ECLI:NL:RBROT:2019:6739

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juni 2019
Publicatiedatum
23 augustus 2019
Zaaknummer
10/047855-19 vorderingen TUL: 10/120795-16 en 10/167917-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor afpersing in vereniging via Marktplaats met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 juni 2019 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van twee gevallen van afpersing in vereniging. De verdachte, die op dat moment preventief gedetineerd was, heeft samen met een medeverdachte slachtoffers gedwongen tot de afgifte van mobiele telefoons en geldbedragen door middel van bedreiging met geweld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte in bewuste en nauwe samenwerking hebben gehandeld, waarbij de medeverdachte een lokadvertentie op Marktplaats had geplaatst en de verdachte naar de afspraken was gegaan om de afpersingen uit te voeren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, en een contactverbod met de slachtoffers. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte een schadevergoeding van € 850,00 moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is de tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen gelast, omdat de verdachte nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd tijdens de proeftijd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/047855-19
Parketnummers vorderingen TUL: 10/120795-16 en 10/167917-18
Datum uitspraak: 21 juni 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd
in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam locatie Hoogvliet,
raadsvrouw mr. Y.L. Zandbergen, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 7 juni 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis van de officier van justitie

De officier van justitie mr. W.L. van Prooijen heeft gevorderd:
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 26 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een contactverbod met de slachtoffers, het meewerken aan schuldhulpverlening en de verplichting zich in te spannen tot het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/120795-16 en tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf in de zaak met parketnummer 10/167917-18.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. De feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
Nadere bewijsoverweging medeplegen
De rechtbank overweegt ten aanzien van het door de verdediging weersproken bestanddeel medeplegen het volgende. Er is sprake van medeplegen in het geval twee of meer personen gezamenlijk, in bewuste en nauwe samenwerking, een strafbaar feit plegen. Door de verdachte en zijn medeverdachte is verklaard dat zij de afpersingen samen hebben gepleegd. Medeverdachte [naam medeverdachte] heeft een lokadvertentie geplaatst op en maakte de afspraken via Marktplaats en de verdachte ging naar die afspraken toe, waarna de afpersing plaatsvond. De rechtbank is van oordeel dat de medeverdachte bij meer dan enkel in de voorbereiding tot de strafbare feiten betrokken is geweest was en deze rolverdeling getuigt van een bewuste en nauwe samenwerking. De rechtbank zal het medeplegen van de beide feiten bewezen verklaren.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 18 januari 2019 te Rotterdam, op of aan de openbare weg,
te weten de Oldenhagen, tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [naam slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk/type: Samsung/S9), door (met een afgedekt/bedekt gelaat/gezicht)
- zich op te dringen aan die [naam slachtoffer 1] en
- (daarbij) dreigend een mes aan die [naam slachtoffer 1] voor te houden en
- (daarbij) aan die [naam slachtoffer 1] de woorden toe te voegen: "Geef de telefoon" en "Schop de telefoon naar me toe" en "Geef me jouw
tas"
2.
hij op 26 januari 2019 te Rotterdam, op of aan de openbare weg, te weten de Oldenhagen,
tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [naam slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van twee mobiele telefoons (merk/type: Iphone 8+ en Iphone 10) en 300 euro en een portemonnee (inhoudende passen en een ID-bewijs en rijbewijs),
door (met een afgedekt/bedekt gelaat/gezicht)
- zich op te dringen aan die [naam slachtoffer 2] en
- (daarbij) dreigend een mes aan die [naam slachtoffer 2] voor te houden en
- (daarbij) meermalen met een mes, een steekbeweging in de richting van die [naam slachtoffer 2] te maken en
- die [naam slachtoffer 2] te gebieden om op zijn knieën te gaan zitten en
- (daarbij) aan die [naam slachtoffer 2] de woorden toe te voegen: "Telefoon inleveren" en "Ook het geld" en "Ook de portemonnee" en "Ook je eigen telefoon",
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen feiten leveren op:

1. afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen

2. afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich twee maal schuldig gemaakt aan een afpersing in vereniging. De vriendin van de verdachte heeft via Marktplaats afspraken gemaakt met de slachtoffers voor de koop of verkoop van een telefoon. De verdachte is naar deze afspraken toe gegaan en heeft de slachtoffers vervolgens door het voorhouden van een mes gedwongen tot afgifte van hun telefoon en andere goederen.
Dit zijn ernstige feiten en dat rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan. Door op deze manier te handelen heeft de verdachte materiële schade veroorzaakt bij de slachtoffers en hen angst aangejaagd. Zoals ook blijkt uit hun verklaringen, ondervinden slachtoffers van afpersingen veelal langdurige en ernstige psychische gevolgen van wat er gebeurd is. Dergelijke feiten veroorzaken bovendien gevoelens van onveiligheid in de maatschappij.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 16 mei 2019, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 23 mei 2019. Dit rapport houdt onder meer –verkort en zakelijk weergegeven- het volgende in.
De heer [naam verdachte] is eerder met justitie in aanraking gekomen. Zijn eerdere veroordelingen en de huidige verdenkingen betreffen zowel vermogens- als geweldsdelicten en de ernst van de delicten neemt zorgelijk toe. Delicten waren eerder veelal impulsief en reactief van aard, terwijl het huidig delict proactief van aard is. Op basis van het dossier en gezien de aard van de huidige delict situatie lijkt er bij de verdachte sprake te zijn van gebrekkige probleemoplossende vaardigheden, wat tot problemen kan leiden. Hij lijkt onvoldoende op eigen kracht zijn problemen aan te kunnen pakken en heeft hierbij begeleiding nodig. Daarnaast lijkt de verdachte zich niet goed te realiseren wat de consequenties van zijn handelen kunnen zijn voor zichzelf en anderen (slachtoffers/mededader).
Op financieel gebied ziet de reclassering ook zorgen. De verdachte heeft door middel van onder andere diefstal en afpersing een oplossing gezocht om snel aan geld te komen. Daarnaast lijkt huisvesting een probleem te vormen, zo had de verdachte geen vast woonadres en heeft het delict in de directe omgeving waarin hij voorheen woonde plaatsgevonden.
Wel heeft de reclassering gedurende het laatste reclasseringstoezicht een jongeman gezien die graag zijn problemen wil aanpakken en er voor open staat om met de juiste begeleiding zijn problemen aan te pakken. De reclassering is om die reden van mening dat een reclasseringstoezicht geïndiceerd is met als bijzondere voorwaarde een behandelverplichting waarbij de verdachte inzicht kan krijgen en verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen delictgedrag. Dit zou kunnen bijdragen aan recidive vermindering. Naast behandeling zou de verdachte begeleid kunnen worden bij het vinden van stabiele huisvesting, zoals begeleid wonen, het vinden van geschikte dagbesteding en hulp bij zijn financiën.
De reclassering acht het positief dat de verdachte vanuit detentie al stappen heeft genomen om zijn problemen aan te pakken. Zo heeft hij aangegeven bereid te zijn om begeleid te gaan wonen, heeft zich reeds ingeschreven voor een opleiding en betalingsregelingen getroffen voor zijn schulden.
Het recidive risico wordt ingeschat als gemiddeld, het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als laag.
De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden:
- meldplicht bij de reclassering;
- ambulante behandeling;
- begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
- contactverbod met de slachtoffers;
- meewerken aan schuldhulpverlening;
- zich inspannen tot het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaring, passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen telefoon en het in beslag genomen mes verbeurd te verklaren.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen geen standpunt ingenomen.
8.3.
Beoordeling door de rechtbank
Het in beslag genomen mes zal verbeurd worden verklaard, omdat de bewezen feiten met dit voorwerp zijn begaan.
Ten aan zien van de in beslag genomen telefoon zal - hoewel de feiten mede met behulp van dit voorwerp zijn begaan - een last tot teruggave aan de verdachte worden gegeven.

9.Vordering van de benadeelde partij

[naam benadeelde] heeft zich ter zake van het onder feit 2 ten laste gelegde als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 300,00 aan materiële schade en een vergoeding van € 1.100,00 aan immateriële schade.
9.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij in het geheel toe te wijzen.
9.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
9.3.
Beoordeling
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding door de verdediging niet is weersproken, zal de het materiële deel van de vordering geheel worden toegewezen.
Daarnaast is vast komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Deze schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 550,00 zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen, met afwijzing van hetgeen aan hoofdsom meer is gevorderd.
Nu de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 26 januari 2019.
Nu de vordering van de benadeelde partij deels zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 850,00, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

10.Vordering tenuitvoerlegging parketnummer 10/120795-16

10.1.
Vonnis waarvan de tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 3 april 2017 van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van mishandeling, belediging en weerspannigheid veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van 10 dagen, waarvan een gedeelte groot 8 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 19 april 2017 en is op 16 november 2018 verlengd met één jaar.
10.2.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het voorwaardelijk opgelegde strafdeel geheel ten uitvoer te leggen.
10.3.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering tot ten uitvoerlegging af te wijzen.
10.4.
Beoordeling door de rechtbank
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen verklaarde feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd. Om die reden zal de tenuitvoerlegging worden gelast van het voorwaardelijk gedeelte van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde straf.

