Op 7 juni 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die op 28 februari 2019 in Rotterdam een vuurwapen van categorie III, te weten een Glock pistool, en bijbehorende munitie voorhanden had. De verdachte was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Dordrecht. De officier van justitie, mr. W.L. van Prooijen, had gevorderd tot een gevangenisstraf van 9 maanden, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte een gevangenisstraf van 6 maanden moest krijgen. De rechtbank overwoog dat het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie een groot risico met zich meebrengt, vooral gezien de aanwezigheid van kinderen in de woning waar het wapen werd aangetroffen. De verdachte had eerder soortgelijke strafbare feiten gepleegd, wat de rechtbank zwaar meeweegt in de strafmaat. De rechtbank verklaarde de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf op, waarbij de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering werd gebracht op de opgelegde straf.