ECLI:NL:RBROT:2019:6697

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 juli 2019
Publicatiedatum
22 augustus 2019
Zaaknummer
10/025242-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van straatroof en inbraak in vereniging wegens onvoldoende bewijs van herkenning op camerabeelden

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 juli 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van straatroof en inbraak in vereniging. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd voor de eerste twee tenlastegelegde feiten en een taakstraf voor het derde feit. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte deze feiten had gepleegd.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vooral gekeken naar de betrouwbaarheid van de herkenningen door verbalisanten op basis van camerabeelden. De rechtbank oordeelde dat de kwaliteit van de screenshots van de camerabeelden niet voldoende was om herkenbare en specifieke persoonskenmerken vast te stellen. Hierdoor kon niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de herkenningen betrouwbaar waren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen ander toereikend bewijs was om de verdachte te veroordelen.

Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte van het onder 3 ten laste gelegde feit werd vrijgesproken. De rechtbank heeft bepaald dat de kosten voor de benadeelde partij en de verdachte ieder voor eigen rekening komen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de oudste rechter niet in staat was het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/025242-19
Datum uitspraak: 31 juli 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
raadsman mr. M.E. Pennings, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 juli 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis van de officier van justitie

De officier van justitie mr. A. de Beer heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 90 uren, te vervangen door 45 dagen hechtenis.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Feiten 1 en 2 - Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Feit 3 - Vrijspraak
4.2.1.
Standpunt van de officier van justitie
Twee verbalisanten hebben de verdachte op de camerabeelden van de inbraak herkend en dit is voldoende om tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde te komen.
4.2.2.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beoordeling van herkenningen staat steeds voorop dat daarbij behoedzaamheid dient te worden betracht. Dit geldt temeer wanneer de herkenning het voornaamste bewijsmiddel vormt, zoals dat in casu het geval is. Voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van een herkenning aan de hand van camerabeelden of screenshots daarvan, is onder meer van belang wat de mate van kwaliteit van de beelden is en in hoeverre hierop voldoende duidelijke, specifieke en onderscheidende persoonskenmerken zichtbaar zijn. Ook is van belang onder welke omstandigheden en met welke frequentie de waarnemer de door hem herkende persoon eerder heeft gezien.
In de vroege ochtend van 13 augustus 2018 is ingebroken in de woning aan de [adres delict] en zijn diverse goederen ontvreemd. Van deze inbraak waren camerabeelden beschikbaar. In het dossier bevinden zich twee processen-verbaal van bevindingen waarin de desbetreffende verbalisanten relateren dat zij verdachte op de camerabeelden herkennen. Van deze camerabeelden zijn screenshots gemaakt. Deze camerabeelden bevinden zich, anders dan de screenshots, niet in het dossier.
Beide herkenningen van de verbalisanten hebben plaatsgevonden aan de hand van de camerabeelden van de diefstal. De rechtbank heeft op zichzelf geen reden te twijfelen aan de oprechtheid van de desbetreffende functionarissen. Maar daar de camerabeelden zich niet in het dossier bevinden, kan de rechtbank niet beoordelen of deze van zodanige kwaliteit zijn dat op basis hiervan een betrouwbare herkenning mogelijk is.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de kwaliteit van de zich wel in het dossier bevindende screenshots - grofkorrelige foto’s van een persoon met een grotendeels afgedekt gezicht - niet van een dusdanige kwaliteit is dat herkenbare, specifieke en onderscheidende persoonskenmerken zijn vast te stellen.
Een en ander betekent dat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat de herkenningen op basis van de camerabeelden voldoende betrouwbaar kunnen worden geacht. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de herkenningen door de verbalisanten niet aan een bewezenverklaring ten grondslag kunnen worden gelegd. De rechtbank zal deze herkenningen dan ook niet bezigen voor het bewijs. Dit brengt mee dat, nu ander toereikend bewijs ontbreekt, niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte ten laste is gelegd, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken.
4.2.3.
Conclusie
Het onder 3 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5.Vordering van de benadeelde partij

Ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit heeft [naam benadeelde] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 8.100,00 aan materiële schade en een vergoeding van € 10.000,00 aan immateriële schade.
Omdat de verdachte van het onder 3 ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken, is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partij in zijn vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

6.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D.L. Spierings, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en C. Vogtschmidt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.R. Moraal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1. hij op of omstreeks 6 augustus 2018 te Rotterdam omstreeks 01:30 uur,
in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, op de
openbare weg de Driemanssteeweg
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
een of meer geldbedrag(en) (in totaal 230,00 euro), in elk geval enig
goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] ,
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan
zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door
- die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] achter na te lopen en/of op zeer korte afstand te
benaderen, en/of
- die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] (onverhoeds) een mes, althans een scherp en/of
puntig voorwerp te tonen en/of voor te houden en/of
- tegen die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] te zegen: "Geef me jullie telefoons
en paspoorten en portemonnee’s" en/of "het is beter als jullie mij niet
dwingen om jullie hiermee kwaad te doen" en/of "ik zou jullie hiermee
pijn doen als jullie niet mee werken", althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking, en/of (vervolgens)
- een of meer geldbedragen uit die portemonnee’s weg te nemen.
2. hij op of omstreeks 6 augustus 2018 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer
mobiele telefoon(s) (Apple iPhone 7), portemonnee’s en/of paspoort(en),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] ,
door
- die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] achter na te lopen en/of op zeer korte afstand te
benaderen, en/of
- die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] (onverhoeds) een mes, althans een scherp en/of
Puntig voorwerp te tonen en/of voor te houden en/of
- tegen die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] de volgende worden gezegd "Geef me
jullie telefoons en paspoorten en portemonnee’s" en/of "het is beter als jullie
mij niet dwingen om jullie hiermee kwaad te doen" en/of "ik zou jullie
hiermee pijn doen als jullie niet mee werken",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
3.
hij op of omstreeks 13 augustus 2018 te Rotterdam,
om (ongeveer) 01:15 uur en 02:27 uur, in elk geval gedurende de voor de
nachtrust bestemde tijd
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in/uit een woning, gelegen aan de [adres delict] ,
sieraden, horloges en/of een laptop (merk Dell), toebehorende aan [naam benadeelde]
, althans aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn medeverdachte(n), heeft weggenomen met het oogmerk om die
goederen zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;