ECLI:NL:RBROT:2019:6761
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek in verzoekschriftprocedure niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesvertegenwoordiging
Op 9 juli 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure waarin verzoekster de kinderrechter, mr. A.A.J. de Nijs, heeft gewraakt. De wraking vond plaats in het kader van een verzoekschriftprocedure waarin verzoekster de kinderrechter had verzocht om herstel van het gezag over haar twee minderjarige kinderen, beëindiging van de voogdij van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond en vaststelling van een omgangsregeling. Tijdens de zitting op 26 juni 2019 was verzoekster bijgestaan door haar advocaat, mr. R.V. Paniagua, terwijl verzoeker als informant was opgeroepen. Op 27 juni 2019 heeft verzoekster de kinderrechter gewraakt, maar het wrakingsverzoek was niet ondertekend door een advocaat, wat in deze procedure verplicht is. Verzoekster was op de hoogte van dit verzuim en kreeg de kans om het te herstellen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De rechtbank oordeelde dat verzoekster niet-ontvankelijk was in haar wrakingsverzoek omdat het niet aan de vereisten voldeed. Ook verzoeker, die slechts als informant was opgeroepen, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. De beslissing werd mondeling gegeven door de rechters ter zitting en later schriftelijk uitgewerkt.