de zaak met parketnummer 10/184904-15.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3 primair, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 primair, 12, 13, 14 en 15 ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
(10/740490-16)
1.
zij op 26 oktober 2016 te Dordrecht een jeugdbeschermer bij Jeugdbescherming West (aangifte onder nummer [aangiftenummer] ) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde jeugdbeschermer dreigend de woorden toegevoegd :"Jij weet dondersgoed waarom ik bel. Ik weet dat je op kantoor bent, ik kom daar nu naartoe. Jij kutwijf. En als ik jou zie, maak ik jou af. Dat is geen bedreiging, maar dat gaat echt gebeuren. Jij kutwijf. Ik hoop dat jij doodvalt en jouw kinderen ook.";
2.
zij in de periode van 8 oktober 2016 tot en met 27 oktober 2016 te Dordrecht, telkens opzettelijk meer minderjarigen, te weten [naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 1998, en [naam minderjarige 2] geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2000, heeft onttrokken aan het wettig over voornoemde minderjarigen gestelde gezag, te weten:
  • Jeugdzorg West en
  • de moeder van voornoemde [naam minderjarige 2] en de voogd van O.G.L. Heldrig Stichting
immers heeft verdachte in strijd met de afspraken en zonder medeweten en
toestemming van (de voogd van) Jeugdzorg West en van de moeder van voornoemde [naam minderjarige 2] en de voogd van O.G.L. Heldrig Stichting voornoemde [naam minderjarige 1] en [naam minderjarige 2] in haar, verdachtes, woning laten verblijven, en aldus voornoemde minderjarigen telkens buiten het bereik en de invloedssfeer van Jeugdzorg West gebracht en gehouden en de moeder van die [naam minderjarige 2] en Heldrig Stichting);
3.
zij in de periode van 8 oktober 2016 tot en met 27 oktober 2016 te Dordrecht aan [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 3] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een tatoeage (te weten de geboortedatum van die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 3] in romeinse cijfers), heeft toegebracht door voornoemde tatoeage op de borst van die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 3] aan te brengen;
4.
zij op 26 oktober 2016 te Sassenheim, gemeente Teylingen, [naam slachtoffer 4] heeft bedreigd met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [naam slachtoffer 4] dreigend de woorden toegevoegd: “ik maak je kapot, jij kutwijf. Zowel geestelijk als lichamelijk. ik weet waar je werkt. Je weet niet met wie je te maken hebt”;
5.
zij in de periode van 28 oktober tot en met 29 oktober 2016 te Dordrecht opzettelijk en wederrechtelijk één mu
ur van een politiecel, toebehorende aan politie eenheid Rotterdam, heeft beschadigd;
6.
zij op 20 oktober 2016 te Dordrecht tezamen en in vereniging met een ander, [naam slachtoffer 5] heeft mishandeld door hem meermalen, althans eenmaal
  • met gebalde hand op/tegen de arm te slaan en
  • met de vuist in het gezicht te slaan;
7.
zij op meer tijdstippen in de periode van 29 augustus 2016 tot en met 28 september 2016 te Dordrecht, [naam slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
enmet zware mishandeling, immers heeft verdachte via WhatsApp (in het Nederlands en Russisch) opzettelijk voornoemde [naam slachtoffer 6] onder andere dreigend de woorden toegevoegd:
  • op 12 september 2016 “de volgende keer zal ik je GVD een paar klappen op je kutsmoel” en
  • op 19 september 2016 “Flik het eens om in mijn buurt te komen en dan zal ik die kutsmoel van je eens onherkenbaar vertimmeren, gesnopen?” en je mag nu alvast een grafsteen voor jezelf bestellen, en vervolgens een foto van de grafsteen van de overleden ex-man, van haar verdachte, aan die [naam slachtoffer 6] gestuurd
8.
zij op 19 september 2016 te Dordrecht, althans in Nederland [naam slachtoffer 7] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk [naam slachtoffer 7] per WhatsApp
dreigend de woorden toegevoegd: “je kankerbroer met zijn hoerenvrouw gaan ook huilen.