11.Vordering tenuitvoerlegging parketnummer 10/167917-18

11.1.
Vonnis waarvan de tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 16 november 2018 van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van diefstal in vereniging en mishandeling veroordeeld voor zover van belang tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week, met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 16 november 2018.
11.2.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de voorwaardelijke straf geheel ten uitvoer te leggen.
11.3.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de proeftijd van de voorwaardelijke straf met één jaar te verlengen.
11.4.
Beoordeling door de rechtbank
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen verklaarde feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd. Om die reden zal de tenuitvoerlegging worden gelast van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde voorwaardelijke straf.

12.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 47 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

13.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

14.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 22 (tweeëntwintig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde meldt zich op afspraken met de reclassering en blijft zich melden zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
2. de veroordeelde wordt verplicht om zijn medewerking te verlenen aan begeleiding op het gebied van praktische zaken en behandeling voor zijn gedrag, houding, psychosociaal functioneren en probleemoplossende vaardigheden bij het ACT Jeugd van Fivoor of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
3. de veroordeelde verblijft bij het Leger Des Heils of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
4. de veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met de slachtoffers, zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
5. de veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
6. de veroordeelde spant zich in tot het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding. Indien de reclassering dat nodig vindt, zal de veroordeelde worden aangemeld bij een instelling voor maatschappelijke ondersteuning voor begeleiding bij deze praktische zaken;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 en 2: het mes;
- gelast de teruggave aan verdachte van zijn telefoon;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededader, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde] , te betalen een bedrag van
€ 850,00 (zegge: achthonderdvijftig euro), bestaande uit
€ 300,00 aan materiële schade en € 550,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
legt aan de verdachte de
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 850,00(hoofdsom,
zegge: achthonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 850,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
17 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 3 april 2017 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 8 dagen;
gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 16 november 2018 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 1 week.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.H.J. Stemker Köster, voorzitter,
en mrs. F. Wegman en H.M. Dunsbergen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.R. Moraal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oude en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 18 januari 2019 te Rotterdam, op of aan de openbare weg,
te weten de Oldenhagen, althans (een) openbare weg(en),
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk/type: Samsung/S9), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [naam slachtoffer 1] toebehoorde, door (met een afgedekt/bedekt gelaat/gezicht)
- zich op te dringen aan die [naam slachtoffer 1] en/of
- (daarbij) dreigend een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [naam slachtoffer 1] te tonen / voor te houden en/of
- (daarbij) aan die [naam slachtoffer 1] de woorden toe te voegen: "Geef de telefoon" en/of "Schop de telefoon naar me toe" en/of
"Geef me jouw jas",
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 26 januari 2019 te Rotterdam, op of aan de openbare weg,
te weten de Oldenhagen, althans (een) openbare weg(en),
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van twee mobiele telefoons (merk/type: Iphone 8+ en/of Iphone 10) en/of 300 euro en/of een portemonnee (inhoudende een of meer passen en/of een ID-bewijs en/of rijbewijs),
in elk geval enig(e) goed(eren) en/of een geldbedrag, dat/die geheel of ten dele aan die [naam slachtoffer 2] of aan een derde, toebehoorde(n),
door (met een afgedekt/bedekt gelaat/gezicht)
- zich op te dringen aan die [naam slachtoffer 2] en/of
- (daarbij) dreigend een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [naam slachtoffer 2] te tonen /voor te houden en/of
- (daarbij) meermalen, althans eenmaal met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, een steekbeweging naar/in de richting van die [naam slachtoffer 2] te maken en/of
- die [naam slachtoffer 2] te gebieden om op zijn knieen te gaan zitten en/of
- (daarbij) aan die [naam slachtoffer 2] de woorden toe te voegen: "Telefoon inleveren" en/of "Ook het geld" en/of "Ook de portemonnee" en/of "Ook je eigen telefoon",
althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;