4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 subsidiair en 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij op 23 juli 2018 te Melissant, gemeente Goeree-Overflakkee,
(aan de Bieningenweg op de Slikken van Flakkee) opzettelijk brand heeft gesticht,
immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk de vlam van een aansteker
in aanraking gebracht met brandbaar
(uitgedroogd) gras, ten gevolge waarvan
brand is ontstaan en een deel van de aldaar aanwezige flora is verbrand, terwijl daarvan
gemeen gevaar voor de aldaar aanwezige (overige) flora en fauna, in elk
geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was.
2.
hij op 18 oktober 2018 te Stellendam, gemeente Goeree-Overflakkee, opzettelijk en wederrechtelijk een graafmachine,
geheel toebehorende aan [naam slachtoffer] , heeft vernield door met de vlam van een aansteker, de cabinestoel van die graafmachine in brand te steken.
3.
hij op 12 januari 2019 te Dirksland, gemeente Goeree-Overflakkee,
opzettelijk en wederrechtelijk een graafmachine,
geheel toebehorende aan [naam bedrijf] , heeft vernield door met de vlam van een aansteker, de (losse) bekleding/een lap op de cabinestoel van die
graafmachine in brand te steken.
4.
hij op 17 juli 2018 te Stellendam, gemeente Goeree-Overflakkee,
(aan de Zandgorsweg) opzettelijk brand heeft gesticht, immers heeft verdachte toen
aldaar opzettelijk de vlam van een aansteker in aanraking gebracht met brandbaar (uitgedroogd) gras, ten gevolge waarvan brand is ontstaan en
(een deel van) de aldaar aanwezige flora geheel of gedeeltelijk is verbrand,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor de aldaar
aanwezige (overige) flora en fauna, in elk geval gemeen gevaar voor
goederen, te duchten was.
5.
hij op 16 juli 2018 te Stellendam, gemeente Goeree-Overflakkee,
(in een stuk bosperceel aan de Zuiderdiepstraatweg) opzettelijk brand heeft
gesticht, immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk de vlam van een
aansteker in aanraking gebracht met
brandbaar (uitgedroogd) gras,
ten gevolge waarvan brand is ontstaan en (een deel van) de aldaar aanwezige
flora geheel of gedeeltelijk is verbrand, in elk geval brand is ontstaan,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor de aldaar aanwezige (overige) flora en
fauna, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.