Alleen jammer dat voor hun zonden hun kind gaat betalen. Ga alvast geld verzamelen voor een rolstoel. Dit gaat gebeuren zeer binnenkort”;
9.
zij op 23 oktober 2016 te Dordrecht opzettelijk en wederrechtelijk een muur van een cel van een politiebureau gelegen aan de Overkampweg 109, toebehorende aan de Politie eenheid Rotterdam, heeft beschadigd;
10.
zij in de periode van 22 augustus 2016 tot en met 29 augustus 2016 te Dordrecht aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit is gepleegd, door [naam 1] en [naam 2] en/of één of meer medewerkers van de politie eenheid Rotterdam, wetende dat dat strafbare feit niet is gepleegd;
(10/174149-16)
11.
zij op 21 augustus 2016 te Ottoland, gemeente Molenwaard openlijk, te weten op de openbare weg, de Bloklandskade, en voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [naam slachtoffer 8] , welk geweld bestond uit meermalen (met kracht) slaan en trappen op/tegen het hoofd en lichaam (onder meer de buik en rug) van die [naam slachtoffer 8] ;
12.
zij op 21 augustus 2016 te Ottoland, gemeente Molenwaard
  • [naam slachtoffer 9] heeft mishandeld door haar meermalen te stompen, in het gezicht en
  • [naam slachtoffer 10] heeft mishandeld door hem met kracht te slaan in het gezicht en
  • [naam slachtoffer 11] heeft mishandeld door hem met kracht te slaan tegen een bovenarm;
13.
zij op 21 augustus 2016 te Ottoland, gemeente Molenwaard opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, toebehorende aan Camping de Put en/of [naam slachtoffer 12] en/of [naam slachtoffer 13] , heeft vernield;
14.
zij op 21 augustus 2016 te Dordrecht [naam slachtoffer 14] heeft mishandeld door haar met kracht te trappen in het kruis;
15.
zij op 21 augustus 2016 te Ottoland en Dordrecht, opzettelijk ambtenaren, [naam slachtoffer 15] , inspecteur en [naam slachtoffer 16] , arrestantenbewaarder en [naam slachtoffer 14] , hoofdagent (allen werkzaam bij politie Eenheid Rotterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in hun tegenwoordigheid, die [naam slachtoffer 14] heeft beledigd door haar de woorden toe te voegen: ‘vieze kuthoer’, en
die [naam slachtoffer 15] en [naam slachtoffer 16] en [naam slachtoffer 14] heeft beledigd door meermalen te spugen op/tegen en/of naar/in de richting van die [naam slachtoffer 15] en [naam slachtoffer 16] en [naam slachtoffer 14] .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
(10/740490-16)
1.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
2.
opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over hem gesteld gezag;
3 primair.
zware mishandeling;
4.
bedreiging met zware mishandeling;
5.
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen;
6.
medeplegen van mishandeling;
7.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
en
bedreiging met zware mishandeling;
8.
bedreiging met zware mishandeling;
9.
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen;
10.
aangifte doen dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is;
(10/174149-16)11 primair.
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
12.
mishandeling, meermalen gepleegd;
13.
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
14.
mishandeling;
15.
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

6.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte ten aanzien van de feiten 1 tot en met 10, de feiten waarop de rapportages van de psycholoog en de psychiater zien, volledig ontoerekeningsvatbaar dient te worden verklaard, nu er bij de verdachte ten tijde van het plegen van deze feiten sprake was van een ziekelijke stoornis. Ten aanzien van de feiten 11 tot en met 15 is de officier van justitie van mening dat deze feiten de verdachte wel kunnen worden aangerekend.
6.2.
Beoordeling
Over de verdachte is in de zaak met het parketnummer 10/740490-16, ziende op de feiten 1 tot en met 10, gerapporteerd door twee gedragsdeskundigen, te weten door psychiater J. van der Meer op 19 januari 2017, en door psycholoog S.G. Vitale op 10 februari 2017. Zij hebben geconcludeerd dat de verdachte lijdende is aan een ziekelijke stoornis van haar geestvermogens in de vorm van een bipolaire I stoornis, die onder andere gepaard gaat met manische episodes. Voorts hebben de deskundigen geconcludeerd dat dit ook zo was ten tijde van het ten laste gelegde en dat deze ziekelijke stoornis de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte beïnvloedde ten tijde van het ten laste gelegde. Beide deskundigen hebben gesteld dat door de manische episodes de natuurlijke remmingen bij de verdachte zullen zijn weggevallen. Hierdoor is de verdachte minder geremd om de dingen die in haar opkomen direct uit te voeren. De beide deskundigen adviseren de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar te achten.
Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. Zij is gelet hierop van oordeel dat de bewezenverklaarde feiten 1 tot en met 10 verdachte niet kunnen worden toegerekend, zodat zij niet strafbaar is.
De feiten 1 tot en met 10 zijn gepleegd in de periode van 22 augustus 2016 tot en met 29 oktober 2016. De feiten 11 tot en met 15 zijn alle gepleegd op 21 augustus 2016. Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank het zeer onwaarschijnlijk dat de door deskundigen op 22 augustus 2016 aanwezig geachte ziekelijke stoornis niet reeds de dag daarvoor, op 21 augustus 2016, aanwezig was. Temeer niet nu die stoornis kennelijk is ontwikkeld onder invloed van de kort daarvoor ontstane huwelijksproblemen en de daaruit gevolgde echtscheiding. De rechtbank houdt het er dan ook voor dat de ziekelijke stoornis ook reeds op 21 augustus 2016 aanwezig was, zodat de verdachte ook de op die dag gepleegde feiten (11 tot en met 15) niet kunnen worden toegerekend. De verdachte is derhalve ook ten aanzien van die feiten niet strafbaar.
De rechtbank zal de verdachte ontslaan van alle rechtsvervolging.
Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van het over de verdachte uitgebrachte rapport van de Reclassering Nederland gedateerd 17 april 2018. De heer [naam reclasseringsmedewerker] van de Reclassering Nederland heeft dit rapport op de zitting van 10 januari 2019 toegelicht. Uit dit rapport en de toelichting van de reclasseringswerker is gebleken dat de verdachte naar aanleiding van de onder 1 tot en met 10 ten laste gelegde feiten in oktober 2016 is opgenomen in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Zaanstad. Op 11 januari 2017 is de verdachte doorgeplaatst naar de kliniek van Yulius GGZ te Sliedrecht. De verdachte is op 6 september 2017 ontslagen uit deze kliniek, waarna de behandeling is overgegaan naar een FACT-team vanuit Yulius GGZ. Ten tijde van het opstellen van dit rapport had de verdachte geen last meer van haar psychiatrische ziektebeeld. De behandeling bij Yulius GGZ heeft zij doorlopen en een prikkelarme omgeving, rust en regelmaat binnen het FPC en Yulius GGZ kliniek hebben mevrouw [naam verdachte] tot rust gebracht. Volgens mevrouw [naam behandelaar] (haar behandelaar bij Yulius GGZ) is mevrouw [naam verdachte] goed in staat (binnenkort) zonder verdere psychiatrische hulp haar leven verder te leiden. De rechtbank acht het gelet op het voorgaande niet opportuun om de verdachte ex artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht te plaatsen in een psychiatrisch ziekenhuis, zoals door de deskundigen geadviseerd.
6.3.
Conclusie
Er is een omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is niet strafbaar.

7.Vorderingen benadeelde partijen

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde 1] ter zake van het onder 12 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 868,00 aan materiële schade en een vergoeding van € 400,00 aan immateriële schade.
Als benadeelde partij heeft zich tevens in het geding gevoegd [naam benadeelde 2] ter zake van de onder 14 en 15 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 300,00 aan immateriële schade.
7.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide vorderingen kunnen worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2.
Beoordeling
De benadeelde partijen zullen in hun vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden.
Nu de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen zij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
7.3.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

8.Vordering tenuitvoerlegging

8.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 16 februari 2016 van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van diefstal veroordeeld voor zover van belang tot een geldboete ter hoogte van
€ 200,00 voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 2 maart 2016.
8.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot tenuitvoerlegging dient te worden toegewezen.
8.3.
