ECLI:NL:RBROT:2019:6733
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- mr. drs. J. van den Bos
- mr. A. Verweij
- mr. drs. E. van Schouten
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter mr. E.A. Vroom in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 augustus 2019 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. E.A. Vroom, rechter in de rechtbank Rotterdam. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van de bejegening van de verzoeker tijdens een zitting op 11 juli 2019, waar hij mondeling verweer voerde tegen een civielrechtelijke vordering van [naam vennootschap] B.V. De verzoeker voelde zich benadeeld door opmerkingen van de rechter en de toezending van de aantekeningen van zijn mondelinge verweer aan de wederpartij. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was voor zover het berustte op de bejegening van de verzoeker, omdat dit verzoek niet tijdig was ingediend. De rechtbank stelde vast dat de verzoeker op de zitting aanwezig was en kennis had genomen van de bejegening, maar pas later, op 30 juli 2019, het wrakingsverzoek indiende. De rechtbank concludeerde dat de termijn voor het indienen van het verzoek ruimschoots was overschreden.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de toezending van de aantekeningen van het mondelinge verweer aan de wederpartij een standaard werkwijze is in civiele procedures en dat dit geen aanwijzing voor vooringenomenheid van de rechter opleverde. De rechtbank verklaarde het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk voor zover het berustte op de bejegening van de verzoeker en wees het verzoek voor het overige af. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.