Beoordeling
Nu de verdachte niet strafbaar is, zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 39, 47, 57, 63, 141, 188, 266, 267, 279, 285, 300, 302 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 primair, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 primair, 12, 13, 14 en 15 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 16 februari 2016 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke geldboete.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P. Putters, voorzitter,
en mrs. A.M. van der Leeden en G.A.J.M. van Vugt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.W.A. Sonneveld-de Raad, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
zij op of omstreeks 26 oktober 2016 te Dordrecht een jeugdbeschermer bij Jeugdbescherming West (aangifte onder nummer [aangiftenummer] ) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde jeugdbeschermer dreigend de woorden toegevoegd :"Jij weet dondersgoed waarom ik bel. Ik weet dat je op kantoor bent, ik kom daar nu naartoe. Jij kutwijf. En als ik jou zie, maak ik jou af. Dat is geen bedreiging, maar dat gaat echt gebeuren. Jij kutwijf. Ik
hoop dat jij doodvalt en jouw kinderen ook.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; 740490-16
2.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 oktober 2016 tot en met 27 oktober 2016 te Dordrecht, althans in Nederland (telkens) opzettelijk een of meer minderjarige(n), te weten [naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 1998, en/of [naam minderjarige 2] geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2000, en/of [naam minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum minderjarige 3] 2001, heeft onttrokken aan het wettig over voornoemde minderjarige(n) gestelde gezag of aan het opzicht van degene die dat gezag desbevoegd over voornoemde minderjarige(n) uitoefende, te weten:
  • Jeugdzorg West en/of Campus Jeugdzorg te Wapenveld) en/of
  • de moeder van voornoemde [naam minderjarige 2] en/of (de voogd van) O.G.L. Heldrig Stichting en/of
  • de ouders van die [naam minderjarige 3]
immers heeft verdachte in strijd met de afspraken en/of zonder medeweten en/of
toestemming van (de voogd van) Jeugdzorg West en/of Campus Jeugdzorg en/of van de moeder van voornoemde [naam minderjarige 2] en/of (de voogd van) O.G.L. Heldrig Stichting en/of de ouders van die [naam minderjarige 3] voornoemde [naam minderjarige 1] en/of [naam minderjarige 2] en/of [naam minderjarige 3] in haar, verdachtes, woning laten verblijven, althans onderdak verleend (en aldus voornoemde minderjarige(n) (telkens) buiten het bereik en/of de invloedssfeer van Jeugdzorg West en/of Campus Jeugdzorg gebracht en/of gehouden en/of de moeder van die [naam minderjarige 2] en/of Heldrig Stichting en/of de ouders van die [naam minderjarige 3] );
3.
zij in of omstreeks de periode van 8 oktober 2016 tot en met 27 oktober 2016 te Dordrecht aan [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een tatoeage (te weten de geboortedatum van die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] in romeinse cijfers), heeft toegebracht door voornoemde tatoeage op de borst van die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] aan te brengen;
Subsidiair
zij in of omstreeks de periode van 8 oktober 2016 tot en met 27 oktober 2016 te Dordrecht
  • [naam slachtoffer 1] en/of
  • [naam slachtoffer 2] en/of
  • [naam slachtoffer 3]
heeft mishandeld door een tatoeage (te weten de geboortedatum van die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] in romeinse cijfers), aan te brengen op de borst van die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] ;
4.
zij op of omstreeks 26 oktober 2016 te Sassenheim, gemeente Teylingen, [naam slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [naam slachtoffer 4] dreigend de woorden toegevoegd :"ik maak je kapot, jij kutwijf. Zowel geestelijk als lichamelijk. ik weet waar je werkt. Je weet niet met wie je te maken hebt", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
5.
zij in of omstreeks de periode van 28 oktober tot en met 29 oktober 2016 te Dordrecht opzettelijk en wederrechtelijk (één of meer muren van) een politiecel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan politie eenheid Rotterdam, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en / of beschadigd en / of onbruikbaar gemaakt;
6.
zij op of omstreeks 20 oktober 2016 te Dordrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [naam slachtoffer 5] heeft mishandeld door hem meermalen, althans eenmaal
  • met (motor)handenschoenen met zilveren uitsteeksels bij de knokkels, althans een hard voorwerp en/of met gebalde en/of vlakke hand op/tegen de arm te slaan en/of
  • met de vuist(en) in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of tegen de schouder, althans op/tegen het lichaam te stompen/slaan;
7.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 augustus 2016 tot en met 28 september 2016 te Dordrecht, althans in Nederland [naam slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte via Whatsapp (in het Nederlands en/of Russisch) opzettelijk voornoemde [naam slachtoffer 6] onder andere dreigend de woorden toegevoegd:
  • op 12 september 2016 “de volgende keer zal ik je GVD een paar klappen op je kutsmoel”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
  • op 19 september 2016 “Flik het eens om in mijn buurt te komen en dan zal ik die kutsmoel van je eens onherkenbaar vertimmeren, gesnopen?” en/of je mag nu alvast een grafsteen voor jezelf bestellen, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of (vervolgens) een foto van de grafsteen van de overleden ex-man, van haar verdachte, aan die [naam slachtoffer 6] gestuurd en/of
  • op 28 september 2016 2 bloemen en/of 2 waxinelichtjes (gelijkend op een gedenkplek) bij de motor van die [naam slachtoffer 6] geplaatst; 217842-16
8.
zij op of omstreeks 19 september 2016 te Dordrecht, althans in Nederland [naam slachtoffer 7] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk [naam slachtoffer 7] per whatsapp
dreigend de woorden toegevoegd: “je kankerbroer met zijn hoerenvrouw gaan ook huilen.
Alleen jammer dat voor hun zonden hun kind gaat betalen. Ga alvast geld verzamelen voor een rolstoel. Dit gaat gebeuren zeer binnenkort”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
9.
zij op of omstreeks 23 oktober 2016 te Dordrecht opzettelijk en wederrechtelijk een muur en/of een tafel en/of een dorpel van een cel van een politiebureau gelegen op/aan de Overkampweg 109, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Politie eenheid Rotterdam, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
10.
zij in of omstreeks de periode van 22 augustus 2016 tot en met 29 augustus 2016 te Dordrecht aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit is gepleegd, door [naam 1] en/of [naam 2] en/of één of meer medewerkers van de politie eenheid Rotterdam, wetende dat dat strafbare feit niet is gepleegd;
11.
hij op of omstreeks 21 augustus 2016 te Ottoland, gemeente Molenwaard openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de Bloklandskade, in elk geval op of aan een openbare weg en/of voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [naam slachtoffer 12] , welk geweld bestond uit meermalen (met kracht) stompen en/of slaan en/of schoppen en/of trappen op/tegen het hoofd en/of lichaam (onder meer de buik en/of rug) van die [naam slachtoffer 12] ;
Subsidiair.
hij op of omstreeks 21 augustus 2016 te Ottoland, gemeente Molenwaard tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, [naam slachtoffer 12] heeft mishandeld door deze meermalen (met kracht) te stomen en/of te slaan en/of te schoppen en/of te trappen op/tegen het hoofd en/of het lichaam (onder meer de buik en/of rug);
12.
zij op of omstreeks 21 augustus 2016 te Ottoland, gemeente Molenwaard
  • [naam slachtoffer 13] heeft mishandeld door haar meermalen (met kracht) te stompen, althans slaan in/op/tegen het gezicht en/of
  • [naam slachtoffer 10] heeft mishandeld door hem (met kracht) te slaan in/op/tegen het gezicht en/of
  • [naam slachtoffer 11] heeft mishandeld door hem (met kracht) te stompen, althans te slaan op/tegen een (boven)arm;
13.
zij op of omstreeks 21 augustus 2016 te Ottoland, gemeente Molenwaard opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Camping de Put en/of [naam slachtoffer 12] en/of [naam slachtoffer 13] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
14.
zij op of omstreeks 21 augustus 2016 te Dordrecht [naam slachtoffer 14] heeft mishandeld door haar (met kracht) te schoppen en/of trappen in het kruis;
15.
zij op of omstreeks 21 augustus 2016 te Ottoland en/of Dordrecht, althans in Nederland opzettelijk één of meer ambtena(a)r(en), [naam slachtoffer 15] , inspecteur en/of [naam slachtoffer 16] , arrestantenbewaarder en/of [naam slachtoffer 14] , hoofdagent (allen werkzaam bij politie Eenheid Rotterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, die [naam slachtoffer 14] heeft beledigd door haar de woorden toe te voegen: ‘vieze kuthoer’, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en/of
die [naam slachtoffer 15] en/of [naam slachtoffer 16] en/of [naam slachtoffer 14] heeft beledigd door meermalen te spugen op/tegen en/of naar/in de richting van die [naam slachtoffer 15] en/of [naam slachtoffer 16] en/of [naam slachtoffer 14] .